Overleg:Glossarium

Uit Meemoo Kennisbank
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Bakdrogen

USE: bakdrogen
UF: baking
UF: tape baking
UF: bakken
DEF: Een proces waarbij een magnetische tape in een verwarmde oven met een gecontroleerde relatieve vochtigheidsgraad wordt geplaatst. Het doel hiervan is de bindlaag van de tape te harden. Deze procedure is aanbevolen als tijdelijke remedie voor het sticky shed of "sticky tape" syndroom. Wanneer magnetische tapes verslechteren, verslechtert door hydrolyse het polymeer van de bindlaag, waardoor een kleverige afscheiding ontstaat. Bij bakdrogen moeten de temperatuur en relatieve vochtigheidsgraad van de oven, net als de bakduur, nauwgezet gecontroleerd worden.
SRC: http://www.nfsa.gov.au/preservation/glossary/tape-baking
SRC: http://www.bavc.org/preservation/resources/preservation-glossary

Basisdigitalisering

USE: basisdigitalisering
BT: digitalisering
DEF: Het zodanig digitaal vastleggen van de gegevens van objecten uit een collectie opdat die goed beheerd kunnen worden en goed digitaal toegankelijk zijn. Basisdigitalisering bestaat uit drie onderdelen: het toekennen van een unieke identificatie (bijvoorbeeld een plaatsingsnummer), het (basaal) beschrijven met behulp van de belangrijkste metadata en het vervaardigen van een digitale representatie.
SRC: http://www.den.nl/abc/Basisdigitalisering/

Beeldbank

USE: beeldbank
RT: DAM
DEF: Een verzameling digitaal beeldmateriaal, bijeengebracht in een databank die via een netwerk toegankelijk is. Op deze wijze kan een collectie beeldmateriaal van een erfgoedinstelling digitaal worden ontsloten en voor het grote publiek doorzoekbaar gemaakt worden. Een beeldbank wordt doorgaans beheerd met een Digital Asset management systeem (Glossarium:DAM).
SRC: http://www.den.nl/abc/Beeldbank/

Bemonsteringsfrequentie

USE: bemonsteringsfrequentie
UF: sample rate
DEF: De bemonsteringsfrequentie bepaalt het aantal metingen per tijdseenheid om een continue (analoog) signaal om te zetten in een discreet (digitaal) signaal. De bemonsteringsfrequentie wordt uitgedrukt in hertz of het aantal bemonsteringen per seconde.
FR: Wikipedia: bemonsteringsfrequentie

Berlin Declaration

USE: Berlin Declaration
BT: open access
DEF: De Berlin Declaration on Open Access is een verklaring die onderzoekers adviseert om hun materiaal te publiceren in open access, zodat de resultaten kosteloos toegankelijk worden gemaakt voor het publiek. Het gaat hierbij niet uitsluitend om de onderzoeksresultaten, maar de verklaring roept onderzoekers ook op ruwe data en ander materiaal te publiceren zodat anderen dit kunnen raadplegen, gebruiken en verder verspreiden. De enige eis die de verklaring hieraan stelt is dat de naam van de oorspronkelijke auteur wordt vermeld en er geen plagiaat mag worden gepleegd. Open Access wordt ondersteund door het Max Planck Gesellschaft en het Europese project ECHO (European Cultural Heritage Online].
HN: Ondertekent in oktober 2003
SRC: http://nl.wikipedia.org/wiki/Open_access#Berlin_Declaration_on_Open_Access
FR: http://www.zim.mpg.de/openaccess-berlin/berlin_declaration.pdf

Beschrijvingsregels

USE: beschrijvingsregels
UF: regelwerk
UF: catalografie
DEF: Beschrijvingsregels zijn afspraken over de inhoud, volgorde en syntax van de gegevens waarmee je een bron beschrijft. Beschrijvingsregels waarborgen dat metadata van bronnen op een consistente manier worden vastlegt.
FR: http://www.docam.ca/en/see-the-glossaurus.html
FR: http://www2.archivists.org/glossary/terms/d/description
FR: Beschrijvingsregels leggen uit hoe je een datastructuur invult.

Bestandsformaat

USE: bestandsformaat
UF: bestandsindeling
RT: containerformaat
DEF: Het bestandsformaat, of bestandsindeling, bepaalt op welke manier de informatie in een computerbestand gecodeerd is. Veel computerprogramma's gebruiken een eigen, voor hun specifieke taak ontworpen bestandsformaat, maar kunnen vaak wel andere bestandsformaten lezen en naar hun eigen formaat omzetten. Het bestandsformaat wordt vaak aangegeven door middel van een extensie in de bestandsnaam.
SRC: WIKI: bestandsformaat
FR: http://www.abc-clio.com/ODLIS/odlis_f.aspx#filetype

Bestandsidentificatie

UF: identificatie
DEF: (Bestands)identificatie is het exact vaststellen van het type en de versie van het bestandsformaat van een digitaal bestand.
FR: Overzicht tools voor Identificatie.

Bestandssysteem

USE: bestandssysteem
UF: file system
DEF: Een bestandssysteem is een door het besturingssysteem verzorgde, softwarematige indeling van een opslagmedium (zoals een harde schijf). Voorbeelden van bestandssystemen zijn NTFS, FAT en HFS.
SRC: http://nl.wikipedia.org/wiki/Bestandssysteem
FR: http://en.wikipedia.org/wiki/File_system

Bestandsvalidatie

USE: bestandsvalidatie
UF: validatie
DEF: Een bestand is valide wanneer de inhoud en structuur ervan beantwoordt aan de eisen gesteld in de specificatie van het bestandsformaat. Voor Standaard:XML documenten geldt dat het valide is wanneer het welgevormd is en wanneer de semantische structuur de regels volgt die vastgelegd zijn in een bijhorend DTD of XSD document. SRC: W3C: valid
FR: SAA: valid
FR: Overzicht tools voor bestandsvalidatie.

Bibliotheekcatalogus

USE: bibliotheekcatalogus
RT: online public access catalog
RT: museumcatalogus
DEF: Een catalogus is een lijst van alle publicaties in een bibliotheekcollectie. In een catalogus worden voor elke publicatie de belangrijkste identificatiegegevens opgenomen zoals titel, auteur, uitgever... Daarnaast bevat een catalogus ook een aantal ordeningen (bijvoorbeeld alfabetisch op auteur of onderwerp) die als hulpmiddel dienen voor het terugvinden van een publicatie in de bibliotheekcollectie.

Bibliotheekcollecties bestaan doorgaans uit verzamelingen niet-unieke publicaties (boeken, tijdschriften, cd's, dvd's ...) of onderdelen daarvan (tijdschriftartikels, cd-tracks). Steeds vaker worden ook digitale publicaties (digitale documenten of websites) in een catalogus beschreven. Omdat publicaties per definitie niet uniek zijn, hebben bibliotheken een lange traditie in het gestandaardiseerd beschrijven ervan.
SRC: http://www.abc-clio.com/ODLIS/odlis_c.aspx#catalog
FR: http://www2.archivists.org/glossary/terms/c/catalog
FR: http://www2.archivists.org/glossary/terms/o/online-public-access-catalog

Bitdiepte

USE: bitdiepte
UF: kleurdiepte
UF: bit depth
DEF: Bitdiepte geeft aan hoeveel binaire cijfers (cf. nullen en enen) gebruikt worden om een meting van een continue (analoog) signaal te coderen in een discreet (digitaal) signaal. Hoe meer binaire cijfers gebruikt worden, hoe nauwkeuriger het analoge signaal gemeten wordt.
SN: Bij digitale afbeeldingen bepaalt de bitdiepte hoe precies de kleur op een scherm (cf. RGB-waarde) wordt weergegeven. Voor zwart-wit beelden zijn bijvoorbeeld maar twee bits nodig, voor zwart-witfoto's minimaal 8 bits (28 geeft 256 grijswaarden), voor kleurenfoto's meestal 24 bits (8 bits voor elke kleur: rood, groen en blauw of 16,7 miljoen kleuren). Voor digitale beelden die afgedrukt worden op papier, dus met inkt, werkt men met vier kleuren (Cyaan, Magenta, Yellow en Key - CMYK). Hiervoor gebruikt met een bitdiepte van 32-bit (4 maal 8 bits). Wanneer men 32 bits met Rood-Groen-Blauw kleuren gebruikt, betekent dit meestal dat er een extra transparantiekanaal gebruikt wordt, het zogeheten Alfa-kanaal.
SRC: Wikipedia: color depth
SRC: Wikipedia: audio bit depth
FR: Wikipedia: kwantisatie

Bitsnelheid

USE: bitsnelheid
UF: bitrate
DEF: De bitsnelheid is het aantal bits dat per tijdseenheid over een netwerk wordt verzonden. De bitsnelheid wordt uitgedrukt in bits per seconde (b/s). Hoe hoger de bitrate, hoe meer informatie er per tijdseenheid verzonden en ontvangen kan worden.
SRC: Wikipedia: bitrate

Bitrot

USE: bit rot
UF: bit loss
DEF: Het geleidelijk verval van digitale data, meestal veroorzaakt door slijtage of verval van de drager (harde schijf, ram-geheugen, chip, cd-rom, dvd, tape...) Het gevolg is dat het signaal verdwijnt of wordt gewijzigd (een 1 verandert in een 0 of omgekeerd). Dit kan potentieel enorme schade aanrichten en de bestanden onleesbaar maken.
FR: http://www2.archivists.org/glossary/terms/b/bit-loss
FR: http://en.wikipedia.org/wiki/Bit_rot

Bitstream

USE: bitstream
RT: bytestream
DEF: Een bitstream is een sequentie van bits. Als deze bits per acht gegroepeerd zijn spreken we van een bytestream.

Born digital

USE: born digital
UF: digital born
SN: video
DEF: Bestanden die van oorsprong digitaal gecreëerd zijn, door het gebruik van digitale opname-apparatuur (digitale camera) of door het gebruik van software. Born digital staat tegenover gedigitaliseerd, waarbij een analoog object of signaal omgezet wordt in digitale vorm.

Checksum

USE: controlegetal

CMS

USE: CMS
AB: CMS
FT: content management system
RT: databank
RT: XML
DEF: Een Content Management Systeem is een applicatie waarmee pagina's, afbeeldingen en andere bestanden waaruit een website bestaat, kunnen worden beheerd. Een CMS biedt de mogelijkheid om webpagina's aan te maken en te bewerken, afbeeldingen toe te voegen en de presentatie, in de vorm van sjablonen, direct aan te passen. In toenemende mate is een CMS gekoppeld aan een databank (bijvoorbeeld in SQL) waarin de teksten worden opgeslagen. In andere gevallen gebruikt een CMS XML om gegevens in te bewaren. Er zijn veel verschillende CMS paketten in omloop, van eenvoudige gratis open source systemen voor persoonlijke websites, tot complexe maatwerkoplossingen voor het beheer van commerciële websites en intranets van grote bedrijven.
Zie ook het overzicht CMS software elders op de wiki.

Codec

USE: codec
RT: containerformaat
DEF: Een codec is een stuk soft- of hardware dat toelaat data te coderen/decoderen of te comprimeren/decomprimeren. Er bestaan codecs om bijvoorbeeld geluid of beeld te coderen in een handelbaar formaat met behoud van een zeker kwaliteitsniveau. Hoe de codering precies te werk gaat hangt af van het doel en is vaak te vinden bij de beschrijving van de desbetreffende codec.
De term codec wordt ook gebruikt om het bestandsformaat aan te duiden of de standaard die de werking van de codec specificeert. Een codec wordt steeds gebruikt in combinatie met een containerformaat.
SRC: http://nl.wikipedia.org/wiki/Codec
SRC: http://en.wikipedia.org/wiki/Codec
FR: https://www.ictu.nl/archief/wiki.noiv.nl/xwiki/bin/view/NOiV/Wat%2Bzijn%2Bmultimediaformaten.html

Command line interface

USE: command line interface
UF: opdrachtregel
UF: command line
AB: CLI
RT: graphical user interface
RT: GUI
DEF: De command line is een manier om een computer opdrachten te geven door het ingeven van tekstcommando's. Zowat alle besturingssystemen beschikken over een commandline interface. Bij Windows is dit de opdrachtprompt (Eng.: command prompt), bij Mac OS X heet dit programma Terminal.

Conservering

USE: conservering
RT: preservering
RT: restauratie
NT: migratie
NT: transcoderen
NT: emulatie
DEF: Conservering is ingrijpen in het document om het fysische, chemische en/of biologische afbraakproces te remmen en bestaande toestand te stabiliseren. Conservering van digitale documenten kan een ingreep in de bitsequentie (migreren; transcoderen) zijn om het verval van de bitsequentie te stabiliseren en de leesbaarheid te verzekeren, of een ingreep in de hard- en/of software om de authenticiteit van de representatie te verzekeren.
SRC: http://www.abc-clio.com/ODLIS/odlis_c.aspx#conservation
FR: http://www2.archivists.org/glossary/terms/c/conservation
FR:http://www.archiefwiki.org/wiki/Conservering
FR: Archiefterminologie voor Nederland en Vlaanderen, lemma 151.

Containerformaat

USE: containerformaat
RT: codec
DEF: Een multimediabestand is vrijwel altijd gelaagd opgebouwd. Het bevat altijd één of meerdere typen gegevens, zoals video- en audiotracks, afbeeldingen, metadata, ondertitels en navigatie-informatie. Deze gegevens worden gestructureerd door het containerformaat. Dat beschrijft de opbouw van het bestand, maar niet de multimediale gegevens zelf (bijvoorbeeld video, audio of afbeelding). Dat laatste wordt beschreven door de codec.
SRC: https://wiki.noiv.nl/xwiki/bin/view/NOiV/Wat+zijn+multimediaformaten

Contextualiseren

USE: contextualiseren
DEF: Het verschaffen van achtergrondinformatie over een erfgoedobject, vaak voor een specifieke doelgroep, zoals het onderwijs, een specifieke bevolkingsgroep of een wetenschappelijke discipline. Het gaat om het verhaal bij een object dat een verbinding kan leggen met andere objecten.
SRC: http://www.den.nl/abc/Contextualiseren/

Controlegetal

UF: checksum
USE: controlegetal
DEF: Een controlegetal is een unieke code die berekend wordt op een waarde (bijvoorbeeld een ander getal of een bitstream). Aan de hand hiervan kan worden nagegaan of er geen fouten in de oorspronkelijke waarde zitten.
De laatste 2 cijfers van de bankrekeningnummers in België en het laatste cijfer van een Standaard:ISBN zijn controlecijfers. Voor controle van de integriteit van een digitaal bestand (bitintegriteit) wordt vaak het MD5 controlegetal gebruikt.
FR: http://nl.wikipedia.org/wiki/Controlecijfer
FR: http://en.wikipedia.org/wiki/MD5
FR: Checksums

Crowdsourcing

USE: crowdsourcing
RT: user generated content
DEF: Het aanspreken en benutten van een grote groep individuen voor raadpleging en innovatie. Het is een ontwikkeling die voortvloeit uit het succes van het concept 'user generated content'. De term is ontstaan uit een samenvoeging van de term 'outsourcing' (taken uitbesteden) in combinatie met 'crowd' (mensenmassa).
SRC: http://www.den.nl/abc/Crowdsourcing-/

DAM

USE: DAM
FT: Digital Asset Management
DEF: Digital Asset Management systeem (DAM) is een softwarepakket voor het beheer van digital assets (allerlei digitale bestanden). Het omvat het geheel van activiteiten die ondernomen worden om zowel de opslag, beschrijving, opvraging en distributie van digital assets adequaat te laten verlopen.
FR: http://en.wikipedia.org/wiki/Digital_asset_management

Data Definition Language

UF: DDL
DEF: Een 'data definition language' is een computertaal (syntax) voor het beschrijven van datastructuren, in het bijzonder database schema's. Voorbeelden zijn DDLSQL en Publicatie:XML Schema

Data Management Planning

USE: Data Management Planning
DEF: Een data management plan is een onderdeel van een onderzoeksprojectplan. Het beschrijft hoe onderzoeksgegevens worden verzameld, hoe de gegevens zullen worden gebruikt en opgeslagen tijdens het onderzoekproject, en hoe het hergebruik en duurzame bewaring op lange termijn zullen worden verzekerd nadat het oorspronkelijke onderzoek is afgerond.

Een data management plan moet continu worden onderhouden in de loop van het onderzoek. Een gedetailleerde data management plan beantwoordt onder meer de volgende vragen:

  • Wat voor soort gegevens worden verzameld?
  • Hoe worden de gegevens worden verzameld?
  • Wie heeft de auteursrechten en intellectuele eigendomsrechten van de data?
  • Wie beslist over de toegang tot de gegevens?
  • Hoe zullen de deelnemers aan het onderzoek geïnformeerd worden?
  • Welke software zal worden gebruikt voor de opslag en verwerking van de gegevens?
  • Hoe zal de (technische) kwaliteit van de gegevens worden gewaarborgd?
  • Welke bestandsformaten en opslagmedia zullen worden gebruikt?
  • Wat voor soort rechten zullen worden toegekend aan verschillende groepen gebruikers voor het lezen en beheren van gegevensbestanden?
  • Wat voor soort data en back-up procedures zullen worden gebruikt?
  • Hoe zal de gegevensverwerking worden gedocumenteerd?
  • Hoe zal vertrouwelijkheid worden gewaarborgd?
  • Hoe zal de bescherming van gegevens worden uitgevoerd?
  • Wat gebeurt er met de gegevens die na de oorspronkelijke onderzoek is afgerond?

SRC: http://www.cdlib.org/services/uc3/datamanagement

Databank

USE: databank
UF: database
DEF: Een databank is een verzameling samenhangende digitale gegevens die op een gestructureerde manier bijeengebracht zijn. Nieuwe informatie kan worden toegevoegd, de gegevens kunnen op allerlei manieren worden gerangschikt en gecontroleerd, en op basis van zoekacties kunnen delen van de inhoud van een databank getoond worden.
SRC: http://www.den.nl/abc/Databank/

Datacompressie

USE: datacompressie
NT: lossy datacompressie
NT: lossless datacompressie
UF: compressie
DEF: Datacompressie is een techniek die met behulp van compressie-algoritmes de hoeveelheid data bij opslag vermindert. Hierbij wordt meestal zoveel mogelijk de impact van de compressie op de (vaak visuele) kwaliteit van de opgeslagen data beperkt. Het voordeel van datacompressie is een kostenvermindering voor de opslag en de overdracht van de digitale bestanden. Als een compressie lossy gebeurt, gaan er gegevens verloren. De originele data kan dan na decompressie niet op volledig gereconstrueerd worden op basis van de gecomprimeerde gegevens.
FR: http://nl.wikipedia.org/wiki/Datacompressie

Datastructuur

USE: datastructuur
UF: metadataschema
RT: standaard datastructuur
DEF: Een datastructuur legt een groep beschrijvingselementen vast die bij elkaar horen. Een datastructuur beschrijft de naam en betekenis van ieder element en hoe ze zich tot elkaar verhouden.
SRC: http://www2.archivists.org/glossary/terms/d/data-structure
SRC: http://nl.wikipedia.org/wiki/Datastructuur
FR: http://framework.niso.org/node/24

Deep link

SN: auteursrechten
UE: deep link
DEF: Een deep link is een link naar een specifiek onderdeel van een website, zoals een pagina of een afbeelding. Het doel is de gebruiker rechtstreeks naar de relevante content te leiden in plaats van naar de homepage. Hierdoor ontstaat wel het risico dat het getoonde object uit zijn context wordt gehaald, waardoor er relevante informatie in verband met auteursrecht niet getoond wordt.

Descriptieve metadata

USE: descriptieve metadata
UF: beschrijvende metadata
BT: metadata
RT: technische metadata
RT: administratieve metadata
RT: juridische metadata
RT: preseveringsmetadata
RT: structurele metadata
RT: metadatastandaard
DEF: Descriptieve metadata zijn metadata die de intellectuele inhoud van een object beschrijven. Hieronder vallen aspecten zoals titel, auteur, datum van creatie, keywords, korte inhoud …
SRC: http://www.odl.ox.ac.uk/metadata.htm#types
SRC: http://www.niso.org/publications/press/UnderstandingMetadata.pdf

Digitaal

USE: digitaal
RT: analoog
NT: digitaliseren
DEF: De eigenschap om gegevens of een signaal te coderen met behulp van een binaire eenheid, zoals bijvoorbeeld combinaties van nullen en enen. Een tekst kan je digitaal coderen door elke letter te vervangen door een sequentie van bijvoorbeeld acht nullen of enen (een byte).
SRC: OXFORD: digital
FR: ODLIS: digital
FR: SAA: digital
FR: DEN: digitaal

Digitaal depot

USE: digitaal depot
UF: e-depot
UF: elektronisch depot
UF: safe place
USE: Opslagsysteem ter archivering van digitale bestanden. Een digitaal depot verschilt van een documentenserver door de speciale aandacht voor het langdurig en duurzaam toegankelijk houden van de bestanden.
SRC: http://www.den.nl/abc/Digitaal-depot/

Digitaal erfgoed

USE: digitaal erfgoed
BT: erfgoed
DEF: Digitale verschijningsvorm van cultureel erfgoed. Er kunnen drie vormen worden onderscheiden:

  • Born digital erfgoed: erfgoedmateriaal dat van origine al digitaal is, zoals elektronische archieven, digitale kunst of foto's die met een digitale camera zijn gemaakt.
  • Gedigitaliseerd erfgoed: erfgoedmateriaal dat van origine niet digitaal is, maar waarvan met digitalisering een reproductie is gemaakt.
  • Digitale informatie over erfgoed, bijvoorbeeld beschrijvingen, detailfoto's of digitale reconstructies van het erfgoedobject. De informatie wordt meestal in een geordende vorm (bijvoorbeeld een databank) beschikbaar gesteld.

SRC: http://www.den.nl/abc/Digitaal-erfgoed/

Digital rights management

USE: digital rights management
AB: DRM
DEF: Methode voor het reguleren van gebruik en beschikbaarheid van digitale bronnen. Met behulp van DRM-technieken kunnen beveiligingen tegen illegaal gebruik worden gerealiseerd en kan bepaald worden wie, wat, hoe vaak en hoe lang mag bekijken of beluisteren.
SRC: http://www.den.nl/abc/Digital-Rights-Management-/

Digitale duurzaamheid

USE: digitale duurzaamheid
UF: digital preservation
UF: duurzaamheid
UF: duurzame toegankelijkheid
DEF: Langdurige toegankelijkheid van digitale data. Dit is een grote technologische uitdaging voor databeherende instellingen omdat er nog geen passende oplossingen voorhanden zijn. Het duurzaam beschikbaar houden van data vergt zowel beleidsmatige beslissingen in de vorm van een duurzaamheidsstrategie als praktische oplossingen voor beheer en behoud. Zoals bijvoorbeeld systemen die aangeven wanneer de authenticiteit van een bestand is aangetast of wanneer een bestandsformaat niet meer gelezen kan worden omdat er geen geschikte software meer is om het bestand te tonen.
SRC: http://www.den.nl/abc/Digitale-duurzaamheid/

Digitaliseren

USE: digitaliseren
UF: digitisation
UF: digitalisation
UF: digitization
BT: digitaal
DEF: Het proces om een analoge bron (tekst, beeld, audio of video) om te zetten naar een digitaal bestand. Het betreft niet alleen het omzetten van de bron, maar ook het bewerken en beschrijven ervan ten behoeve van de vindbaarheid en presentatie in een digitale omgeving (bijvoorbeeld internet).
SRC: http://www.den.nl/abc/Digitaliseren/

Discreet

USE: discreet
DEF: De eigenschap om gegevens of een signaal te coderen met behulp van een opeenvolging van integere getallen die zich voortzet over een bepaalde tijdspanne. Geluid kan je coderen in een discreet signaal door op regelmatige tijdstippen de geluidsdruk te meten en vast te leggen als een geheel getal. De reeks gehele getallen, gekoppeld aan het tijdstip van de meting vormt een discreet signaal. Op dezelfde wijze kan je ook de elektrische spanning van een analoge geluidsopname omzetten in een discreet signaal. SRC: WIKI:discrete time signal

Directory

USE: directory
DEF: Een directory of map is een begrip dat gebruikt wordt binnen bestandssystemen. Een directory is een groep van bestanden en/of (sub)directory's. De directory's in een bestandssysteem vormen een hiërarchie, in de vorm van een boomstructuur. Andere namen die gebruikt worden voor directory zijn catalog, map en folder.
Een directory list is een tekstbestand dat de inhoud van een directory documenteert.
SRC: http://nl.wikipedia.org/wiki/Directory

Disk image

USE: disk image
DEF: Een disk image (of schijfkopie) is een enkel bestand waarin de volledige inhoud en structuur van een gegevensdrager (harde schijf, tape drive, floppy disk, optische schijf, USB flash drive, ...) wordt gereproduceerd.
FR: http://en.wikipedia.org/wiki/Disk_image

DNS

USE: DNS
AB: DNS
FT: Domain Name System
DEF: Het DNS protocol zorgt voor de vertaling van numerieke IP-adressen naar "leesbare" internetadressen en vica versa.
FR: http://nl.wikipedia.org/wiki/Domain_Name_System

Dropout

USE: dropout
DEF: Een dropout is een kort signaalverlies bij het digitaliseren van een analoog signaal, veroorzaakt door vuil of defect aan de tape of door het ontbreken van magnetisch materiaal. Dit resulteert in witte vlekken op het scherm. Het veelvuldig voorkomen van dropouts bij het afspelen is een indicatie dat de tape of recorder is verontreinigd met vuil en / of dat (het bindmiddel van) de tape verslechtert.
SRC: BAVC: cinching
FR:http://en.wikipedia.org/wiki/Dropout_(electronics)

E-depot

USE: digitaal depot
FR: http://www.lopai.nl/pdf/ED3_v1.pdf
SN: Deze term wordt hoofdzakelijk in het archiefwezen gebruikt.

E-leren

USE: e-leren
DEF: Leren en doceren met behulp van internettechnologie. Kenmerkend voor deze manier van leren is dat er digitale hulpmiddelen gebruikt worden, zowel voor de organisatie van het leren als voor het leerproces zelf. E-leren is geen doel op zich maar ondersteunt het flexibel opleiden en nieuwe vormen van leren.
SRC: http://www.den.nl/abc/E-leren/

E-mail

USE: e-mail
DEF: E-mail is de naam van digitaal, elektronisch postverkeer. Zowel het individuele bericht als het onderliggende systeem kunnen met e-mail worden bedoeld.
SRC: https://nl.wikipedia.org/wiki/E-mail

E-mailclient

USE: e-mailclient
RT: webmail
DEF: Een e-mailclient is een computerprogramma dat gebruikt wordt voor het schrijven, versturen en ontvangen van e-mail. De technische benaming voor een e-mailclient is Mail User Agent (MUA).
SRC: https://nl.wikipedia.org/wiki/E-mailclient

Element

USE: element
DEF: Een element is een identificeerbaar object binnen een document. In een HTML of XML document verwijst een element naar een deel dat door middel van tags wordt gemarkeerd.
Een metadata schema definieert de structuur en betekenis van elementen, wat overeenstemt met 'velden' in het record van een database. SRC: http://www.w3.org/2003/glossary/keyword/All/element.html?keywords=element

Emulatie

USE: emulatie
RT: migratie
RT: conservering
RT: transcodering
DEF: Emulatie is een duurzaamheidsstrategie gericht op het weergeven van digitale bronnen zoals ze oorspronkelijk zijn vervaardigd en gebruikt. Door emulatietechnieken toe te passen wordt het mogelijk het gedrag van een verouderde computer na te bootsen op een andere (nieuwere) computer. Emulatie kan op vier aspecten van een computer van toepassing zijn: de hardware, het besturingssysteem, de bijbehorende software en de digitale objecten die met die software zijn vervaardigd.
SRC: http://www.den.nl/abc/Emulatie/

Encryptie

UF: versleuteling
DEF: Encryptie staat voor het coderen (versleutelen) van een digitaal bestand op basis van een bepaalde algoritme. Deze geëncrypteerde gegevens kunnen nadien weer gedecrypteerd (ontcijferd of gedecodeerd) worden zodat men de originele informatie weer terugkrijgt. Dit proces wordt decryptie genoemd. Encryptie wordt gebruikt bij het verzenden en/of opslaan van vertrouwelijke gegevens.

Escrow overeenkomst

DEF: Een (broncode) escrow is een overeenkomst waarbij een software leverancier of -verdeler en de gebruiker(s) overeenkomen dat de leverancier de broncode van een software product deponeert bij een gespecialiseerd escrow agent. De broncode wordt aan de gebruiker overgedragen op het moment dat aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan - bijvoorbeeld wanneer de leverancier of verdeler niet langer in staat is de software verder te ondersteunen (bv. faillissement). Een Escrow zorgt er dus voor dat de gebruiker de software nadien zelf kan (laten) aanpassen.
Bij Opensourcesoftware (OSS) is er geen escrow nodig, omdat de broncode dan per definitie openbaar is.
SO: http://nl.wikipedia.org/wiki/Escrow-overeenkomst

Essentiële eigenschappen

USE: essentiële eigenschappen
DEF: Essentiële eigenschappen (ook wel "significante kenmerken" of "significant properties") zijn de essentiële kenmerken van een digitaal object die het uiterlijk, het gedrag, kwaliteit en bruikbaarheid beïnvloeden. Zij kunnen worden gegroepeerd in categorieën zoals inhoud, context (metadata), uiterlijk (bijvoorbeeld opmaak, kleur), gedrag (bijvoorbeeld interactie, functionaliteit) en structuur (bijvoorbeeld paginering, secties). Belangrijke eigenschappen moeten na verloop van tijd voor het digitale object worden bewaard om toegankelijke en zinvol blijven. Om vast te stellen wat de essentiële eigenschappen van een object zijn, moet rekening gehouden met de gebruikers van de digitale collectie.
SRC: http://www.jisc.ac.uk/whatwedo/programmes/preservation/2008sigprops.aspx

Folksonomy

USE: folksonomy
UF: social tagging
RT: tag
RT: tagging
RT: web 2.0
RT: user generated content
DEF: Folksonomy is de toekenning van vrije trefwoorden door een gebruikersgroep, bijvoorbeeld een webgemeenschap. De term is een samentrekking van ‘folk’ en ‘taxonomy’. Tot voor kort was de toekenning van trefwoorden aan objecten in erfgoedinstellingen een exclusieve taak van professionals. Hierbij wordt meestal een terminologiebron gebruikt, zoals een thesaurus of een taxonomie, om ervoor te zorgen dat in gelijke situaties gelijke termen worden gebruikt. Het idee achter folksonomy is juist dat er trefwoorden worden toegepast op basis van vrije associaties.
SRC: http://www.den.nl/abc/Folksonomy-/

Freeware

USE: freeware
DEF: Freeware is software die gratis wordt aangeboden. Soms enkel voor particulieren en dient er voorgebruik in een commerciële omgeving alsnog betaald te worden. De software blijft wel tenvolle eigendom van de fabrikant; de broncode is niet openbaar en het is niet toegestaan deze software te aan te passen of door te verkopen.
FR: http://nl.wikipedia.org/wiki/Freeware

Gecontroleerde termenlijst

USE: gecontroleerde termenlijst
UF: authoritybestand
UF: gecontroleerd vocabularium
UF: gecontroleerde woordenlijst
UF: terminologie
RT: thesaurus
RT: glossarium
RT: ontologie
RT: trefwoordenlijst
DEF: Een gecontroleerde termenlijst is een beperkte lijst met voorkeurstermen waaruit men een waarde kiest voor een bepaald metadata element in een record. Zo'n lijst garandeert een gestandaardiseerde schrijfwijze en een eenvormige invoer, wat de doorzoekbaarheid van de data verbetert.
SRC: ODLIS: controlled vocabulary
FR: SAA: controlled vocabulary
FR: (3756) term, BDI-terminologie, Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum, Den Haag, 1990

Gedistribueerd zoeken

USE: gedistribueerd zoeken
DEF: Zoekmethode waarbij gegevens die online vindbaar zijn gemaakt, worden opgehaald via een zoekactie op het web. Het zoeksysteem en de doorzochte dataset worden daarbij los van elkaar en veelal door verschillende partijen beheerd. In het model van gedistribueerd zoeken kan één zoeksysteem bij meerdere contentleveranciers tegelijkertijd zoeken. Omgekeerd kan ook één dataset door verschillende zoeksystemen worden bevraagd.
SRC: http://www.den.nl/abc/Gedistribueerd-zoeken/

Gedistribueerde opslag

USE: gedistribueerde opslag
DEF: Op meerdere netwerkcomputers opslaan en beschikbaarstellen van informatiebronnen die inhoudelijk of formeel bij elkaar horen. Dit kan gedaan worden om opslagcapaciteit te vergroten, of om data van verschillende partijen via één informatiedienst beschikbaar te stellen.
SRC: http://www.den.nl/abc/Gedistribueerde-opslag/

Generatieverlies

USE: generatieverlies
DEF: Generatieverlies duidt op het verlies van informatie en kwaliteit bij elke migratie of overzetting van de ene analoge drager op de andere. Hierbij kan vervorming en ruis optreden.
SRC: http://www.edavid.be/davidproject/teksten/DAVIDbijdragen/Videoarchivering.pdf

Geografisch informatiesysteem

AB: GIS
UF: GIS
DEF: Een informatiesysteem waarmee (ruimtelijke) gegevens of informatie over geografische objecten kan worden opgeslagen, beheerd, bewerkt, geanalyseerd en gepresenteerd.
SRC: DEN:GIS
SRC: SAA:GIS
SRC: ODLIS: geographical information system

Georefereren

USE: georefereren
RT: geografisch informatiesysteem
RT: GIS
DEF: Het toekennen van geografische referentiepunten aan objecten, zodat de objecten op een digitale kaart (zoals een GIS) getoond kunnen worden. Door standaarden toe te passen bij georefereren wordt het mogelijk digitale kaarten over elkaar te leggen en nauwkeurig met elkaar te vergelijken.
SRC: http://www.den.nl/abc/Georefereren/

Geospatiële data

USE: geospatiële data
DEF: Geospatiële data is data die iets zegt over de ruimtelijke plaats van een object. Dit kan een plaatsnaam zijn, maar ook lengte- en breedtegraden.

Glossarium

USE: glossarium
RT: terminologie
RT: thesaurus
RT: gecontroleerde termenlijst
RT: ontologie
DEF: Een glossarium is een alfabetisch gerangschikte, verklarende woordenlijst met betrekking tot een bepaald kennisdomein.
SRC: (1564) glossarium, BDI-terminologie, Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum, Den Haag, 1990
SRC: ODLIS: glossary

Graphical User Interface

AB: GUI
RT: command line interface
DEF: Een graphical user interface, of grafische gebruiksomgeving, is een middel om met behulp van grafische elementen (knoppen, tekstvakken, schuifbalk ...) en/of een computermuis met een computer in interageren. Andere typische kenmerken zijn het gebruiken van verschillende vensters en de mogelijkheid om bestanden en mappen te kunnen slepen. Een GUI is daarmee veel intuïtiever dan de tekstgebaseerde Command line interface

Granulariteit

USE: granulariteit
DEF: Granulariteit is een term voor de mate waarin informatie gedetailleerd beschreven is, met andere woorden tot op welk niveau de informatie gestructureerd en ontsloten is. Algemeen geldt dat hoe uitgebreider een metadataschema is, hoe hoger de granulariteit.
FR: http://www2.archivists.org/glossary/terms/g/granularity
FR: http://www.docam.ca/en/see-the-glossaurus.html

GUI

USE: graphical user interface

Harvesting

USE: harvesting
DEF: Procedure om (meta)data automatisch van de server van een informatieleverancier te kopiëren en over te halen, zodat de data hergebruikt kan worden in een nieuwe context. Harvesting biedt de mogelijk om op basis van gemaakte afspraken een gemeenschappelijke informatiedienst (bijvoorbeeld een erfgoedportal) actueel te houden. Een instelling bepaalt zelf of er wel of niet 'geoogst' mag worden.
SRC: http://www.den.nl/abc/Harvesting/
FR: http://www.den.nl/thema/21/harvesting

Header

USE: header
UF: hoofding
DEF: Een header is een blok data aan het begin van een computerbestand dat de eigenschappen van dat computerbestand beschrijft. De header van een rasterafbeelding bevat bijvoorbeeld gegevens over de beeldgrootte, resolutie en bitdiepte. De header van een html-bestand van een webpagina bevat gegevens over de titel, auteurs en opmaak van de webpagina. De header bevat ook gegevens over het precieze bestandstype en de codering van het computerbestand.
SRC: wikipedia:header (computing)

HISGIS

USE: HISGIS
FT: geografisch informatiesysteem voor historische statistieken
RT: geografisch informatiesysteem
DEF: In de vakgroep Nieuwste Geschiedenis van de faculteit Letteren en Wijsbegeerte aan de Universiteit Gent werd een HIStorisch Geografisch InformatieSysteem ontwikkeld voor de territoriale indeling van België. De HISGIS is gebaseerd op twee historische databanken die sinds 1990 ontwikkeld werden. Eén databank bevat de gedigitaliseerde statistische data over bevolking, landbouw en industrie voor de periode 1800 – 1961. De andere databank bestaat uit honderden gedigitaliseerde historische kaarten die de grenswijzigingen in de administratieve indeling van België tussen 1800 en 2000 wergeven. Deze kaarten (in vectorformaat, gegeorefereerd naar de Belgische Lambert 72 kaartprojectie) werden per provincie opgeslagen. Het is mogelijk om de statistische data voor verschillende tijdstippen en voor verschillende territoriale niveaus (van gemeente tot provincie) te visualiseren, waarbij telkens juist die historische grenzen weergegeven worden, die voor het door de gebruiker gekozen tijdstip geldig waren.
SRC:http://www.hisgis.be/

Identificatie

USE: Bestandsidentificatie

Indexering

USE: indexering
DEF: Indexering is het proces van het creëren van een geordende lijst van concepten, uitgedrukt in termen of zinnen, met verwijzingen naar de plaats in het geïndexeerde materiaal waar die concepten verschijnen.
SRC: http://www2.archivists.org/glossary/terms/i/indexing

Ingest

USE: ingest
RT: data ingest
DEF: Ingest is het proces waarbij data wordt verkregen, geïmporteerd en verwekt voor later gebruik en opslag in een databank of digitaal depot.

Inhoudelijke ontsluiting

USE: inhoudelijke ontsluiting
RT: formele ontsluiting
DEF: inhoudelijk ontsluiting is het toegankelijk maken van collecties door middel van inhoudelijke beschrijvingen. Uniforme inhoudelijke ontsluiting vereist afspraken over de wijze van beschrijven van de inhoud, bijvoorbeeld aan de hand van gestructureerde woordenlijsten, classificaties of thesauri. Zulke lijsten ondersteunen de efficiëntie bij het beschrijven en ontsluiten van bronnenmateriaal.
SRC: http://www.den.nl/thema/29/inhoudelijke-ontsluiting

Inline link

USE: inline link
DEF: Bij een inline link is wordt een onderdeel (zoals een afbeelding) van een andere website geïntegreerd in een HTML-pagina, zonder dat dit onderdeel wordt gekopieerd en vaak zonder de toestemming van de oorspronkelijke auteur.

Interface

USE: interface
DEF: Een interface maakt het mogelijk dat twee verschillende systemen met elkaar interageren. Dit kan zijn: een mens en een computer , maar ook twee verschillende softwareprogramma's.
FR: http://nl.wikipedia.org/wiki/Interface

Integriteit

USE: integriteit
RT: authenticiteit
DEF: Integriteit is een kwaliteit van een document, waardoor aangetoond kan worden dat het document volledig en ongewijzigd en vrij van verlies, vervalsing of corruptie.
Een digitaal document is integer als het dezelfde bitsequentie bevat als toen het gemaakt werd.
SRC: Lynch, Clifford, A., Authenticity and Integrity in the Digital Environment: An Exploratory Analysis of the Central Role of Trust., in: Authenticity in a Digital Environment, Council on Library and Information Resources, 2000
SRC: SAA: integrity
FR: W3C: integrity
FR: Archiefwiki: integriteit

Juridische metadata

USE: juridische metadata
BT: administratieve metadata
BT: metadata
RT: structurele metadata
RT: descriptieve metadata
RT: technische metadata
RT: preserveringsmetadata
RT: metadatastandaard
DEF: Juridische metadata zijn administratieve metadata die betrekking hebben op juridische aspecten van het digitale object. Hieronder vallen zaken als auteursrechten en licenties.
SRC: http://www.niso.org/publications/press/UnderstandingMetadata.pdf

Kleurruimte

USE: kleurruimte
UF: kleursysteem
DEF: Een kleurruimte is een manier om een kleur te beschrijven. Dit hangt af van het doel (scherm of drukwerk), maar ook van eventuele compressievoorwaarden.

Een abstract wiskundig model om kleuren te beschrijven als een combinatie van cijfers. Een kleurruimte is een meetkundige figuur die een verzameling kleuren afbakent binnen het kleurspectrum. Dit maakt het mogelijk om een kleur te coderen met behulp van drie of vier waarden die de coördinaten vormen van een punt binnen die meetkundige figuur.
SRC: [http://en.wikipedia.org/wiki/Color_space wikipedia: color space
FR: PACKED: kleurruimte.

LAMP

USE: LAMP
DEF: LAMP is een configuratie van een aantal open source pakketten die vaak samen gebruikt worden om dynamische websites met te ontwikkelen.

  • Linux, het besturingssysteem;
  • Apache, de webserver;
  • Standaard:MySQL, het database management systeem (of databaseserver);
  • Standaard:PHP, Perl en/of Python

FR: http://en.wikipedia.org/wiki/LAMP_(software_bundle)

Levenscyclus digitale data

USE: levenscyclus digitale data
UF: life cycle
DEF: De levenscyclus digitale data is onderverdeeld in negen stadia, van voorbereiding van fysieke collecties voor digitalisering tot het duurzaam toegankelijk houden van gegevens. Deze stadia zijn weer onderverdeeld: zo is beschrijving opgedeeld in de rubrieken metadata, inhoudelijke ontsluiting en identificatie. De levenscyclus is gekoppeld aan de kwaliteitscyclus.

  • Interoperabiliteit:

Het vermogen van systemen en software om (meta)data onderling uit te wisselen op basis van een gemeenschappelijke set procedures. Dergelijke automatische uitwisseling maakt het mogelijk om gemeenschappelijke informatiesystemen als erfgoedportals te bouwen en actueel te houden

  • Opslag

Een erfgoedinstelling dient diverse specificaties voor de opslag van gedigitaliseerde bronnen ter harte te nemen, om de beschikbaarheid en vindbaarheid van de bronnen te garanderen. Het betreft specificaties voor databases, fysieke opslag en kwaliteitsbewaking.

  • Presentatie

Het gaat over de manier waarop digitale gegevens aan de gebruiker getoond worden. Bij het inrichten en onderhouden van een website of een andere informatiedienst is het verstandig om inhoud en presentatie gescheiden van elkaar te houden. Deze scheiding moet het mogelijk maken om de informatie op maat te kunnen presenteren aan verschillende doelgroepen en om andere vormen van gebruik te ondersteunen, zoals personificatie en hergebruik in andere informatiediensten.

  • Toegang

De wijze van beschrijven en opslag moet hergebruik van gegevens kunnen ondersteunen. Een informatiesysteem mag geen ‘gesloten doos’ (‘black box’) zijn. Zoekmachines en andere informatiesystemen moeten de gegevens kunnen bevragen. Bij voorkeur ondersteunt het informatiesysteem de technieken die gebruikt worden om gedistribueerd opgeslagen data te verzamelen via één enkele zoekactie.

  • Vervaardiging

Een erfgoedinstelling dient breed geaccepteerde specificaties voor de vervaardiging van digitale data ter harte te nemen, om te garanderen dat de resultaten van hoge kwaliteit zijn. Het betreft specificaties voor documentformats, ICT-platforms en kwaliteitscontrole. In 2008 stelt DEN in DE BASIS de minimale eisen voor digitaal erfgoed vast voor de thema's vervaardiging en digitale duurzaamheid.

  • Voorbereiding fysieke collecties

Voorafgaand aan ieder digitaliseringstraject moet een fase plaatsvinden waarin de fysieke collectie onderworpen wordt aan een zorgvuldige materiaalanalyse en selectie van objecten uit de collectie. De conclusies uit het digitaliseringsplan dienen hierbij in acht genomen te worden. Zo kan bepaald worden wat op welke manier, volgens welke specificaties gedigitaliseerd moet worden, en welke kosten daarbij te verwachten zijn.
SRC: http://www.den.nl/abc/Levenscyclus-digitale-data/

Licentie

USE: licentie
NT: creative commons
DEF: Formele of wettelijke toestemming om iets te doen of te gebruiken. Voor het gebruik van computerprogramma's moeten vaak licentiekosten betaald worden.
SRC:http://www.den.nl/abc/Licentie/

Linked open data

USE: linked open data
DEF: Het doel van Linked Open Data (LOD) is te komen tot een internet dat beter leesbaar is voor machines. Hierdoor zullen zoekmachines beter in staat zijn verbanden te leggen tussen digitale objecten. Dat leidt er dan weer toe dat informatie beter vindbaar wordt op internet. De basisprincipes van LOD werden vastgelegd door Tim Berners-Lee:

  • gebruik URI's als naam om naar dingen op het web te verwijzen;
  • gebruik Standaard:HTTP URI's zodat die dingen kunnen op het web kunnen worden gevonden;
  • zorg voor bruikbare informatie bij een URI;
  • neem links naar andere URI's op, zodat men dingen kunnen worden ontdekt.

SRC: http://www.den.nl/thema/129/
FR: http://blogs.loc.gov/digitalpreservation/2011/06/linked-open-data-a-beckoning-paradise/

Linkrot

USE: link rot
UF: dode link
DEF: Link rot is een fenomeen dat optreedt wanneer de pagina waar een url naar verwijst niet meer bestaat. Dit kan vermeden worden door persistente identifiers (PID) te gebruiken.

Linux

USE: Linux
DEF: Linux zijn Unix-achtige open source computerbesturingssystemen die zijn gebaseerd op de POSIX-standaard. Linuxvarianten worden Linuxdistributies genoemd en zijn meestal gratis verkrijgbaar.
SRC: https://en.wikipedia.org/wiki/Linux

Locatieve media

USE: locatieve media
RT: geografisch informatiesysteem
DEF: Locatieve media zijn apparaten die gebruik maken van technologieën voor geografische plaatsbepaling, zoals het Global Positioning System (GPS), mobiele telefoons, draadloze laptops, RFID en andere systemen voor mobiele communicatie. Deze technologieën stellen mensen in staat om zichzelf en anderen op een digitale plattegrond te lokaliseren en om informatie over de locatie waar ze zich bevinden op te vragen.
SRC: http://www.den.nl/abc/Locatieve-media/

Lossless datacompressie

USE: lossless datacompressie
UF: lossless compressie
BT: datacompressie
RT: lossy datacompressie
DEF: Datacompressie is een techniek die met behulp van compressie-algoritmes de hoeveelheid data bij opslag vermindert. Bij lossless datacompressie zorgt het algoritme ervoor dat de originele data exact gereconstrueerd kunnen worden uit de gecomprimeerde. Bij lossless datacompressie is er dus geen kwaliteitsverlies. Tegenover lossless datacompressie staat lossy datacompressie, waarbij de originele data slechts bij benadering gereconstrueerd kunnen worden.
FR: http://en.wikipedia.org/wiki/Lossless_data_compression

Lossy datacompressie

USE: lossy datacompressie
UF: lossy compressie
BT: datacompressie
RT: lossless datacompressie
DEF: Datacompressie is een techniek die met behulp van compressie-algoritmes de hoeveelheid data bij opslag vermindert. Bij lossy datacompressie is het zo dat de compressie steeds gepaard gaat met een verlies aan data. De originele data kunnen dus niet exact gereconstrueerd worden uit de gecomprimeerde versie. Tegenover lossy datacompressie staat lossless datacompressie, waarbij dat wel het geval is de compressie niet zorgt voor data- en dus kwaliteitsverlies.
FR: http://en.wikipedia.org/wiki/Lossy_data_compression

MAM

USE: MAM
FT: Media Asset Management
DEF: Media Asset Management systeem (MAM) is een subcategorie binnen Glossarium:DAM-systemen. Het wordt gebruikt voor het beheer van audio, video en andere mediabestanden. Net zoals een DAM-systeem omvat een MAM-systeem een geheel van activiteiten die ondernomen worden om zowel de opslag, beschrijving, opvraging en distributie van digital assets adequaat te laten verlopen.
FR: http://en.wikipedia.org/wiki/Digital_asset_management

Mailserver

USE: mailserver
BT: server
DEF: Een mailserver is een server die verantwoordelijk is voor het verwerken van e-mail. Een andere, meer technische benaming is Mail Transfer Agent (MTA).
SRC: https://nl.wikipedia.org/wiki/Mailserver

Mapping

USE: mapping
DEF: Een procedure waarbij elementen in een gestructureerde dataset (bijvoorbeeld een metadataschema) gekoppeld worden aan elementen in een andere dataset. Op basis van een 'mapping' kan een computerprogramma geschreven worden dat dergelijke koppelingen voortaan automatisch uitvoert.
SRC: http://www.den.nl/abc/Mapping/

Mash-up

USE: mash-up
DEF: Een web 2.0-applicatie of website die bestaande informatie combineert tot een nieuwe online service. Bestaande data, zoals bijvoorbeeld foto’s van Flickr, video’s van Youtube, kaarten van Google, boeken of muziekbestanden kunnen zo in een andere presentatie hergebruikt worden. Daarvoor moet de informatie wel beschikbaar gemaakt zijn voor mash-ups.
SRC: http://www.den.nl/abc/Mash-up/

Metadata

USE: metadata
NT: administratieve metadata
NT: structurele metadata
NT: technische metadata
NT: preserveringsmetadata
NT: descriptieve metadata
NT: juridische metadata
RT: metadatastandaard
DEF: Metadata zijn gestructureerde gegevens over identificatie, beheer, aard, gebruik en bewaarplaats van fysieke of digitale bronnen.
Er zijn drie categorieën metadata:

  • descriptieve metadata: gegevens voor het identificeren, contextualiseren en vinden van bronnen;
  • structurele metadata: gegevens die de relatie vastleggen tussen individuele bron die gezamenlijk een eenheid vormen;
  • administratieve metadata: gegevens over het beheer van de bron, m.n. rechtenbeheer, preservering en conservering, en technische kenmerken van de bron.

SRC: http://www2.archivists.org/glossary/terms/m/metadata
SRC: http://www.den.nl/abc/Metadata/
SRC: http://openaccess.be/glossary/
FR: http://www.niso.org/publications/press/UnderstandingMetadata.pdf
FR: http://www.abc-clio.com/ODLIS/odlis_m.aspx#metadata
FR: http://www.w3.org/People/Berners-Lee/Weaving/glossary.html
FR: http://www.dpconline.org/advice/preservationhandbook/introduction/definitions-and-concepts

Metadatastandaard

USE: metadatastandaard
RT: metadata
NT: standaarddatastructuur
NT: standaardbeschrijvingsregels
NT: standaardterminologie
DEF: Een metadatastandaard is een geheel van erkende afspraken, specificaties of criteria voor het creëren en structureren van metadata. Metadatastandaarden worden ontwikkeld, gepubliceerd en erkend om metadata binnen een gemeenschap beter uitwisselbaar te maken.
SRC: http://nl.wikipedia.org/wiki/Norm_(standaard)
SRC: http://framework.niso.org/node/24

Moederbestand

USE: moederbestand
UF: master
UF: masterfile
RT: reproductiebestand
RT: raadplegingsbestand
RT: archiveringsbestand
DEF: Een moederbestand is een digitale kopie waarvan verder kopieën worden afgeleid.
SRC: SAA: master
FR: DOCAM: master
FR: ODLIS: master

Migratie

USE: migratie
RT: emulatie
RT: transcodering
DEF: Migratie is het verplaatsen van data van het éne systeem naar het andere. Dit wordt aangewend als duurzaamheidsstrategie om digitale informatie voor de lange termijn bruikbaar te houden, door het geschikt te maken voor nieuwe (versies van) software of computers. Op basis van migratietechnieken worden bestanden overgezet van een verouderd systeem naar een nieuwer, met zo veel mogelijk behoud van authenticiteit.
SRC: http://www.den.nl/abc/Migratie/
FR: http://www.archiefwiki.org/wiki/Migratie
FR:http://www.docam.ca/en/see-the-glossaurus.html
FR: http://www2.archivists.org/glossary/terms/m/migration

Museumcatalogus

USE: museumcatalogus
RT: bibliotheekcatalogus
RT: online public access catalog
DEF: Een museumcatalogus is een volledige lijst van de werken die een museum bezit. Naast een aantal formele eigenschappen wordt in een museumcatalogus erg de nadruk gelegd op de inhoudelijke beschrijving, i.e. het afgebeelde. In tegenstelling tot een bibliotheekcatalogus bevat een museumcatalogus eerder beschrijvingen van unieke exemplaren.

NAS

USE: NAS
FT: Network Attached Storage
RT: RT: SAN
DEF: Network Attached Storage (NAS) is een opslagmedium dat op het netwerk aangesloten is. Dit systeem maakt gebruik van het TCP/IP protocol voor de dataoverdracht. NAS-apparaten zijn volwaardige fileservers. Bij NAS wordt het bestandssysteem beheerd vanuit het NAS systeem zelf, in tegenstelling tot Glossarium:SAN, waarbij het bestandssysteem beheerd wordt door servers. NAS systemen kunnen gebruikmaken van meerdere harde schijven die vaak in RAID staan.
SRC:http://nl.wikipedia.org/wiki/Network-attached_storage

OCR

USE: OCR
FT: optical character recognition
DEF: Optical Character Recognition, ofwel optische tekenherkenning, is een methode om geautomatiseerd tekens in een afbeelding te herkennen. Dit heeft als grootste voordelen dat de tekst voor machines hanteerbaar wordt (doorzoekbaar, indexeerbaar) en dat de grootte van het bestand ernstig gereduceerd kan worden.
SRC: http://www2.archivists.org/glossary/terms/o/optical-character-recognition
FR: http://www.impact-project.eu/faqs/impact-strategic-faq-answers/#c517

Obsoleet

USE: obsoleet
DEF: Obsoleet betekent letterlijk 'verouderd, in onbruik geraakt'.
SN: De term wordt gebruikt voor in onbruik geraakte bewaar- en afspeelapparatuur. In onbruik geraakte apparatuur heeft tot gevolg dat gegevens op de bijpassende gegevensdragers niet meer uitgelezen kunnen worden.
FR: http://www.docam.ca/en/see-the-glossaurus.html

Offline

USE: offline
RT: online
DEF: Het niet verbonden zijn met een computernetwerk. Offline informatie wordt bewaard op een medium dat niet is aangesloten op een netwerk, zoals een CD-ROM. Deze informatie moet dus eerst worden gekoppeld aan of overgezet naar de netwerkomgeving voordat raadpleging mogelijk is.
SRC: http://www.den.nl/abc/Offline/
FR: http://www2.archivists.org/glossary/terms/o/offline

Offline browser

USE: offline browser
DEF: Met offline browsers kan je websites volledig of gedeeltelijk kopieren. Het is dus geen browser in de klassieke betekenis, maar een programma dat een door een website navigeert en een kopei van elke pagina bewaart. De kopie kan gebruikt worden om de website te archiveren of om de website te kunnen raadplegen wanneer er geen internetverbinding beschikbaar is. Een gekopieerde (gearchiveerde) website biedt meestal niet dezelfde navigatie- en zoekmogelijkheden als de oorspronkelijke website.

Online

USE: online
RT: offline
DEF: Het direct verbonden zijn aan een netwerk. De informatie is opgeslagen op een netwerkserver die direct toegankelijk is, zodat de gegevens onmiddellijk getoond kunnen worden.
SRC: http://www.den.nl/abc/Online/
FR: http://www2.archivists.org/glossary/terms/o/online-storage

Online public access catalog

USE: OPAC
FT: online public access catalog
UF: iPAC
UF: internet public acces catalog
RT: bibliotheekcatalogus
RT: museumcatalogus
DEF:Een online public access catalog maakt van een catalogus of de thesaurus online beschikbaar. Bibliotheekmedewerkers en het publiek hebben gewoonlijk toegang via computers in de bibliotheek en vanaf thuis (of waar dan ook) via het Internet. OPAC's maken vaak deel uit van een geïntegreerd bibliotheeksysteem.
FR: http://www.den.nl/abc/Online-Public-Access-Catalog/

Ontologie

USE: ontologie
RT: terminologie
RT: gecontroleerde termenlijst
RT: glossarium
RT: thesaurus
RT: vocabularium
DEF: Een ontologie is een formele voorstelling van alle concepten in een bepaald kennisdomein, hun eigenschappen en hun onderlinge relaties. In de informatica worden ontologieën gebruikt om kennis te organiseren in een informatie systeem.
SRC: WIKIPEDIA: ontology (information science)
FR: DEN: ontologie
FR: SAA: ontology

Open standaard

USE: open standaard
BT: standaard
DEF: Een open standaard voldoet aan volgende voorwaarden:

  • De standaard is goedgekeurd en wordt onderhouden door een non profit organisatie. Verdere ontwikkeling gebeurt op basis van een open besluitvormingsprocedure.
  • De standaard is gepubliceerd en over het specificatie document van de standaard kan vrijelijk worden beschikt (al dan niet tegen betaling).
  • Er berusten geen juridische beperkingen (zoals patenten) op het gebruik van de standaard.

SRC: http://www.den.nl/abc/Open-standaard/
FR: http://www.forumstandaardisatie.nl/open-standaarden/over-open-standaarden/
FR: https://www.ictu.nl/archief/noiv.nl/open-standaarden-en-open-source/wat-zijn-open-standaarden/index.html

Open VLACC

USE: open VLACC
FT: open Vlaamse centrale catalogus
RT: bibliothekcatalogus
DEF:Open Vlacc is één centraal bibliografisch achtergrondbestand met als doel een beschrijving te voorzien voor alle materialen die typisch zijn voor een openbare bibliotheekcollectie. Een bibliotheek moet daardoor op het moment dat zij een boek, cd, dvd, … wil opnemen in haar collectie, een beschrijving uit Open VLACC kunnen overnemen zodat het catalogiseerwerk niet in elke bibliotheek opnieuw moet gebeuren.
SRC: http://www.bibnet.be/portaal/Bibnet/Open-Vlacc/Open_Vlacc/

Opensourcesoftware

USE: opensourcesoftware
RT: FOSS
DEF: Software waarvan broncode beschikbaar is en aangepast mag worden. De rechten voor het gebruik van de software sluiten geen personen of groepen uit. Het verspreiden, kopiëren en wijzigen van de software is toegestaan en er hoeft geen licentiebedrag te worden betaald. Opensourcesoftware biedt een garantie voor de toepassing van open standaarden.
SRC: http://www.den.nl/abc/Open-Source-software/
FR: http://nl.wikipedia.org/wiki/Opensourcesoftware
FR: http://www2.archivists.org/glossary/terms/o/open-source-software

Opmaak

UF: markup
USE: opmaak
DEF: Structurering van tekstdocumenten. Opmaak wordt gebruikt om onderdelen van een tekst te markeren ten behoeve van zoekfuncties of presentatie. Het kan gaan om het onderscheiden van elementen binnen een tekst (bijvoorbeeld een hoofdstuk of een paragraaf), maar ook om inhoudelijke kenmerken (bijvoorbeeld een persoonsnaam of een tijdsaanduiding) aan te geven.
SRC: http://www.den.nl/abc/Mark-up/

Optische media

USE: optische media
DEF: Optische media zijn informatiedragers die uitgelezen kunnen worden door middel van een laser. De meeste gangbare optische media zijn slechts in beperkte mate te gebruiken als bewaarmiddel voor digitale data. De kwaliteit van de fabricage, druk- of brandproces en opdruk behoren tot de aspecten die de levensduur van bijvoorbeeld een cd-rom bepalen.
FR: http://www.cdduplicator.nl/uitleg/cd-techniek-1.html
FR: http://www.edavid.be/davidproject/teksten/Richtlijn2.pdf

Preserveringsbeleid

USE: preserveringsbeleid
DEF: Het geheel van activiteiten dat zorgt voor het technische en intellectuele behoud van digitale informatieobjecten. SRC: ED3

Preserveringsmetadata

USE: preserveringsmetadata
BT: metadata
BT: administratieve metadata
RT: structurele metadata
RT: descriptieve metadata
RT: juridische metadata
RT: technische metadata
RT: metadatastandaard
DEF: Preserveringsmetadata zijn metadata die de bewaring van het object moeten garanderen. Dit houdt informatie in over de staat van het object, maar ook checksums, informatie over back-ups, e.d. in. Preserveringsmetadata worden meestal beschouwd als een subset van administratieve metadata
FR: Wat zijn preserveringsmetadata?

Pulscodemodulatie

USE: Pulscodemodulatie
UF: Linear pulse code modulation
AB: PCM
DEF: Pulscodemodulatie (PCM) is een digitale voorstelling van een analoog signaal, waarbij de signaalwaarde op regelmatige tijdstippen bemonsterd wordt, en gekwantiseerd tot een serie waarden in een digitale (om precies te zijn binaire) code. PCM wordt gebruikt in digitale telefoonsystemen en is ook de standaardopslagvorm van digitaal geluid in computers, in verschillende bestandsformaten en op CD.
SRC: http://nl.wikipedia.org/wiki/Pulscodemodulatie

Peer-to-peer

RT: P2P
USE: peer-to-peer
DEF: Type netwerk waarbij de aangesloten computers gelijkwaardig zijn, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een client-servernetwerk, waar sprake is van een centrale computer van waaruit gegevens worden gedistribueerd. P2P-netwerken zijn vooral nuttig voor een open uitwisseling van gegevens tussen computers van particulieren. In een P2P-netwerk wordt dynamisch vastgesteld welke computers op dat moment zijn aangesloten. Vanaf die computers kunnen gegevens opgehaald worden.
SRC: http://www.den.nl/abc/Peer-to-peer/
FR: http://nl.wikipedia.org/wiki/Peer-to-peer

Persistent Identifier

USE: persistent identifier
AB: PID
DEF: Met een ‘Persistent Identifier’ krijgt elk digitaal object een nummer dat tot het einde der tijden dit digitaal object representeert. Zo wordt ook voorkomen dat citaties niet meer leiden naar de bedoelde publicatie, omdat het webadres is veranderd. Het persistente nummer verwijst altijd naar het digitale object, ongeacht de veranderende onderliggende ‘locator’ technologie. Nu zijn het nog webadressen, in de toekomst kan de locatie van een object totaal anders zijn.
SRC: http://www.surffoundation.nl/nl/themas/openonderzoek/infrastructuur/Pages/persistentidentifier.aspx
FR: http://www.rsp.ac.uk/documents/briefing-papers/2011/PersistentIdentifiers_RSP_0811.pdf
FR: Toekennen_Persistent_Identifier
FR: Persistente links en persistente identificatie

Portaal

USE: portaal
DEF: Een portaalsite is een website die diverse gerelateerde aanbieders van informatie in een overzicht presenteert.
SRC: http://www.den.nl/abc/Portal/
FR: http://www2.archivists.org/glossary/terms/p/portal
FR: http://nl.wikipedia.org/wiki/Portaal_(internet)

Preservering

USE: preservering
RT: conservering
RT: restauratie
BT: emulatie
BT: migratie
BT: integriteit
BT: authenticiteit
DEF: Preservering is het ingrijpen in de omgevingsfactoren en de procedures voor de hantering van een document om het risico op schade aan documenten tegen te gaan of zo beperkt mogelijk te maken.
De preservering van digitale documenten tracht zowel de omgevingsfactoren die van invloed zijn op de bitsequentie als die van invloed zijn op de representatie van de bitsequentie te beheersen (emulatie). Digitale documenten vereisen bijzondere aandacht wat betreft hun toegankelijkheid, integriteit en authenticiteit op midden en lange termijn, als gevolg van de veranderingen in of het obsoleet worden van de onderliggende technologie.
SRC: http://www.abc-clio.com/ODLIS/odlis_p.aspx#preservation
SRC: http://www.abc-clio.com/ODLIS/odlis_d.aspx#digitalpreservation
FR: http://www.dpconline.org/advice/preservationhandbook/introduction/definitions-and-concepts
FR: http://www2.archivists.org/glossary/terms/p/preservation
FR: http://www.archiefwiki.org/wiki/Preservering
FR: http://groups.google.com/group/ltdprm/browse_thread/thread/dca55e3893ded907?hl=en#

Protocol

USE: protocol
DEF: Een set regels waaraan computers zich moeten houden om ze met elkaar te laten communiceren, bijvoorbeeld om gegevens uit te wisselen of een applicatie te starten.
SRC: http://www.den.nl/abc/Protocol/
FR: http://www.archivists.org/glossary/term_details.asp?DefinitionKey=1299
FR: http://nl.wikipedia.org/wiki/Protocol#Communicatieprotocollen

Publiek domein

USE: publiek domein
RT: auteursrecht
RT: juridische metadata
DEF: Werken die tot het publiek domein behoren zijn werken waarop geen auteursrechten (meer) van toepassing zijn.
FR: http://en.wikipedia.org/wiki/Public_domain

Raadplegingsbestand

USE: raadplegingsbestand
UF: raadplegingsformaat
UF: raadplegingskopie
UF: gebruikskopie
RT: moederbestand
RT: archiveringsbestand
RT: reproductiebestand
DEF: Een raadplegingsbestand is een digitale kopie die gebruikt wordt om een document digitaal ter beschikking te stellen.
De kwaliteit van een raadplegingsbestand wordt bepaald door de aard van het gebruik, zoals bv. projectie op een groot scherm, afspelen op een beeldscherm of streaming via het internet. De kwaliteit is vaak veel lager dan die van het archiverings- en/of reproductiebestand om de opslagcapaciteit en de benodigde bandbreedte beperkt te houden en het document makkelijker raadpleegbaar te maken.
Raadplegingsbestand worden enkel bewaard en beheerd voor de termijn van het beoogde gebruik.
SRC: NA: distribution copy
FR: SAA: access copy
FR: ODLIS: access copy
FR: ODLIS: service copy

Radio Frequency Identification

USE: RFID
AB: RFID
FT: radio frequency identification

Ranking

USE: ranking
UF: pageranking
UF: googleranking
DEF: De rangschikking van zoekresultaten in een informatiesysteem. Er zijn diverse criteria waarop de rangschikking gebaseerd kan worden:

  • hoe vaak het woord waarmee gezocht is voorkomt in de bron (bijvoorbeeld een tekstdocument);
  • de plaats van het woord in de bron (bijv. in de titel, in een voetnoot of in het internetadres;
  • hoe vaak de bron door anderen is geraadpleegd;
  • hoe vaak er met hyperlinks naar wordt verwezen vanuit andere bronnen.

Hoe beter een bron voldoet aan de criteria, des te hoger zal hij in de lijst van zoekresultaten getoond wordt.
SRC: http://www.den.nl/abc/Ranking/
FR: http://en.wikipedia.org/wiki/Ranking

Rasterafbeelding

USE: rasterafbeelding
UF: rasterbeeld
UF: bitmap
RT: vectorafbeelding
DEF: Bij een rasterafbeelding wordt de afbeelding beschreven als een geheel van punten waarvan de kleur gedefinieerd wordt. Het nadeel is dat bij vergroten de individuele punten (pixels) zichtbaar worden. Een alternatief zijn vectorafbeeldingen.

RDF triple store

USE: RDF triple store
UF: triplestore
BT: RDF
DEF: RDF Triple Stores zijn opslagsystemen (databases) voor metadata die in RDF zijn uitgedrukt. RDF kenmerkt zich door het gebruik van drie elementen ('triple'): object-eigenschap-waarde.
FR: http://en.wikipedia.org/wiki/Triplestore

Rechtenmetadata

USE: juridische metadata

Reductiefactor

USE: reductiefactor
DEF: Aanduiding van de verhouding waarin de reproductie het originele document verkleind weergeeft. De reductiefactor is een belangrijk gegeven in microfotografie, waarbij originele documenten gefotografeerd worden en verkleind vastgelegd worden op diapositief of microfilom.
SRC: ODLIS:reduction ratio
FR: SAA: reduction ratio

Redundant Array of Independent Disks (RAID)

USE: RAID
DEF: RAID is een afkorting van redundant array of independent disks. In een RAID worden meerdere harde schijven tot een logische eenheid samengevoegd. Het doel is de veiligheid en/of de snelheid van de opslag te verbeteren. De gegevens worden doorgaans op meer dan één schijf opgeslagen (redundant), zodat een probleem met één schijf niet meteen tot gegevensverlies leidt. Deze verdeling kan op verschillende manieren en volgens verschillende niveaus, die aangeduid worden met een nummer (van 0 tot 6). RAID5 gebruikt minsten drie schijven, RAID1 gebruikt er twee. RAID0 gebruikt slechts een schijf, maar zorgt wel voor prestatieverbetering tegenover een gewone harde schijf (HD), maar is echter ook minder veilig.
SO: http://en.wikipedia.org/wiki/RAID

Registratiesoftware

USE: registratiesoftware
DEF: Software voor het digitaal registeren en beheren van erfgoedcollecties. Er bestaan verschillende soorten pakketten voor verschillende sectoren. Goede pakketten kunnen zorgen voor standaardisatie. Vaak zijn de velden binnen een systeem gebaseerd op een standaard, zoals basisregistratie (of een uitbreiding daarvan) of Dublin Core.
DEF: http://www.den.nl/abc/Registratiesofware/

Repository

USE: repository
UF: repertorium
RT: digitaal depot
DEF: Opslagvoorziening voor (meestal wetenschappelijke) publicaties en andere (bijbehorende) digitale objecten, zoals videobestanden. In tegenstelling tot een digitaal depot hoeft een repository geen voorzieningen te hebben om de duurzaamheid van de bestanden voor de lange termijn te garanderen.
SRC: http://www.den.nl/abc/Repository/
FR: http://www2.archivists.org/glossary/terms/r/repository

Reproductiebestand

USE: reproductiebestand
UF: reproductieformaat
UF: distributiekopie
UF: submaster
UF: dubmaster
RT: raadplegingsbestand
RT: moederbestand
RT: archiveringsbestand
DEF: Een reproductiebestand is een digitale kopie van het oorspronkelijke (digitale of analoge) document of van een archiveringsbestand, waarvan de kwaliteit voldoende hoog is om de inhoud van het document op een betekenisvolle manier toegankelijk te maken.
Reproductiebestanden worden gebruikt als moederbestand voor het maken van verschillende soorten raadplegingsbestanden. De kwaliteit is voldoende hoog om aan de hoogste gebruikersnoden te voldoen, maar niet voldoende om het oorspronkelijke document te vervangen in geval van vernietiging of beschadiging.
Reproductiebestanden worden bij voorkeur bewaard in een beveiligde opslagomgeving en zijn doorgaans enkel ter beschikking via het intranet van een bewaarinstelling.
SRC: National Archives: Reproduction Master File
FR: DOCAM: submaster
FR: ODLIS: print master

Resolutie

USE: resolutie
DEF: Resolutie is de term die gebruikt wordt om het aantal beeldpunten (pixels) per oppervlakte-eenheid (veelal inches) aan te geven. Resolutie is een maat voor de kwaliteit van de afbeelding. Voor weergave op een scherm spreken we over pixels per inch (PPI), voor drukwerk over dots per inch (DPI).
FR: http://www.den.nl/abc/Resolutie/
FR: http://nl.wikipedia.org/wiki/Resolutie_(digitale_beeldverwerking)

Restauratie

USE: restauratie
RT: preservering
RT: conservering
DEF: Restauratie is ingrijpen in het document om het fysische, chemische en/of biologische afbraakproces om te keren en het document te herstellen in zijn oorspronkelijk gedaante.
Restauratie van digitale documenten kan een herstelling zijn van fysieke drager (bvb plakken van een magneetband) om de toegankelijkheid van de bitsequentie te verzekeren, of het herstellen van de bitsequentie zelf door het verloren stuk van de codering te reconstrueren.
SRC: http://nfsa.gov.au/preservation/glossary/restoration
SRC: http://www2.archivists.org/glossary/terms/r/restoration
FR: http://www.archiefwiki.org/wiki/Restaureren

RFID

FT: radio frequency identification
USE: RFID
AB: RFID
DEF: Technologie waarmee via radiofrequenties informatie uit chips kan worden gelezen, meestal ten behoeve van identificatie van objecten of personen. De chips zijn opgenomen in RFID-labels of RFID-tags. Een RFID systeem bestaat uit de combinatie van RFID-labels en een lezer.
HN: In de toekomst vervangen deze misschien de klassieke barcode
FR: http://www.den.nl/abc/Radio-Frequency-Identification/
FR: http://en.wikipedia.org/wiki/Radio-frequency_identification

Sample rate

USE: bemonsteringsfrequentie

SAN

AB: SAN
USE: SAN
FT: storage area network
DEF: In de IT is een Storage Area Network (SAN) een architectuur die dient als koppeling tussen servers (initiator) en opslagapparaten (target). Denk hierbij aan disk arrays, tape libraries and optical jukeboxes. Dit gebeurt op zo'n manier dat het voor het besturingssysteem lijkt alsof het opslagapparaat direct is aangesloten. Omdat de server en opslag fysiek van elkaar zijn losgekoppeld is het beheer van het opslagsysteem eenvoudig uit te voeren zonder de server uit bedrijf te nemen.
SRC: http://nl.wikipedia.org/wiki/Storage_area_network

Scope note

USE: scope note
DEF: De scope note omschrijft de betekenis en de gebruiksmogelijkheden die een concept of term in een thesaurus heeft. Het verschilt van een definitie in een woordenboek in het feit dat het niet alle betekenissen van een woord wil noemen maar het één enkele betekenis vastlegt.
SRC: http://www.aat-ned.nl/toelichting-op-de-aat/richtlijnen
SRC: BDI-terminologie / P.J. van Swigchem en E.J. Slot

Semantisch web

USE: semantisch web
UF: web 3.0
RT: Linked Data RT: Open Data DEF:Derde generatie websites, die in staat moeten zijn betekenisvolle informatie tussen servers uit te wisselen zonder menselijke tussenkomst. Een web dat internetpagina’s kan begrijpen. De betekenisgeving wordt meestal gebaseerd op gestructureerde annotaties of metadata. Door de overeenkomende structuren kunnen automatisch inhoudelijke relaties binnen en tussen documenten worden gelegd en baseert zich daarvoor op de principes van Linked Open Data. Het semantisch web is nog in ontwikkeling.
SRC: http://www.den.nl/abc/Web-3.0/
SRC: http://nl.wikipedia.org/wiki/Semantisch_web/
FR: http://www.w3.org/standards/semanticweb/

Server

USE: server
UF: host
DEF: Een computer die diensten verleent aan andere computers in een netwerk. De server wordt vaak aangeduid met een verwijzing naar het soort diensten dat verleend wordt. Een fileserver stelt harddiskruimte beschikbaar voor opslag van documenten, een webserver maakt documenten beschikbaar op het web, een mailserver ontvangt en verstuurt e-mail.
SRC: http://www.den.nl/abc/Server/
FR: http://nl.wikipedia.org/wiki/Server

Social bookmarking

USE: social bookmarking
RT: folksonomy
DEF: Het online en openbaar opslaan van verwijzingen naar bijvoorbeeld favoriete websites, foto’s, of berichten met de bedoeling de gegevens met anderen te delen.
SRC: http://www.den.nl/abc/Social-bookmarking/
FR: http://nl.wikipedia.org/wiki/Social_bookmarking

Software distributie

UF: distro
UF: distributie
DEF: Een geheel van bij elkaar horende softwarepakketjes die min of meer klaar zijn voor gebruik en samen een toepassing vormen. Soms is dit in de vorm van een installatiepakket (een programma dat er voor zorgt dat alle onderdelen op de juiste plaats worden geïnstalleerd en dat eventuele aanpassingen in het besturingssysteem doorvoert). In andere gevallen moet de gebruiker zelf nog aanpassingen aan de installatie uitvoeren. Aanvankelijk duidde 'distributie' op verschillende versies van het open source besturingssysteem Linux. De term wordt nu in een bredere betekenis gebruikt, vooral in de context van Open Source software (OSS).
SO: http://en.wikipedia.org/wiki/Software_distro

SRU

USE: SRU
AB: SRU
FT: search and retrieve URL service
SRU is een eenvoudig toe te passen standaard om 'realtime' informatie van een of meer contentleveranciers op te halen met behulp van een zoekopdracht ('query'). Erfgoedinstellingen die gedigitaliseerd erfgoed via SRU vindbaar maken, maken het mogelijk dat hun data (zowel metadata als digitale objecten) in wisselende presentaties aan eindgebruikers kunnen worden getoond.
SRC: http://www.den.nl/abc/Search-and-Retrieve-URL-Service--/
FR: http://www.loc.gov/standards/sru/

Standaard

USE: standaard
DEF: Officiële, nationaal of internationaal overeengekomen afspraak (geregistreerd bij een standaardisatie-instituut als ISO) of een in de praktijk algemeen gebruikte afspraak (‘de facto standaard’). Door standaarden neemt de mogelijkheid tot uitwisseling en samenwerking toe. Standaarden ondersteunen efficiënte informatieverwerking, zowel binnen een instelling (bijvoorbeeld om informatie uit diverse eigen bronnen te kunnen combineren of bij het overstappen op een ander informatiesysteem) als tussen samenwerkende instellingen (bijvoorbeeld bij het onderhouden van gemeenschappelijke informatiediensten).
SRC: http://www.den.nl/abc/Standaard/
FR: http://www2.archivists.org/glossary/terms/s/standard

Standaardbeschrijvingsregels

USE: standaardbeschrijvingsregels
UF: metadata content standard
BT: metadata standaard
DEF: Standaardbeschrijvingsregels zijn een gepubliceerde reeks formele afspraken voor de inhoud, volgorde en syntax van gegevens. Standaardbeschrijvingsregels verzekeren de inhoudelijke consistentie en uitwisselbaarheid van gegevens over een bepaalde categorie objecten, documenten of bronnen.
FR: Voorbeelden zijn het Move Invulboek, Standaard:CCO of Standaard:RDA. In het luik standaarden vind je een overzicht van dergelijke standaarden.
FR: http://framework.niso.org/node/24

Standaarddatastructuur

USE: standaarddatastructuur
UF: metadata structure standard
BT: metadata standaard
RT: datastructuur
DEF: Een gepubliceerde datastructuur voor een bepaalde categorie objecten, documenten of bronnen. Een standaarddatastructuur verzekert de formele consistentie en uitwisselbaarheid van gegevens over een bepaalde categorie objecten, documenten of bronnen.
FR: http://www.den.nl/abc/Metadataschema%0D%0A/
FR: http://framework.niso.org/node/24
FR: Voorbeelden zijn DC, Standaard:MARC21 en Standaard:EN 15907. In het luik standaarden vind je een overzicht van standaarddatastructuren.

Standaardterminologie

USE: standaardterminologie
UF: data value standards
NT: metadatastandaard
DEF: Standaardterminologieën zijn gepubliceerde verzamelingen van woorden, zinsnedes en symbolen die verwijzen naar de concepten of onderwerpen in een bepaald onderzoeksveld, studiedomein of activiteit en waarvoor de betekenis duidelijk vastgelegd is. Standaardterminologieën verbeteren de doorzoekbaarheid van collecties.
FR: Voorbeelden zijn Standaard:AAT-NED, Standaard:LCSH, Standaard:ISO 3166: Country Codes. In het luik standaarden vind je een overzicht van standaardterminologieën.
FR: http://framework.niso.org/node/24

Streaming

USE: streaming
DEF: Techniek waardoor een beeld-, audio- of videobestand kan worden weergegeven zonder dat het nodig is om te wachten tot het bestand volledig is gedownload. Een plug-in, aan de webbrowser toegevoegd, decomprimeert en leest de gegevens terwijl ze door de computer worden binnengehaald.
SRC: http://www.den.nl/abc/Streaming/

Structurele metadata

USE: structurele metadata
BT: metadata
NT: administratieve metadata
NT: structurele metadata
NT: technische metadata
NT: preserveringsmetadata
NT: descriptieve metadata
NT: juridische metadata
RT: metadatastandaard
DEF: Structurele metadata bevatten informatie over de structurele samenhang van de onderdelen van een digitaal object, zoals het aantal en de volgorde van de hoofdstukken of de ordening van een aantal afbeeldingen.
SRC: http://www.packed.be/nl/guide/imap_guide/category/metadata_ck/
SRC: http://www.niso.org/publications/press/UnderstandingMetadata.pdf

Tag

USE: tag
DEF: Een code of trefwoord waarmee een stukje informatie (element) 'gemerkt' wordt. In Standaard:XML-, Standaard:SGML- of HTMLcode worden tags omgeven door <scherpe haken> (met eventuele generische identifier en attributen) en wordt het element afgesloten met een eindtag.
SRC: http://www.w3.org/2003/glossary/keyword/All/tag.html?keywords=tag

Tagcloud

USE: tagcloud
DEF: Visueel aantrekkelijk geordende verzameling van trefwoorden (tags). In een tagcloud wordt getoond welke tags vaak voorkomen in een databestand (groter, andere kleur) en wat hun onderlinge relaties zijn.
SRC: http://www.den.nl/abc/Tagcloud/
FR: http://en.wikipedia.org/wiki/Tag_cloud

Tagging

USE: tagging
RT: tag
RT: folksonomy
DEF: Het toevoegen van inhoudelijk beschrijvende trefwoorden aan informatie zoals artikels, weblogberichten, foto's of films. Tagging bevordert de vindbaarheid van informatie in zoeksystemen. Het toekennen van tags kan door professionals zoals registratoren of bibliothecarissen gedaan worden maar ook door leken. Dan spreek je van social tagging of folksonomy.
SRC: http://www.den.nl/abc/Tagging/
FR: http://en.wikipedia.org/wiki/Tag_cloud

Target

USE: target
UF: testkaart
UF: technische testkaart
DEF: Een grafisch hulpmiddel waarop lijntjes, grijsvlakken of kleuren zijn afgedrukt, dat samen met het erfgoedobject wordt gescand of gefotografeerd. Door de originele target te vergelijken met de digitale versie kan gecontroleerd worden of de beeldeigenschappen van de reproductie zoals scherpte, helderheid, contrast en kleurdiepte overeenkomen met het origineel.
SRC: http://www.den.nl/abc/Target/

Technische metadata

USE: technische metadata
BT: administratieve metadata
BT: metadata
RT: structurele metadata
RT: technische metadata
RT: preserveringsmetadata
RT: technische metadata
RT: juridische metadata
RT: metadatastandaard
DEF: Technische metadata zijn aan vorm van administratieve metadata die betrekking hebben op de creatie-, bewaring- en coderingsmethodes of -formaten van een digitaal object. Deze data beschrijven het object op bestandsniveau. Dit houdt aspecten in als de bestandsgrootte, het kleurenschema, datum van de creatie van het bestand, vereiste weergave-apparatuur, …
SRC:http://www.niso.org/publications/press/UnderstandingMetadata.pdf

Terminologie

USE: terminologie
UF: nomenclatuur
RT: ontologie
RT: glossarium
RT: gecontroleerde termenlijst
RT: thesaurus
RT: vocabularium
DEF: Een terminologie is het geheel van woorden, zinsnedes en symbolen dat verwijst naar de concepten of onderwerpen in een bepaald onderzoeksveld, studiedomein of activiteit en waarvoor de betekenis duidelijk is vastgelegd.
SRC: ODLIS: terminology
FR: SAA: controlled vocabulary

Thesaurus

USE: thesaurus
RT: terminologie
RT: ontologie
RT: glossarium
RT: gecontroleerde termenlijst
RT: vocabularium
DEF: Een thesaurus is een geordende lijst van termen die in principe enkelvoudige begripseenheden bestrijken, met vermelding van hun onderlinge semantische relaties, i.c. meer algemene en meer specifieke termen, synoniemen en gerelateerde termen.
SN: De structuur en opbouw van thesauri is genormeerd in ISO_25964-1:2011. De semantische codering van thesauri in XML is genormeerd in Standaard:SKOS SRC: (3774) thesaurus, BDI-terminologie, Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum, Den Haag, 1990
FR: DEN: thesaurus
FR: SAA: thesaurus

Thumbnail

USE: thumbnail
UF:miniatuur
DEF: Een thumbnail is een verkleind digitaal beeld of foto. Zo'n miniatuur kan worden gebruikt op websites om het dataverkeer laag te houden, doordat dan niet het originele (veel grotere) bestand gedownload hoeft te worden. Aan de thumbnail kan een hyperlink worden toegevoegd die naar het grotere origineel verwijst. Hierdoor wordt de originele foto alleen gedownload wanneer bezoekers die graag willen zien.
SRC: http://nl.wikipedia.org/wiki/Miniatuur_(computer)

Toegankelijkheid

USE: toegankelijkheid
UF: accessibility
UF: access
UF: vindbaarheid
RT: information retrieval
DEF: De mogelijkheid om relevante informatie terug te vinden via zoekopdrachten, catalogi, indexen e.d. Een hogere mate van ontsluiting, i.e. het verhogen van het aantal zoekingangen, resulteert in een hogere mate van toegankelijkheid. Vooral in een digitale omgeving wordt toegankelijkheid (vindbaarheid) bevorderd door het gebruik van metadatastandaarden.
Connotatie van de term 'toegankelijkheid': toegankelijk voor iedereen, ook voor personen met een handicap.
SRC: http://www2.archivists.org/glossary/terms/a/accessibility
SRC: http://www.abc-clio.com/ODLIS/odlis_a.aspx#accessibility
FR: http://www.abc-clio.com/ODLIS/odlis_a.aspx#access
FR: http://www.archiefwiki.org/wiki/Toegankelijkheid
FR: http://www.w3.org/WAI/

Transcriptie

USE: transcripte
SN: digitalisering tekstdocumenten
DEF: Transcriptie is het omzetten van tekst (in de vorm van beeld of geluid) naar machineleesbare tekens. Gescande afbeeldingen kunnen door middel van OCR worden omgezet. Oo voor audiobestanden is speciale software ontwikkeld voor het transcriberen. Vaak gebeurt transcriptie echter nog handmatig of vereist dit nog menselijke controle.

Trefwoord

USE: trefwoord
RT: terminologie
RT: ontologie
RT: glossarium
RT: gecontroleerde termenlijst
RT: thesaurus
RT: vocabularium
RT: trefwoordenlijst
DEF: Een trefwoord is een woord of combinatie van woorden waarmee het onderwerp van een publicatie nauwkeurig wordt aangeduid en dat als ingangselement dient in een alfabetische onderwerpscatalogus.
SRC: (3849) trefwoord, BDI-terminologie, Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum, Den Haag, 1990

Trefwoordenlijst

USE:trefwoordenlijst
UF:subject headings
RT: trefwoord
RT: terminologie
RT: ontologie
RT: glossarium
RT: gecontroleerde termenlijst
RT: thesaurus
RT: vocabularium
DEF: Een trefwoorden lijst is een alfabetisch gerangschikte lijst van in een informatiesysteem gebruikte trefwoorden, al dan niet met vermelding van onderlinge relaties.
SRC: (3852) trefwoordenlijst, BDI-terminologie, Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum, Den Haag, 1990
FR: SAA: vocabulary

Uniform Resource Identifier

AB: URI
USE: URI
FT: uniform resource identifier
NT: URL
NT: URN
DEF: URI's zijn unieke verwijzingen naar digitale objecten. Dat kunnen afbeeldingen zijn, teksten, filmpjes, maar ook metadata-records in een collectieregistratiesysteem. Er zijn twee soorten URI's: URL's (Uniform Resource Locators) identificeren de plaats waar iets staat; URN's (Uniform Resource Names) geven het bestand een vaste naam.
SRC: http://www.den.nl/abc/Uniform-Resource-Identifier/
FR: http://www2.archivists.org/glossary/terms/u/uniform-resource-identifier

Uniform Resource Locator

AB: URL
USE: URL
FT: uniform resource locator
UF: webadres
DEF: Het unieke adres dat de locatie van een webdocument of andere bron op internet aangeeft. De URL bestaat in de regel uit:

  • een aanduiding van een communicatieprotocol (http, https, ftp);
  • een naam van de server of het internetdomein (www.den.nl);
  • de naam of aanduiding van het betreffende digitale object (index.html).

SRC: http://www.den.nl/abc/Uniform-Resource-Locator/
FR: http://www2.archivists.org/glossary/terms/u/uniform-resource-locator

User generated content

USE: user generated content
AB: UGC
RT: web 2.0
RT: folksonomy
DEF: Een inhoudelijke bijdrage (video-, audio-, of tekstmateriaal) van niet-professionele gebruikers aan een online medium. Voorbeelden zijn recensies, weblogs of bijdragen aan Wikipedia.
SRC: http://www.den.nl/abc/User-Generated-Content/
FR: http://nl.wikipedia.org/wiki/User-generated_content

Validatie

USE: Bestandsvalidatie

Vectorafbeelding

USE: vectorafbeelding
RT: rasterafbeelding
DEF: In een vectorafbeeldingen wordt een beeld bepaald door middel van meetkundige elementen zoals punten, lijnen en cirkels. Deze elementen worden beschreven van wiskundige vergelijkingen. De elementen krijgen vervolgens eigenschappen toebedeeld zoals kleur en dikte. Doordat niet zozeer hun absolute waarden vastliggen danwel hun onderlinge verhoudingen, zijn de elementen makkelijker aanpasbaar, wat veelal betekent de grootte van de afbeeldingen makkelijker kan aangepast worden. Het bekendste vectoriële afbeeldingsformaat voor het internet is 'Scalable Vector Graphics' (SVG). Tegenover vectorafbeeldingen staan rasterafbeeldingen, waarbij het beeld wordt bepaald aan de hand van beeldpunten (pixels).

Video 8

USE: video 8
DEF: Video 8 is een analoog videosysteem voor amateurgebruik, gestandaardiseerd door een groot aantal elektronicafabrikanten, waaronder Philips, Sony en Matsushita. Dankzij het kleine formaat van de videobanden en de in verhouding lage prijs werd dit systeem een groot succes. Video 8 heeft niets te maken met Super 8.
SRC: http://nl.wikipedia.org/wiki/Video_8

Video capture board

USE: video capture board
DEF: Een video capture board is een hardware onderdeel van een computer dat het toelaat een analoog videosignaal binnen te nemen. Deze kaart voert de analoog / digitaal conversie uit.

Vindbaarheid

USE: toegankelijkheid

Virtueel

USE: virtueel
DEF: Virtueel is een schijnbare of gesimuleerde werkelijkheid. Bijgevolg is deze andere andere wetmatigheden onderworpen als de materiële werkelijkheid.

Vocabularium

USE: vocabularium
RT: terminologie
RT: ontologie
RT: glossarium
RT: gecontroleerde termenlijst
RT: thesaurus
DEF: Een vocabularium is het geheel van woorden dat gebruikt wordt door een persoon of een groep personen in een bepaald vakgebied.
SRC: Wiktionary: vocabulary (english)
SRC: ODLIS:vocabulary
FR: (4170) vocabularium, BDI-terminologie, Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum, Den Haag, 1990
FR: SAA: vocabulary

Web 2.0

USE: web 2.0
RT: user generated content
RT: folksonomy
DEF: De tweede fase in de ontwikkeling van het World Wide Web. Het gaat over de verandering van het web als verzameling aanbodgerichte websites naar een platform voor interactieve webapplicaties, waarmee iedereen die dat wil, informatie of kennis kan delen.
SRC: http://www.den.nl/abc/Web-2.0/
FR: http://nl.wikipedia.org/wiki/Web_2.0

Web 3.0

USE: web 3.0
UF: semantische web
DEF: Derde generatie websites die in staat moeten zijn betekenisvolle informatie tussen servers uit te wisselen zonder menselijke tussenkomst. Een web dat internetpagina’s kan begrijpen. De betekenisgeving wordt meestal gebaseerd op gestructureerde annotaties of metadata. Door de overeenkomende structuren kunnen automatisch inhoudelijke relaties binnen en tussen documenten worden gelegd. Het semantisch web is nog in ontwikkeling.
SRC: http://www.den.nl/abc/Web-3.0/
HN: Tim Berners-Lee introduceerde het begrip 'semantic web' in 1999.
RF: http://en.wikipedia.org/wiki/Semantic_Web

Webapplicatie

USE: webapplicatie
DEF: Webapplicatie is een term die wordt gebruikt voor een programma dat op een webserver draait en via de webbrowser kan worden benaderd. Een webapplicatie bestaat uit één of meerdere scripts (zie server-side scripting) die gebruikmaken van dezelfde brongegevens op een webserver. Die brongegevens kunnen bijvoorbeeld in een database staan. Een voorbeeld van een webapplicatie wordt gevormd door webmailapplicaties (zoals Hotmail) die een gebruiker in staat stellen om e-mail te ontvangen en versturen met een webbrowser. Een dergelijke applicatie bestaat onder andere uit een aanmeldpagina, een overzichtspagina met de onderwerpen van de ingekomen e-mailberichten, een pagina om een specifiek bericht te lezen, een pagina om een nieuw bericht te schrijven en een script om het nieuwe bericht te versturen.
SRC: http://nl.wikipedia.org/wiki/Webapplicatie

Webdienst

USE: webdienst
UF: webservice
DEF: Dienst die via het web wordt aangeboden aan een specifieke gebruikersgroep, zoals online verkoop van kaarten voor een tentoonstelling, of het automatisch kunnen converteren van een metadataschema naar een ander schema.
SRC: http://www.den.nl/abc/Webdienst/

Webgemeenschap

UF: virtuele community
DEF: Een online gemeenschap van gelijkgestemden. Een virtuele ontmoetingsruimte waar bezoekers met elkaar in contact kunnen komen en informatie uit kunnen wisselen over een gedeeld interessegebied, samen spellen kunnen spelen of software kunnen ontwikkelen.
Bron: het Woordenboek voor Digitaal Erfgoed (Digitaal Erfgoed Nederland)

Webmail

USE: webmail
BT: e-mail
RT: e-mailclient
USE: Webmail is de algemene benaming voor een webapplicatie die het mogelijk maakt om e-mail te gebruiken via een webgebaseerde gebruikersinterface. Dit maakt het mogelijk om overal ter wereld gebruik te maken van e-mail zonder een apart e-mailprogramma te hoeven installeren.
SRC: https://nl.wikipedia.org/wiki/Webmail

Website

UF: site, internetsite
DEF: Een verzameling bij elkaar horende webpagina's die informatie over een bepaalde organisatie of een bepaald onderwerp biedt.
SRC: http://www.den.nl/abc/Website/

Websitearchivering

USE: websitearchivering
DEF: In een websitearchief zijn websites (of delen ervan) opgeslagen zoals die er op een bepaald moment uitzagen. Ook achterliggende systemen kunnen gearchiveerd worden, bijvoorbeeld achter een website draaiende databases. Het duurzaam bewaren en beschikbaar houden van verschillende versies van websites wordt in Nederland door de Koninklijke Bibliotheek onderzocht en uitgevoerd. Een voorbeeld van een websitearchief is the Internet Archive, waar je met de ‘Way back Machine’ veel websites uit het verleden kunt terugbekijken.
SRC: http://www.den.nl/abc/Webarchivering/

Widget

USE: widget
DEF: Een simpele softwaretoepassing met meestal een eenduidige en veelgebruikte functie om een bestaande gebruikersinterface in te vullen of te verrijken. Widgets zijn vooral populair als toepassing op het bureaublad op een PC, bijvoorbeeld een klok, een weergave van de stand van de maan of een digitaal fotollijstje met wisselende afbeeldingen.
SRC: http://www.den.nl/abc/Widget/

Wiki

USE: wiki
DEF: Een website over een bepaald onderwerp waar gebruikers hun kennis kunnen delen door collectief teksten te schrijven en te redigeren. Sommige wiki's, zoals Wikipedia, staan open voor iedereen. Andere wiki's, die als kennisinstrument binnen bedrijven worden gebruikt, zijn afgesloten voor buitenstaanders. Wiki's behoren tot de bekendste verschijningsvormen van Web 2.0.
SRC: http://www.den.nl/abc/Wiki/
FR: http://nl.wikipedia.org/wiki/Wiki

World Wide Web

USE: world wide web
AB: www
UF: web
UF: wereldwijde web
DEF: Het geheel aan digitale documenten en andere bronnen die op webservers zijn opgeslagen en op internet door middel van hyperlinks vindbaar en raadpleegbaar zijn.
SRC: http://www.den.nl/abc/World-Wide-Web/

Wrapper

USE: containerformaat

Zoekmachine

USE: zoekmachine
DEF: Programma op het internet waar je één of meer zoekwoorden kunt invoeren om informatiebronnen te kunnen vinden. De zoekmachine geeft een geordende resultatenlijst met bronnen waarin deze zoekwoorden voorkomen. Google, Yahoo en Ilse zijn voorbeelden van zoekmachines.
SRC: http://www.den.nl/abc/Zoekmachine/

Meer weten