Publicatie:Interoperabiliteit

Uit Meemoo Kennisbank
Naar navigatie springen Naar zoeken springen


Samenvatting

Dit artikel legt uit wat interoperabiliteit betekent en waarom het belangrijk is, in het bijzonder in in bibliotheken, archieven en documentatiecentra.


Referentie
Titel Interoperabiliteit (Voorkeurstitel)
Locatie META nummer 2023/8
Uitgever
Jaar van uitgave 2023
Rechten CC-BY-SA
Persistent ID


Auteur

Bart Magnus (meemoo, Vlaams instituut voor het archief)

Interoperabiliteit

Interoperabiliteit betekent dat producten, systemen of organisaties zonder beperkingen samen kunnen werken. De term wordt vaak gebruikt in een IT-context, maar is er in principe niet toe beperkt. Zo kun je bijvoorbeeld:

  • met om het even welke fietspomp je fietsband oppompen, omdat de ventielen compatibel zijn;
  • met dezelfde USB-C-lader je smartphone, tablet, hoofdtelefoon en luidspreker opladen. Niet alle merken volgen deze standaard al, maar vanaf 2024 bevordert de Europese Unie (EU) interoperabiliteit door USB-C te verplichten.

Soms is interoperabiliteit niet absoluut, maar is er een kleine aanpassing nodig, bijvoorbeeld een adapter om je elektrisch toestel te laten werken op een stopcontact in het Verenigd Koninkrijk. Zo’n tussenstap is misschien niet altijd handig, omdat je iets extra moet kopen of (laten) ontwikkelen, maar het is niet onwerkbaar en soms onvermijdbaar.

Interoperabiliteit in bibliotheken, archieven en documentatiecentra

Ook in de sector van bibliotheken, archieven en documentatiecentra hebben we te maken met interoperabiliteit, in het bijzonder bij de uitwisseling van data op basis van een gemeenschappelijke set afspraken. In een wereld van linked (open) data gaan rijke informatie en een geïntegreerde digitale beleving hand in hand met koppelingen tussen systemen.

Het is belangrijk dat systemen voor collectiemetadata, beeldbeheer en publieke ontsluiting vlot met elkaar kunnen communiceren. Dat geldt ook voor de onderliggende instrumenten waarmee ze aan de slag gaan (bijvoorbeeld protocollen, bestandsformaten en vocabularies voor metadata). Interoperabele data en systemen vergemakkelijken interne en externe uitwisseling van data, bijvoorbeeld in functie van het samenbrengen en koppelen van collecties om ze publiek toegankelijk te maken op eigen platformen en platformen van derden. Daarbij zijn mappings tussen verschillende metadatamodellen of -standaarden en het gebruik van application programming interfaces (API’s) belangrijk. Denk bijvoorbeeld aan:

  • machinelearning ter ondersteuning van bibliografische beschrijvingen: optical character recognition (OCR)-technologie in combinatie met via API beschikbare databronnen kan resulteren in machine-gecreëerde metadata. Deze moeten in een gestandaardiseerd formaat aangeleverd worden om in de catalogus opgenomen te kunnen worden.

Onafhankelijkheid en flexibiliteit

Werken met interoperabele systemen leidt tot een grotere onafhankelijkheid en wendbaarheid, omdat de kosten om van systeem, software of leverancier te veranderen er kleiner door worden. Maximale interoperabiliteit nastreven, is een manier om minder vatbaar te zijn voor vendor lock-in en om de greep van technologiereuzen op technologische systemen – en bij uitbreiding op ons dagelijkse leven – te verminderen. Aanbieders van nieuwe producten of diensten zien in interoperabiliteit vaak het voordeel dat ze zich vlot kunnen inschakelen in een ruimer (digitaal) ecosysteem. Na verloop van tijd zien sommige echter meer brood in een model waarbij ze een monopolie uitbouwen rond hun diensten en producten. Denk bijvoorbeeld aan:

  • een gekocht e-boek of audioboek, in een formaat dat je niet op elk toestel kunt weergeven. Dat dwingt je misschien om een toestel te kopen waarvan de fabrikant je bewust verhindert om e-boeken of audioboeken in andere formaten weer te geven, om zo je aankoopgedrag te beperken tot zijn eigen aanbod.

Focus op gebruiker en inhoud

Wat geldt voor onze persoonlijke ervaringen als consument, geldt ook voor de infrastructuurkeuzes als bibliotheek, archief of documentatiecentrum. Interoperabele keuzes zijn vaak de verstandigste op de lange termijn. Door gebruik van standaarden en protocollen stellen ze immers niet de fabrikant en het product, maar de gebruiker en de inhoud centraal.