Publicatie:Handboek rechten klaren
Titel | Handboek rechten klaren (geüpdate) (Voorkeurstitel) |
Locatie | |
Uitgever | |
Jaar van uitgave | |
Rechten | |
Persistent ID |
Handboek Rechten Klaren
Samenvatting
Het handboek rechten klaren is een handleiding voor beheerders van erfgoedcollecties bij het vaststellen (1) of er auteursrechten rusten op een bepaald werk en (2) hoe (en met wie) deze geklaard kunnen worden om je collecties juridisch veilig te digitaliseren en/of te publiceren op het web.
Het handboek werd samengesteld door PACKED vzw als onderdeel naar aanleiding van het project ATHENA. Deze handleiding komt ook voort uit de betrokkenheid van PACKED vzw bij de Gebruikersgroep Cultureel Erfgoed en Auteursrecht die in februari 2011 in samenwerking met FARO, VKC en MovE werd opgericht. Een belangrijk doel van deze gebruikersgroep is de expertise van haar leden met betrekking tot auteursrecht te versterken en vormingen aan te bieden.
Documentatie
- Jaar van uitgave: 2011-2016
- Licentie: CC-BY-Samenvatting
- Uitgever: http://meemoo.be
- Label: Meemoo vzw
- URL: http://www.faronet.be/groepen/cultureel-erfgoed-en-auteursrecht/doel-en-opzet-van-deze-gebruikersgroep
- Label: Gebruikersgroep Cultureel Erfgoed en Auteursrecht
- Type: handleiding
- Collectie: bibliotheekcollecties; archiefcollecties; museumcollecties; audiovisuele collecties;
- Expertisedomein: rechtenbeheer
Inleiding
Dit is een handleiding voor het 'klaren van rechten' voor cultureel erfgoed. Met het 'klaren van rechten' bedoelen we het vaststellen (1) of er auteursrechten rusten op een bepaald werk en (2) hoe (en met wie) deze geklaard kunnen worden om je collecties juridisch veilig te digitaliseren en/of te publiceren op het web.
Deze handleiding werd speciaal samengesteld voor de CEST-wiki en ligt in het verlengde van het onderzoek dat PACKED vzw heeft verricht als werkpakketleider in het project ATHENA. Voor dit project ontwikkelde PACKED vzw, samen met de Universiteit van Patras (Griekenland), een Step-by-step IPR Guide: een eenvoudige online tool die je begeleidt bij het klaren van rechten voor het online gebruik van cultureelerfgoedcollecties.
Deze handleiding komt ook voort uit de betrokkenheid van PACKED vzw bij de Gebruikersgroep Cultureel Erfgoed en Auteursrecht die in februari 2011 in samenwerking met FARO, VKC en MovE werd opgericht. Een belangrijk doel van deze gebruikersgroep is de expertise van haar leden met betrekking tot auteursrecht te versterken en vormingen aan te bieden.
Deze handleiding bestaat uit 6 secties:
1: Auteursrechten – wie? wat? wanneer?
2: Welke rechten vallen onder het auteursrecht?
3: Verzaking & Overdracht van rechten
4: Beheer van rechten
5: Hulpmiddelen voor het klaren van rechten
6: Auteursrecht en de PSI-richtlijn
Een overzicht voor het auteursrecht en naburige rechten vind je in het Wetboek van economisch recht Kijk tot slot ook bij Veelgestelde vragen voor antwoorden op enkele courante vragen over auteursrechten.
1: Handboek rechten klaren: Auteursrechten – Wie? Wat? Wanneer?
Hier vind je uitleg bij enkele basisbegrippen uit het auteursrecht: wat houdt het auteursrecht in, wat valt onder de bescherming van het auteursrecht, wie kan genieten van de bescherming, en hoelang duurt de beschermingsperiode?
- Wat is het auteursrecht?
- Wie heeft auteursrechten?
- Wanneer gelden auteursrechten? - beschermingsduur
- Wat met werken zonder auteur? - verweesde werken
Wat is het auteursrecht?
Het auteursrecht is het wettelijk monopolie dat wordt toegekend aan al wie een origineel 'werk van letterkunde of kunst' creëert. De auteur krijgt via dit auteursrecht verregaande exclusiviteiten voor het stellen van bepaalde handelingen met betrekking tot zijn werk: zo mag enkel de auteur het werk reproduceren, publiek toegankelijk maken... De voorafgaandelijke toestemming van de auteur is dus steeds vereist wanneer men een werk wil gebruiken.
Welke werken worden door het auteursrecht beschermd?
Auteursrecht wordt toegekend aan de persoon die een origineel 'werk van letterkunde of kunst' creëert. In de praktijk beschermt het auteursrecht boeken en andere geschreven werken, muziek, kunst-, bouw- en beeldhouwwerken, bouwkundige schetsen en ontwerpen, aardrijkskundige kaarten, foto's, films, computerprogramma's, databanken...
De vereisten voor een werk om beschermd te worden door het auteursrecht, zijn:
- het werk bezit een concrete vorm en is dus zintuiglijk waarneembaar;
- het werk is origineel (het draagt de 'persoonlijke stempel van de maker');
- het werk is gemaakt door een mens (en niet door bijvoorbeeld een dier of een robot).
Het auteursrecht beschermt dus geen ideeën, theorieën, stijlen, methoden of concepten zolang deze niet concreet worden uitgewerkt. De drempel om als origineel te worden beschouwd, wordt vaak vrij laag gelegd; de meeste kunstwerken en geschriften zullen als origineel worden beschouwd. Bij foto's van objecten (bijvoorbeeld kunstwerken) kunnen we een onderscheid maken tussen foto's van tweedimensionale en driedimensionale objecten. Bij foto's van driedimensionale objecten zal de auteur vrij makkelijk zijn persoonlijke stempel kunnen aantonen, omdat hij een bepaald opnamestandpunt heeft moeten kiezen voor het maken van de foto. Dit argument van de keuze van het opnamestandpunt speelt niet of nauwelijks bij fotografische reproducties van tweedimensionale objecten. Toch zou in bepaalde gevallen een auteursrechtelijke bescherming kunnen worden aanvaard, zeker als het gaat om het werk van een professionele fotograaf die weloverwogen beslissingen heeft genomen met betrekking tot de keuze van het type camera en lenzen, de camerainstellingen (bijvoorbeeld diafragma, sluitertijd en lichtgevoeligheid), de belichting van het object... Bepaalde werken zullen niet als origineel worden beschouwd, omdat er geen persoonlijke keuze van de auteur was bij de creatie (bijvoorbeeld een factuur, een administratief formulier, een rekeninguittreksel, een banale tekening of foto...). Het artistieke niveau, de esthetische waarde, de omvang of het doel, het al dan niet voltooid zijn, of het al dan niet in strijd zijn met de openbare orde of de goede zeden spelen geen rol bij de auteursrechtelijke bescherming.
De bescherming door het auteursrecht vereist geen bijzondere formaliteit; het vermelden van bijvoorbeeld een ©-teken is dus niet vereist.
Er bestaat een duidelijk onderscheid tussen het auteursrecht en het eigendomsrecht. Indien een erfgoedorganisatie een werk als onderdeel van haar collectie bezit, impliceert dit geenszins dat de instelling ook de auteursrechten op dit werk bezit – dus zelfs niet wanneer de erfgoedorganisatie eigenaar is van het werk. Dit betekent dat de erfgoedorganisatie als eigenaar alsnog de toestemming zal moeten vragen aan de auteursrechthebbende om bepaalde handelingen met het werk te kunnen doen.
Naar Sectie 1: Auteursrechten – Wie? Wat? Wanneer? [[]]
Wie heeft auteursrechten?
Auteurschap
De auteur van het werk geniet van de bescherming van het auteursrecht. De auteur is steeds een natuurlijk persoon, geen rechtspersoon. Het auteursrecht kan dus niet automatisch ontstaan in hoofde van een werkgever of opdrachtgever (behalve bij software).
Er dient hierbij wel een onderscheid te worden gemaakt tussen de begrippen auteur en auteursrechthebbende. De auteursrechthebbende is niet noodzakelijk de auteur: een auteur kan immers (een deel van) zijn rechten hebben overgedragen aan bijvoorbeeld zijn werkgever of opdrachtgever. Na het overlijden van de auteur kunnen de rechten in handen zijn van zijn erfgenamen.
Er is een wettelijk vermoeden van auteurschap als de naam of het letterwoord op het werk wordt vermeld. Bij anonieme werken of werken gepubliceerd onder pseudoniem wordt verondersteld dat de uitgever de auteur is. Bij werken die pas voor het eerst worden gepubliceerd na het verstrijken van de auteursrechtelijke beschermingstermijn (zogenaamde postume werken) geniet diegene die het werk het eerst publiceert of aan het publiek meedeelt van de auteursrechtelijke bescherming.
Een bewerker van een origineel auteurswerk wordt pas auteur wanneer kan worden bewezen dat hij een persoonlijke stempel op de bewerking heeft gedrukt en het (nieuwe) werk hierdoor een origineel, persoonlijk karakter vertoont. Een vertaler is de auteur van zijn/haar vertaalwerk, en verwerft auteursrecht op die vertaling indien deze origineel is. Naast de makers van auteurswerken zijn er vaak ook nog uitvoerende kunstenaars en producenten (muziek, radio, televisie, film, ...) betrokken partij. Hun rechten worden geregeld door de zogeheten naburige rechten.
Coauteurschap
Wanneer meerdere personen een creatieve en persoonlijke bijdrage hebben geleverd aan de creatie van het werk, dan is er sprake van coauteurschap. Voor het gebruik van het werk zal dan de toestemming vereist zijn van alle coauteurs. Om te worden erkend als coauteur is een persoonlijke stempel op het werk vereist; dit betekent dat bijvoorbeeld de financiers van het werk, de modellen die hebben geposeerd, de assistenten die technische hulp hebben geboden of de acteurs die het werk hebben opgevoerd geen coauteur zijn.
Bij coauteurschap wordt een onderscheid gemaakt tussen:
onverdeeld auteursrecht: wanneer niet (duidelijk) kan worden onderscheiden wie welke individuele bijdrage heeft geleverd aan de totstandkoming van een werk (bijvoorbeeld bij een tekst waaraan verschillende schrijvers samen hebben geschreven); verdeeld auteursrecht: wanneer wel kan worden bepaald welke auteur welke individuele bijdrage aan de totstandkoming van het werk heeft geleverd (bijvoorbeeld bij een tekstbundel waarin verschillende schrijvers elk een stuk schreven). Bij onverdeeld auteursrecht geldt dat de uitoefening van het auteursrecht bij overeenkomst wordt geregeld. Indien een overeenkomst ontbreekt en er sprake is van onenigheid over het auteurschap, zal een rechter moeten oordelen. In dit laatste geval kan iedere auteur bij inbreuken een rechtsvordering instellen en een schadevergoeding eisen (in eigen naam en zonder tussenkomst van de andere auteurs). Bij verdeeld auteursrecht geldt dat de auteurs in principe het werk in zijn geheel niet zomaar mogen exploiteren met andere derden, tenzij dit uitdrukkelijk is bepaald (bijvoorbeeld wanneer er toestemming is van de andere auteurs om dit toch te doen). Wel mag elke auteur zijn eigen bijdrage afzonderlijk exploiteren, voor zover deze exploitatie de exploitatie van het werk als geheel niet in het gedrang brengt.
Bij audiovisuele werken blijft het uitgangspunt behouden dat alle personen die een creatieve inbreng hebben in de creatie van het audiovisuele werk als auteur worden beschouwd. De hoofdregisseur zal steeds auteur zijn. Maar hiernaast wordt vermoed dat, indien er geen tegenbewijs is, een aantal andere personen die bij de creatie van het werk zijn betrokken ook auteur zijn, bijvoorbeeld de auteur van het scenario, de auteur van de boekadaptatie, de auteur van de dialogen, de grafisch ontwerper van de animaties, de componist van speciaal voor het werk geschreven muziek. Bovendien worden de auteurs van het oorspronkelijke werk (bijvoorbeeld de verfilmde roman) gelijkgesteld met de auteurs van het audiovisuele werk.
Handboek rechten klaren:Wanneer? - Beschermingsduur
Wanneer en hoelang geldt de bescherming van het auteursrecht?
De bescherming door het auteursrecht geldt vanaf de creatie van het werk en vereist geen bijzondere formaliteit.
In gans de Europese Unie wordt een werk beschermd vanaf de creatiedatum van het werk tot zeventig jaar na de overlijdensdatum van de auteur. Deze 70-jarige beschermingstermijn dient te worden berekend vanaf 1 januari volgend op het jaar van het overlijden van de auteur. Na het overlijden gaan de auteursrechten automatisch over op de erfgenamen van de auteur. Pas nadat de auteur zeventig jaar is overleden, komt zijn werk terecht in het publieke domein en vervalt de auteursrechtelijke bescherming.
Bij coauteurschap wordt de beschermingstermijn berekend vanaf het overlijden van de langstlevende coauteur.
Voor audiovisuele werken geldt de termijn tot 70 jaar na de dood van de langstlevende onder de hoofdregisseur, de scenarioschrijver, tekstschrijver of componist. Voor anonieme en pseudonieme werken geldt de beschermingstermijn van 70 jaar vanaf het tijdstip waarop het werk voor de eerste maal op een geoorloofde wijze voor het publiek toegankelijk werd gemaakt (op voorwaarde dat dit binnen de 70 jaar na de creatie van het werk is). Wanneer een werk voor het eerst wordt gepubliceerd meer dan 70 jaar na het overlijden van de auteur, verwerft de persoon die tot publicatie overgaat een beschermingstermijn van 25 jaar vanaf die eerste publicatie of mededeling.
Wanneer gelden auteursrechten? - beschermingsduur
Wanneer en hoelang geldt de bescherming van het auteursrecht?
De bescherming door het auteursrecht geldt vanaf de creatie van het werk en vereist geen bijzondere formaliteit.
In gans de Europese Unie wordt een werk beschermd vanaf de creatiedatum van het werk tot zeventig jaar na de overlijdensdatum van de auteur. Deze 70-jarige beschermingstermijn dient te worden berekend vanaf 1 januari volgend op het jaar van het overlijden van de auteur. Na het overlijden gaan de auteursrechten automatisch over op de erfgenamen van de auteur. Pas nadat de auteur zeventig jaar is overleden, komt zijn werk terecht in het publieke domein en vervalt de auteursrechtelijke bescherming.
Bij coauteurschap wordt de beschermingstermijn berekend vanaf het overlijden van de langstlevende coauteur.
Voor audiovisuele werken geldt de termijn tot 70 jaar na de dood van de langstlevende onder de hoofdregisseur, de scenarioschrijver, tekstschrijver of componist. Voor anonieme en pseudonieme werken geldt de beschermingstermijn van 70 jaar vanaf het tijdstip waarop het werk voor de eerste maal op een geoorloofde wijze voor het publiek toegankelijk werd gemaakt (op voorwaarde dat dit binnen de 70 jaar na de creatie van het werk is). Wanneer een werk voor het eerst wordt gepubliceerd meer dan 70 jaar na het overlijden van de auteur, verwerft de persoon die tot publicatie overgaat een beschermingstermijn van 25 jaar vanaf die eerste publicatie of mededeling.
Wat met werken zonder auteur? - verweesde werken
Een veelvoorkomend probleem is het probleem van de verweesde werken (de zogenaamde orphan works). Een verweesd werk is een werk dat naar alle waarschijnlijkheid (nog steeds) onder de bescherming van het auteursrecht (of een naburig recht) valt, maar waarvan de rechthebbende niet gekend is of niet gevonden kan worden. Dit impliceert dat de erfgoedorganisatie die dit verweesd werk wil gebruiken op een manier waarvoor de toestemming van deze rechthebbende is vereist (bijvoorbeeld digitaliseren of online toegankelijk maken), deze toestemming niet kan verkrijgen. Hierdoor dreigt dit werk uiteindelijk zelfs verloren te gaan. Erfgoedorganisaties die het werk wensen te bewaren en te ontsluiten, willen immers ook rechtszekerheid.
Belgische context
Op 24 augustus 2015 werd de Europese richtlijn inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen van verweesde rechten van 25 oktober 2012 omgezet in Belgisch recht en gepubliceerd in het Belgisch staatsblad.
Om instellingen zoals publiek toegankelijke bibliotheken, onderwijsinstellingen en musea, alsook archieven, instellingen voor cinematografisch- of geluidserfgoed en publieke omroeporganisaties rechtszekerheid te bieden, voorziet deze uitzondering in de auteurswet dat ze voor taken van algemeen nut verweesde werken uit hun collecties mogen digitaliseren, indexeren, catalogiseren, behouden, restaureren en tenslotte beschikbaar stellen. Onder verweesd werk wordt in de wetgeving een werk of fonogram verstaan, waarvan geen of niet alle rechthebbenden zijn geïdentificeerd, of zelfs indien één of meer rechthebbenden wel zijn geïdentificeerd, niet alle ervan zijn opgespoord ondanks dat een zorgvuldig onderzoek naar de rechthebbenden is uitgevoerd en dat zorgvuldig onderzoek geregistreerd is. Verweesde werken kunnen tekstueel van aard zijn: boeken, kranten, tijdschriften, dagbladen of andere geschriften. Daarnaast dekt de wet ook audiovisuele en cinematografische werken.
Volgens dit systeem moet de erfgoedinstelling geen licentievergoeding betalen voor werken waarvan de rechtshebbenden niet zelf een aanspraak maken op een vergoeding. De status van verweesd werk wordt echter pas toegekend als de volgende voorwaarden vervuld zijn:
- Wanneer een instelling gebruik wil maken van een verweesd werk, is het verplicht om voorafgaand een zorgvuldig onderzoek (due diligence) naar de identificatie van rechtshebbenden uit te voeren.
- Bovendien moet de instelling de documentatie van dit onderzoek registeren in de |Europese Orphan Works Database. Meer informatie over het gebruik van deze databank is terug te vinden in de brochure Databank met verweesde werken van het Harmonisatiebureau voor de Interne Markt van de Europese Unie.
Een diligent search is een zoektocht naar de rechthebbende(n), die volgens bepaalde vooropgestelde criteria wordt verricht. Gangbare criteria zijn:
- de zoektocht dient het gebruik vooraf te gaan;
- de zoektocht dient titel per titel of werk per werk te gebeuren;
- alle relevante bronnen dienen te worden geraadpleegd tijdens de zoektocht;
- een aankondiging van de zoektocht wordt gepubliceerd waarbij de auteur wordt gevraagd zich kenbaar te maken;
- het zoekproces moet gebeuren in de lidstaat waar het werk oorspronkelijk voor de eerste keer gepubliceerd of uitgezonden is. Als er aanwijzingen zijn dat er in andere landen relevante informatie te vinden is, worden ook daar de bronnen geraadpleegd;
- het zoekproces wordt gedocumenteerd in één voor het publiek toegankelijke onlinedatabank die door het Harmonisatiebureau voor de Interne Markt werd opgericht en beheerd, zijn de Europese Orphan Works Database;
- indien het werk wordt geëxploiteerd, wordt de exploitatie vergezeld van een verklaring dat het werk nog steeds beschermd is, maar dat de auteur niet kon worden gelokaliseerd.
Praktijk
Hoe werkt het in de praktijk? Openbare bibliotheken, musea, archieven, instellingen voor cinematografisch of audiovisueel erfgoed en publieke omroeporganisaties in de EU-lidstaten en landen van de Europese Economische Ruimte die werken beheren, moeten vooraleer die te digitaliseren en online beschikbaar te stellen eerst zorgvuldig onderzoek verrichten naar de rechthebbenden van de werken. Het Koninklijk besluit tot bepaling van de bronnen die geschikt zijn om het zorgvuldig onderzoek naar rechthebbenden bepaalt de volgende vereisten:
Boekenerfgoed
- het wettelijk depot, bibliotheekcatalogi en door bibliotheken en andere instellingen bijgehouden trefwoordenlijsten;
- de verenigingen van uitgevers en auteurs;
- bestaande databanken en registers, Watch (Writers, Artists and their Copyright Holders), het ISBN (International Standard Book Number) en databanken die in druk verschenen boeken catalogiseren;
- de databanken van de collectieve beheersvennootschappen;
- bronnen die verscheidene databanken en registers omvatten, met inbegrip van VIAF (Virtual International Authority Files) en Arrow (Accessible Registries of Rights Information and Orphan Works, zie infra).
Kranten, magazines, dagbladen en tijdschriften
- de ISSN (International Standard Serial Number) voor periodieke publicaties;
- indexen en catalogussen van bibliotheekcollecties en verzamelingen;
- het wettelijk depot;
- de verenigingen van uitgevers en de verenigingen van auteurs en journalisten;
- de databanken van collectieve beheersvennootschappen.
Visuele werken
Hieronder worden verstaan kunstvoorwerpen, fotografie, illustraties, vormgeving, architectuur, schetsen van de laatstgenoemde werken en andere dergelijke werken die opgenomen zijn in boeken, dagbladen, kranten en tijdschriften.
- de in artikel 1 en 2 bedoelde bronnen;
- de databanken van de betrokken collectieve beheersvennootschappen voor visuele kunsten in het bijzonder;
- waar van toepassing, de databanken van fotoagentschappen en beeldbanken voor illustraties;
- de website(s) van Kunstenpunt.
Audiovisuele werken en fonogrammen
- het wettelijk depot;
- de databanken van verenigingen van producenten;
- databanken van instellingen voor cinematografisch of audiovisueel erfgoed en nationale bibliotheken;
- databanken met relevante standaarden en identificatiecodes zoals ISAN (International Standard Audiovisual Number) voor audiovisueel materiaal, ISWC (International Standard Music Work Code) voor muziekwerken en ISRC (International Recording Code) voor fonogrammen;
- de databanken van collectieve beheersvennootschappen, in het bijzonder voor auteurs, uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en audiovisuele producenten;
- de aftiteling/medewerkerslijst en andere informatie op de kopie van het werk of op de verpakking van het werk
- databanken van andere relevante verenigingen die een specifieke categorie van rechthebbenden vertegenwoordigen;
- de websites www.muziekarchief.be en www.ultratop.be;
- de website(s) van Kunstenpunt
Nadat vergeefs is getracht de identiteit van de rechthebbende te achterhalen, zendt elke culturele, onderwijs- of omroeporganisatie informatie over hun verweesde werken aan hun nationale autoriteit. Het koninklijk besluit tot aanwijzing van de bevoegde autoriteit voor de verweesde werken duidt de Koninklijke Bibliotheek aan als bevoegde autoriteit of 'nationaal loket'. Vervolgens stuurt elke nationale autoriteit deze informatie door aan de databank met verweesde werken.
Nadat ze als verweesd zijn geïdentificeerd, worden deze werken in de hele Europese Unie erkend als zijnde verweesde werken. Dat betekent dat elke culturele organisatie met archieven waarin dergelijke werken zijn opgenomen, ze mag digitaliseren en voor heel de EU beschikbaar mag maken. Rechthebbenden die constateren dat een van hun werken in de databank is opgenomen, kunnen een verzoek indienen tot wijziging van de status van het desbetreffende verweesde werk. Het algemene publiek kan de databank doorzoeken en zoeken naar informatie over verweesde werken. De verdere praktische modaliteiten van het gebruik van de online databank zullen geregeld worden in een Koninklijk Besluit dat nog moet verschijnen.
Het nadeel is dat een dergelijke diligent search tijds- en arbeidsintensief is. Het kost dus geld en duurt lang. Tegelijkertijd biedt deze oplossing van een nieuwe auteursrechtelijke uitzondering de erfgoedinstellingen echter nog steeds de mogelijkheid om aan een zekere vorm van risicobeheer te doen en bijvoorbeeld niet voor ieder individueel werk een diligent search te verrichten. Voor bepaalde werken is de kans immers zeer klein dat er alsnog een rechthebbende zal opduiken.
Een werk dat binnen de Europese Economische Ruimte als verweesd wordt beschouwd, is dat ook in België. Bovendien mogen instellingen en organisaties inkomsten vergaren uit de exploitatie van deze werken, maar dit enkel ter vergoeding van hun digitaliserings- en ontsluitingskosten. Tenslotte voorziet de wet dat rechthebbenden op elk moment de status van een verweesd werk kunnen beëindigen. In dit geval krijgen de rechthebbenden retroactief een vergoeding op het gebruik van hun werk van de instelling in kwestie. De praktische modaliteiten (inning, verdeelsleutel, toezicht, tijdstip van uitbetaling) van deze vergoeding moeten nog vastgelegd worden in een Koninklijk besluit.
Ondersteuning
Om de werklast van de diligent searches te verlichten en te standaardiseren, werden er reeds enkele projecten opgestart.
Boekenerfgoed
Het Arrow system is een tool voor rechten management van boekenerfgoed en streamlined het proces voor het identificeren van auteurs, uitgevers en rechtshouders. Daarnaast helt de tool met het onderzoeken of het werk binnen of buiten het publiek domein valt en of het een verweesd werk is.
Audiovisueel erfgoed
FORWARD(2013-2016) was een project dat een EU-wijd geautomatiseerd systeem moest opzetten om de rechtenstatus van audiovisuele werken (waaronder ook verweesde werken) te evalueren. Culturele instellingen, commerciële entiteiten en andere potentiële gebruikers kunnen zien of een werk in het publieke domein bevindt of onder auteursrecht, en in dit geval of het een verweesd werk is en onder welke voorwaarden het in Europa gebruikt mag worden.
Uit dit project zal de Rights information infrastructure (RII) ontwikkeld worden, die alle functionaliteiten zal voorzien om diligent searches uit te voeren. Daarnaast is het de bedoeling dat de 10 nationale filmerfgoedinstellingen uit het consortium van het project zich opwerpen als centra voor het klaren van rechten. Voor België zal dit Cinematek zijn.
Crowdsourcing
Het EnDOW ("Enhancing access to 20th Century cultural heritage through Distributed Orphan Works clearance") project faciliteert het klaren van rechten voor cultureel erfgoed instellingen in Europa. Ze werken aan een kost-effectieve oplossing voor het bepalen of werken in bibliotheken, archieven en musea al dan niet verweesd zijn. Ze bestuderen ook het gebruik van (en de uitdagingen bij) crowdsourcing voor tekstueel, audiovisueel en born-digital cultureel erfgoed.
Vanaf july 2017 zal hun online platform voor crowdsourced diligent searching in betatestfase gaan. Vanaf januari 2018 wordt het geacht operationeel te zijn. Het platform zal zogenaamde guided diligent searches toelaten, waarbij geïnteresseerde vrijwilligers ondersteund worden om welafgelijnde taken of deelaspecten van het proces uit te voeren.
2: Handboek rechten klaren: Welke rechten vallen onder het auteursrecht?
Hier vind je welke rechten al dan niet onder het auteursrecht vallen en wanneer ze precies van toepassing zijn.
Binnen het auteursrecht wordt een onderscheid gemaakt tussen de morele rechten en de vermogensrechten (of economische rechten). De morele rechten beklemtonen de intieme band tussen de auteur en zijn werk. De vermogensrechten zijn de rechten op grond waarvan een auteur zijn werk (financieel) kan exploiteren. Een belangrijk verschil tussen beiden is dat morele rechten, in tegenstelling tot de vermogensrechten, onvervreemdbaar zijn. Deze kunnen dus niet worden overgedragen door de auteur.
Alhoewel zij niet onder de auteursrechten vallen, dient er ook rekening te worden gehouden met de naburige rechten en het portretrecht. Ook deze rechten hebben zowel een onvervreemdbaar moreel aspect en een overdraagbaar economisch aspect.
Het auteursrecht verleent ook bescherming aan de structuur van de databank, d.w.z. aan de manier waarop de gegevens zijn geordend en geklasseerd.
- De morele rechten
- De vermogensrechten
- Uitzonderingen op het auteursrecht
- Uitzonderingen op het auteursrecht - onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
- Uitzonderingen op het auteursrecht - audiovisuele thuiskopie
- Uitzonderingen op het auteursrecht - karikatuur, parodie en pastiche
- Uitzonderingen op het auteursrecht - erfgoedorganisaties
- Interpretatief advies SA&S m.b.t. panoramavrijheid
- De naburige rechten (1)
- De naburige rechten (2)
- Het portretrecht
- Rechtsbescherming van databanken
De morele rechten
Onder de morele rechten van de auteur valt:
Het recht op naamsvermelding (= het vaderschapsrecht): de auteur kan kiezen of en hoe zijn naam op zijn werk wordt aangeduid. Hij heeft het recht te beslissen om zijn werk niet onder zijn eigen naam maar onder een pseudoniem te publiceren. Het recht op de eerste bekendmaking van zijn werk aan het publiek (= het divulgatierecht): enkel de auteur kan beslissen of hij een werk klaar acht voor publicatie en of hij het wil meedelen aan een publiek. Het recht op integriteit: hierdoor kan de auteur zich verzetten tegen een vervorming of wijziging van zijn werk, zowel materieel als inhoudelijk, die zijn eer of reputatie kan schaden.
Bij het toegankelijk maken van een werk via het internet kunnen de morele rechten van de auteur in het gedrang komen door hyperlinks:
Door het aanbrengen van een deep link kan een inbreuk ontstaan op het vaderschapsrecht. Het is mogelijk dat de gebruiker niet terecht komt op de pagina waarop ook de naam van de auteur staat vermeld. Door een inline link is het mogelijk dat het werk wordt geïntegreerd in een context die door de auteur niet gewenst is of die zijn eer of reputatie schaadt. Door framing is het mogelijk dat slechts een deel van het werk wordt getoond en de integriteit wordt aangetast of dat de naam van de auteur buiten het frame valt en er een inbreuk is op het vaderschapsrecht.
De vermogensrechten
Onder de vermogensrechten van de auteur vallen:
- het reproductierecht;
- het distributierecht;
- het recht van mededeling en terbeschikkingstelling aan het publiek.
Het reproductierecht
Onder het reproductierecht verstaan we:
- het verveelvoudingingsrecht in de enge zin;
- het adaptatie- of bewerkingsrecht;
- het vertalingsrecht;
- het volgrecht bij werk van beeldende kunstenaars.
Het distributierecht
Onder het distributierecht verstaan we:
het recht om een werk op de markt te verspreiden; het verhuur en uitleenrecht.
Het recht van mededeling en terbeschikkingstelling aan het publiek
Bij het publiek mededelingsrecht (bijvoorbeeld het publiek afspelen en vertonen van muziek en films) en het publiek terbeschikkingstellingsrecht (het ter beschikking stellen via het internet, via on demand-diensten ...) is het openbare karakter een basisvoorwaarde. Alleen uitvoeringen en mededelingen met een openbaar karakter vallen onder het exclusieve gezag van de auteur. Het volstaat dat een aantal personen het werk kunnen waarnemen. Deze waarneming dient niet op één plaats te gebeuren (bijvoorbeeld bij radio of televisie), noch op hetzelfde ogenblik (bijvoorbeeld bij internet). Of de personen het werk daadwerkelijk waarnemen is niet relevant. Zowel voor een uitvoering door uitvoerende kunstenaars als voor een mededeling of terbeschikkingstelling via technische hulpmiddelen is een toestemming van de auteur vereist.
Deze toestemming is vereist voor elke publieke mededeling of terbeschikkingstelling. Er zijn echter enkele uitzonderingen in het publiek mededelingsrecht en het publiek terbeschikkingstellingsrecht:
- de (gratis) privévertoning in familiekring;
- de privévertoning als schoolactiviteit.
De materiële raadpleging van het object (bijvoorbeeld van een boek, foto’s of partituren) valt niet onder de bescherming van het publiek mededelingsrecht of het reproductierecht. Bij het afspelen van geluids- en audiovisuele werken is er echter wel sprake van publieke mededeling. Ook bij online consultatie via internet is de terbeschikkingstelling een publieke mededeling, die bovendien wordt gevolgd door een reproductie bij de eindgebruiker (er wordt immers een kopie opgeslagen in de cache van de browser van de gebruiker).
Uitzonderingen op het auteursrecht
De wet formuleert een twintigtal uitzonderingen op de economische component van het auteursrecht. Deze uitzonderingen dienen volgens de rechtspraak op een restrictieve manier te worden geïnterpreteerd. Ze hebben als doel een evenwicht te creëren en te behouden tussen enerzijds de belangen van de auteur en anderzijds de behoefte aan informatiespreiding en -garing.
De uitzonderingen zijn:
- de bloemlezing bestemd voor het onderwijs;
- het informatief citaat;
- op een openbare plaats tentoongestelde werken;
- de reproductie voor privégebruik of de reproductie en mededeling ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek;
- de thuiskopie van geluidswerken en audiovisuele werken;
- de karikatuur, parodie of pastiche;
- uitvoeringen tijdens examens ter behaling van een diploma;
- de reproductie voor de bewaring van het culturele en wetenschappelijke patrimonium door voor het publiek toegankelijke bibliotheken, musea, archieven (preserveringsuitzondering);
- de mededeling via gesloten/beveiligde (informatie)netwerken voor educatieve of wetenschappelijke doeleinden;
- de mededeling van werken via speciale terminals voor onderzoek of privé-studie in de gebouwen van voor het publiek toegankelijke bibliotheken, wetenschappelijke- en onderwijsinstellingen, musea of archieven (uitzondering voor intra muros exploitatie);
- tijdelijke opnamen van werken, gemaakt door omroeporganisaties met hun eigen middelen, met inbegrip van de middelen van een persoon die optreedt namens en onder verantwoordelijkheid van de omroeporganisaties, ten behoeve van hun eigen uitzendingen;
- de reproductie en mededeling aan het publiek van werken ten behoeve van mensen met een handicap, die rechtstreeks met deze handicap verband houden en van niet-commerciële aard zijn en voor zover het wegens de betrokken handicap noodzakelijk is, voor zover hierdoor geen afbreuk wordt gedaan aan de normale exploitatie van het werk en geen onredelijke schade wordt berokkend aan de wettige belangen van de auteur;
- de reproductie en de mededeling aan het publiek voor reclamedoeleinden, voor openbare tentoonstellingen of openbare verkopen van artistieke werken, voor zover het noodzakelijk is voor de promotie van die gebeurtenissen, met uitsluiting van enig ander commercieel gebruik (uitzondering voor reclamedoeleinden);
- de reproductie van uitzendingen, door erkende ziekenhuizen, gevangenissen en instellingen voor jeugd- en gehandicaptenzorg, voor zover deze instellingen geen winstoogmerk nastreven en dat deze reproductie is voorbehouden voor het exclusieve gebruik van de daar verblijvende natuurlijke personen.
- de reproductie en de mededeling aan het publiek van werken van beeldende, grafische of bouwkundige kunst, die zijn gemaakt om permanent in openbare plaatsen te worden geplaatst, indien de reproductie of de mededeling gebeurt van het werk zoals het zich aldaar bevindt en wanneer die reproductie of mededeling geen afbreuk doet aan de normale exploitatie van het werk en geen onredelijke schade wordt berokkend aan de wettige belangen van de auteur (panoramavrijheid).
Uitzonderingen op het auteursrecht - onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Voor elke handeling ten aanzien van een bepaald werk van een auteur is zijn toestemming vereist. In ruil voor het geven van die toestemming kan de auteur een vergoeding eisen. Er zijn echter bepaalde handelingen die de auteur niet kan verbieden.
Een van de handelingen die de auteur niet kan verbieden, is de mededeling bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek. Hierbij dient wel aan de combinatie van een aantal toepassingsvoorwaarden te worden voldaan:
- het moet gaan om een instelling die door de overheid is erkend om aan onderwijs of wetenschappelijk onderzoek te doen;
- de mededeling dient bovendien op een niet-winstgevende basis te gebeuren.
- de mededeling mag enkel gebeuren via gesloten informatienetwerken van de instelling (dit betekent dat enkel via een login toegang kan worden verkregen tot het gevraagde materiaal);
- de mededeling mag geen afbreuk doen aan de normale exploitatie van het werk.
De auteur krijgt in ruil voor deze uitzondering wel een compensatievergoeding, doch deze wordt door het ontbreken van uitvoeringsbesluiten nog niet geïnd.
Uitzonderingen op het auteursrecht - audiovisuele thuiskopie
Voor elke handeling ten aanzien van een bepaald werk van een auteur is zijn toestemming vereist. In ruil voor het geven van die toestemming kan de auteur een vergoeding eisen. Er zijn echter bepaalde handelingen die de auteur niet kan verbieden.
Een van de handelingen die de auteur niet kan verbieden, is het kopiëren van cd's en dvd's, dan wel het downloaden van muziek- en filmbestanden. De auteur krijgt in ruil hiervoor wel een compensatievergoeding. Deze vergoeding wordt bekostigd door een heffing die rechtstreeks wordt geïnd door Auvibel bij de invoer en verkoop van informatiedragers zoals blanco cd's en dvd's, usb-sticks en externe harde schijven, en van aanverwante elektronische toestellen zoals dvd-recorders en settopboxen.
Uitzonderingen op het auteursrecht - karikatuur, parodie en pastiche
Voor elke handeling ten aanzien van een bepaald werk van een auteur is zijn toestemming vereist. In ruil voor het geven van die toestemming kan de auteur een vergoeding eisen. Er zijn echter bepaalde handelingen die de auteur niet kan verbieden.
Een auteur mag in zijn werk elementen van een werk van een andere auteur reproduceren bij wijze van karikatuur, parodie en pastiche zonder dat hiervoor diens toestemming is vereist. Om te beantwoorden aan de uitzondering van de karikatuur, parodie en pastiche dient aan de volgende toepassingsvoorwaarden te worden voldaan:
- het werk moet vormelijk voldoende verschillend zijn van het origineel, en dus zelf voldoende creatief zijn;
- voor de normale lezer, kijker of luisteraar mag er geen verwarring mogelijk zijn tussen het origineel en de karikatuur, parodie of pastiche;
- het werk mag enkel die vormelementen hebben overgenomen die strikt noodzakelijk zijn;
- het werk moet een humoristische of kritische functie hebben zonder een al te nadrukkelijk commercieel oogmerk;
- het werk moet tegelijkertijd origineel zijn;
- het werk moet spotten met het originele werk.
Slechts als is voldaan aan al deze toepassingsvoorwaarden geldt de uitzondering van de karikatuur, parodie en pastiche. De veelheid aan toepassingsvoorwaarden zorgt er voor dat in de Belgische rechtspraak zelden een parodie wordt weerhouden.
Uitzonderingen op het auteursrecht - erfgoedorganisaties
Voor elke handeling ten aanzien van een bepaald werk van een auteur is zijn toestemming vereist. In ruil voor het geven van die toestemming kan de auteur een vergoeding eisen. Er zijn echter bepaalde handelingen die de auteur niet kan verbieden.
Een aantal van deze uitzonderingen zijn onder bepaalde voorwaarden bruikbaar voor erfgoedorganisaties:
- de preserveringsuitzondering;
- de uitzondering voor intra muros exploitatie;
- de uitzondering voor reclamedoeleinden.
De preserveringsuitzondering
Een bibliotheek, museum of archief kan zich enkel beroepen op de preserveringsuitzondering als het om een publiek toegankelijke instelling gaat die niet het behalen van een direct of indirect economisch of commercieel voordeel nastreeft. Bovendien moet het aantal gemaakte kopieën evenredig zijn aan het voor de bewaring van het culturele en wetenschappelijke patrimonium gestelde doel. Dit betekent dat de bibliotheken, musea en archieven werk uit hun collecties mogen migreren naar ieder ander formaat indien dit vereist is voor een geschikte langetermijnbewaring. Een bijkomende voorwaarde is evenwel dat de reproductie niet in de weg mag staan van een normale exploitatie van het werk en dat ze geen onredelijk nadeel mag toebrengen aan de wettige belangen van de auteur. De kopieën die met behulp van de preserveringsuitzondering worden vervaardigd, blijven eigendom van de instellingen, die zichzelf ieder commercieel of winstgevend gebruik ervan ontzeggen. De auteur kan wel steeds toegang krijgen tot de kopieën wanneer hierbij rekening wordt gehouden met de bewaring van het werk en een vergoeding wordt betaald voor het geleverde werk van de instellingen.
De uitzondering voor intra muros exploitatie
Een bibliotheek, museum of archief (of onderzoeks- en onderwijsinstelling) kan zich beroepen op de uitzondering voor intra muros exploitatie als de ontsluiting enkel gebeurt voor bezoekers die het materiaal willen raadplegen voor onderzoek of privéstudie. Er kan hierbij evenwel worden verondersteld dat de bezoeker van zulke instellingen deze bezoekt om zijn kennis bij te schaven, en dus noodzakelijkerwijze aan privéstudie doet. De instellingen mogen geen direct of indirect economisch of commercieel voordeel nastreven.
"In een arrest van 11 september 2014 verduidelijkt het Europese Hof van Justitie dat de instelling daarbij het recht heeft om analoog materiaal uit haar collectie te digitaliseren indien dit noodzakelijk is om die werken via speciale terminals in de gebouwen van die instellingen beschikbaar te stellen voor de gebruikers. Het afdrukken van deze werken op papier of de opslag ervan op een USB-stick, die door de gebruikers worden verricht via speciale terminals die zijn geïnstalleerd in de instellingen valt volgens het Hof van Justitie niet onder de draagwijdte van deze uitzondering. Het Hof stelt evenwel dat dit wel is toegestaan indien het nationaal recht (in een reprografie of digitale kopie uitzondering) in deze mogelijkheid voorziet. Naar Belgisch recht zal afdrukken mogelijk zijn van artikelen, werken van beeldende kunst of fragmenten van andere werken (dus niet een volledig boek) voor privégebruik en ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek. (Art. XI.190, 6° WER: de gedeeltelijke of integrale reproductie op papier of op een soortgelijke drager, van artikelen, van werken van beeldende of grafische kunst, of van korte fragmenten uit andere werken, met behulp van ongeacht welke fotografische techniek of enige andere werkwijze die een soortgelijk resultaat oplevert, wanneer die reproductie wordt verricht ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek, voor zover zulks verantwoord is door de nagestreefde niet-winstgevende doelstelling en die geen afbreuk doet aan de normale exploitatie van het werk, en voor zover de bron, waaronder de naam van de auteur, wordt vermeld, tenzij dit niet mogelijk blijkt.) Opslaan op een USB-stick zal enkel mogelijk zijn voor artikelen, werken van beeldende kunst of fragmenten van andere werken ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek (en niet voor privé-gebruik). De huidige compensatievergoedingsregeling (via Reprobel en Auvibel) is hiervoor verschuldigd." (J. Deene, SA&S)
De uitzondering voor reclamedoeleinden
Erfgoedorganisaties kunnen in bepaalde gevallen ook gebruik maken van de uitzondering voor reclamedoeleinden. Dit kan voor zover het reclame betreft voor de openbare tentoonstellingen (of openbare verkopen) van artistieke werken en voor zover deze reclame noodzakelijk is voor de promotie van die gebeurtenissen, met uitsluiting van enig ander commercieel gebruik. Dit betekent dat na afloop van bijvoorbeeld de openbare tentoonstelling voor de erfgoedorganisatie de mogelijkheid vervalt om zich te beroepen op deze uitzondering.
De bovenvermelde uitzonderingen zullen voor erfgoedorganisaties echter vaak geen oplossing bieden, omdat meerdere voorwaarden aan deze uitzonderingen zijn verbonden en ze door de rechtspraak op een restrictieve manier worden geïnterpreteerd. De toestemming in de vorm van een schriftelijke overeenkomst met de auteur of andere rechthebbende(n) blijft dan ook meestal noodzakelijk.
Uitzonderingen op het auteursrecht - panoramavrijheid
Wat is panoramavrijheid?
Met panoramavrijheid wordt bedoeld dat foto’s zonder de toestemming van de rechthebbende gemaakt en verspreid mogen worden van auteursrechtelijk beschermde beeldende, grafische of bouwkundige kunst die zich permanent in openbare plaatsen bevindt. Het auteursrecht beschermt niet alleen tot 70 jaar na diens dood de maker van de foto, maar ook de maker(s) van het onderwerp op de foto. Wanneer het onderwerp van de foto kunstwerken of gebruiksvoorwerpen zijn, bv. een gebouw of designmeubilair, is de toestemming van hun makers vereist. Wanneer het louter functionele vormen of technisch-bouwkundige voorzieningen zijn, bv. sleutels, bepaalde soorten gereedschap of liftkooien, is dit niet het geval. Dezelfde auteursrechtelijke bescherming geldt ook voor natuurlandschappen of –elementen waaraan menselijk ingrijpen te pas kwam (bv. tuinen, parken, bloemperken of bloemstukken). Enkel bij natuurelementen en landschappen die onaangeroerd en vrij van menselijk ingrijpen zijn, is er geen sprake een creatieve, menselijke ingreep en dus ook geen auteursrechtelijke bescherming.
Het auteursrecht beschermt ieder werk, ongeacht de plaats waar het zich bevindt. Het geldt ook voor de architect van een bijzonder gebouw en voor de beeldhouwer van een standbeeld in een park. Voor de invoering van de panoramavrijheid in België in juli 2016 gold de verplichting van toestemming dus ook voor foto’s van werken die zich permanent in openbare plaatsen bevinden. In ruil kon de auteur, zijn erfgenamen of hun vertegenwoordiger een vergoeding vragen. Door de panoramavrijheid kunnen dergelijke foto’s wel zonder toestemming gemaakt en verspreid worden als er geen afbreuk wordt gedaan aan de normale exploitatie van het werk en geen onredelijke schade wordt berokkend aan de wettige belangen van de auteur. (Indien hierover een discussie of een geschil ontstaat, is het aan de rechter om te bepalen of er al dan niet afbreuk wordt gedaan aan de normale exploitatie en er onredelijke schade aan de auteur wordt berokkend.)
Onder openbaar plaatsen verstaat men o.a. publieke straten en pleinen die permanent bereikbaar zijn, dus geen openbare musea of het interieur van gebouwen die niet permanent open zijn voor het publiek en waarbij niet kan worden verondersteld dat de auteurs voor ogen hadden dat hun werken vrij zouden worden tentoongesteld. De reproductie kan in iedere vorm gebeuren, zowel op papier als in elektronische of andere vorm. Een bijkomende voorwaarde is dat de reproductie het werk moet weergeven zoals het zich in zijn gebruikelijke openbare plaats bevindt.
Waarom is panoramavrijheid belangrijk voor de cultureel-erfgoedsector?
In de collecties van cultureel-erfgoedinstellingen en -organisaties bevinden zich vaak foto’s van auteursrechtelijk beschermde beeldende, grafische of bouwkundige kunst die zich permanent in openbare plaatsen bevinden. Zelfs als de auteursrechten van de fotograaf vervallen zijn, hij zijn toestemming gaf of de foto’s zijn gemaakt door eigen medewerkers, konden die foto’s in het verleden niet online worden geplaatst.
Terwijl men voor een foto van bv. het Atomium anders nog tot en met 2075 toestemming had moeten vragen aan de erfgenamen van ontwerper André Waterkeyn (overleden in 2005), hoeft dit door de panoramavrijheid niet langer wanneer men de vermelde voorwaarden respecteert. Hetzelfde geldt voor de gebouwen ontworpen door bv. Victor Horta, zoals het Brusselse Centraal Station en het Paleis voor Schone Kunsten, die nog tot 1 januari 2018 onder de auteursrechtelijke bescherming vallen. Maar ook van recentere gebouwen kunnen nu foto’s worden verspreid, evenals van werken in de openbare ruimte van hedendaagse kunstenaars zoals bv. het mozaïek ‘Dead Skull’ van Luc Tuymans aan het MAS in Antwerpen of het beeld ‘Totem’ van Jan Fabre op het Ladeuzeplein in Leuven.
Interpretatief advies SA&S m.b.t. panoramavrijheid
Op vraag van FARO. Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed formuleerde advocaat Joris Deene (SA&S - Samenwerkingsverband Auteursrecht & Samenleving) een interpretatief advies over de zogenaamde ‘panoramavrijheid’. Het volledige advies vind je Bestand:20160823 advies panoramavrijheid jd.pdf.
De naburige rechten (1)
Naast de auteur genieten ook andere personen die een belangrijke bijdrage aan de uitvoering, productie of verspreiding van het werk hebben geleverd, bescherming:
- uitvoerende kunstenaars (zangers, dansers, muzikanten, toneelspelers, koorleden, filmacteurs ...);
- producenten van fonogrammen en producenten van de eerste vastleggingen van films;
- omroeporganisaties.
Dit zijn de naburen van de auteur: personen die zelf geen werken tot stand brengen, maar die door hun activiteit een belangrijke bijdrage leveren aan de uitvoering, productie en verspreiding van de werken van de auteur.
Zij hebben de toestemming van de auteur nodig voor het uitvoeren of reproduceren van zijn werk, maar kunnen nadien ook eigen rechten laten gelden op de uitvoering, op de fonogram, op de eerste vastlegging van de film, op de uitzending ...
In bepaalde gevallen kan een persoon tegelijkertijd auteur en houder van naburige rechten zijn: bijvoorbeeld een componist die muziekstukken schrijft (auteur) en deze ook zelf vertolkt (uitvoerende kunstenaar).
Ook diegene die de naburige rechten bezit, kan een eis tot vergoeding stellen. De beschermingsduur van de naburige rechten is minstens 50 jaar, te rekenen vanaf de eerste januari die volgt op de datum van de prestatie. Wanneer de uitvoering binnen deze termijn van 50 jaar publiek gemaakt wordt, treedt een verlenging van deze termijn op. Indien een vastlegging van de uitvoering op een fonogram (een geluidsdrager, bv. een uitgegeven cd) op geoorloofde wijze gepubliceerd of publiek medegedeeld is, wordt de termijn verlengd met 70 jaar vanaf die eerste publicatie. Indien de publiekmaking op een andere manier gebeurt dan via een fonogram (bv. via een uitzending op de radio), wordt de termijn verlengd met 50 jaar vanaf de datum van de eerste mededeling aan het publiek.
Na het overlijden van de uitvoerende kunstenaar worden de rechten uitgeoefend door diens erfgenamen of legatarissen, tenzij de uitvoerende kunstenaar ze aan een bepaald persoon heeft toegekend, met inachtneming van het wettelijk voorbehouden erfdeel dat aan de erfgenamen toekomt.
De rechthebbenden van de naburige rechten hebben recht op een billijke vergoeding. Deze vergoeding wordt voor hen geregeld door beheersvennootschappen die de naburige rechten innen en herverdelen onder de verschillende rechthebbenden.
De naburige rechten (2)
Naar analogie met het auteursrecht spreekt de wet ook bij de naburige rechten van morele rechten en vermogensrechten. Deze zijn niet geheel identiek aan de rechten van auteurs en zijn evenmin identiek voor alle drie categorieën van uitvoerende kunstenaars.
Onder de naburige rechten gelden de morele rechten enkel voor de uitvoerende kunstenaars. De morele rechten beschermen de persoonlijkheid van de uitvoerende kunstenaar zoals die tot uiting komt in zijn interpretatie of uitvoering. Zowel producenten van fonogrammen en films als omroeporganisaties hebben geen morele rechten. De morele rechten zijn exclusief en onoverdraagbaar, maar worden beperkt tot het vaderschapsrecht en het recht op integriteit. De uitvoerende kunstenaar kan eisen dat zijn naam wordt vermeld bij de exploitatie van zijn prestatie (= vaderschapsrecht). Dit recht moet worden uitgeoefend overeenkomstig de eerlijke beroepsgebruiken. Het is verboden om op onjuiste wijze een prestatie aan een uitvoerend kunstenaar toe te schrijven. De uitvoerende kunstenaar kan zich verzetten tegen elke wijziging of misvorming van zijn prestatie (= integriteitsrecht van de uitvoering). In tegenstelling tot de auteurs beschikken de uitvoerende kunstenaars dus niet over het divulgatierecht. Dit is het recht op de eerste bekendmaking van zijn werk aan het publiek: in tegenstelling tot de auteur kan de uitvoerend kunstenaar niet beslissen of hij een werk klaar acht voor publicatie en of hij het wil meedelen aan een publiek.
Wat de vermogensrechten betreft, genieten de naburen de bescherming van
- het reproductierecht;
- het recht van mededeling en terbeschikkingstelling aan het publiek;
- het distributierecht.
Voor elke reproductie is de toestemming vereist van de houders van de naburige rechten, ongeacht de gebruikte reproductietechniek (cd, dvd, een digitale of andere drager...). Alle vormen van kopie vallen hieronder: definitieve of tijdelijke, volledige of gedeeltelijke kopieën, kopieën gemaakt met het doel om ze te verkopen of gratis te verspreiden, kopieën bestemd voor een derde of voor zichzelf (met uitzondering van de privékopie).
De toestemming van de houders van de naburige rechten is noodzakelijk voor elke mededeling aan het publiek. Er zijn evenwel twee belangrijke situaties waarbij toestemming niet nodig is:
- de mededeling aan het publiek op een openbare plaats, op voorwaarde dat die prestatie niet voor een voorstelling wordt gebruikt en de toegang gratis is;
- de uitzending via de omroep.
Wel zal in deze twee gevallen een billijke vergoeding worden geïnd ten behoeve van de houders van de naburige rechten.
De toestemming van de houders van de naburige rechten is vereist om materiële exemplaren van een film of fonogram te verspreiden.
De uitvoerende kunstenaars zullen vaak hun vermogensrechten (maar niet hun morele rechten) overdragen aan de producenten. De voorwaarden voor deze overdrachtsovereenkomsten zijn dezelfde als de voorwaarden die van toepassing zijn op overeenkomsten tussen auteurs en exploitanten. Indien de uitvoerende kunstenaar zijn vermogensrechten heeft overgedragen aan de producent, zal de toestemming van de producent vereist zijn voor elke exploitatie van de uitvoering van de uitvoerende kunstenaar.
Het portretrecht
Het portretrecht of het recht op afbeelding staat los van de auteursrechtelijke bescherming van de auteur van het portret en regelt louter het gebruik van het portret. Aan iedere persoon wordt het recht op afbeelding toegekend. Het komt dan ook alleen aan de betrokken persoon toe om te beslissen of van hem een afbeelding mag worden genomen en gebruikt. Het nemen van een afbeelding en het (verdere) gebruik van het beeldmateriaal is dus onderworpen aan de toestemming van de betrokken persoon. De toestemming om van iemand foto’s of videobeelden te nemen betekent niet noodzakelijk dat er toestemming is om deze afbeelding te publiceren of te verspreiden. Beide staan los van elkaar en moeten dus apart gevraagd worden.
De rechtspraak aanvaardt steeds vaker dat een minderjarige met onderscheidingsvermogen zelf zijn toestemming kan geven. De huidige rechtspraak beoordeelt dit begrip volgens de concrete, feitelijke omstandigheden van de zaak, maar vaak ligt de leeftijdsgrens op 12 à 14 jaar (hetgeen ook door de Privacycommissie wordt aanvaard).
Net als het auteursrecht heeft het portretrecht twee aspecten: een moreel recht en een economisch recht. Het morele aspect kan men niet overdragen aan een derde, het kan ook niet verjaren en men kan er niet aan verzaken. De geportretteerde kan in ruil voor het geven van de toestemming voor het maken, reproduceren, verspreiden, aan het publiek mededelen of gebruiken van zijn portret een financiële vergoeding vragen. Dit economische aspect kan in tegenstelling tot het morele aspect wel worden overdragen.
Het morele aspect bepaalt dat de geportretteerde (of zijn erfgenamen) zich tegen het gebruik van het portrecht kan verzetten om redenen van privacy, of wanneer hij vindt dat hij door publicatie of vertoning van de afbeelding schade oploopt.
Een auteur, eigenaar of potentiële gebruiker van de afbeelding kan het portret niet reproduceren en/of publiek meedelen zonder de toestemming van de geportretteerde (of zonder toestemming van zijn erfgenamen gedurende de eerste 20 jaar na zijn overlijden). Toestemming kan zowel schriftelijk als mondeling worden gegeven. De toestemming kan expliciet zijn, maar kan ook stilzwijgend worden gegeven. Een stilzwijgende toestemming moet uit de omstandigheden kunnen worden afgeleid; een expliciete toestemming is de regel. De gebruiker van de afbeelding zal in geval van betwisting steeds de toestemming moeten kunnen bewijzen. De toestemming is bovendien in principe bijzonder en niet algemeen. Dit betekent dat de toestemming betrekking heeft op bepaalde concrete afbeeldingen en/of bepaalde concrete gebruikswijzen. De toestemming moet ook restrictief worden geïnterpreteerd; dit betekent dat de toestemming tot één gebruik niet automatisch de toestemming tot een ander gebruik impliceert. De gebruiker kan het portret dus niet gebruiken voor andere doeleinden dan werd afgesproken. De toestemming is steeds herroepbaar door de geportretteerde, maar niet op een willekeurige wijze.
Het portretrecht is van toepassing op allerlei soorten afbeeldingen. De gebruikte techniek (foto, film, tekening, schilderij ...) is van geen belang. Het kan zowel om waarheidsgetrouwe afbeeldingen gaan als om een karakteristieke houding of een typerende context waardoor de geportretteerde herkenbaar wordt voorgesteld.
Algemeen wordt aangenomen dat wanneer een persoon zich in de openbaarheid (bijvoorbeeld op een publieke plaats) begeeft, hij zijn stilzwijgende toestemming geeft. Deze toestemming wordt afgeleid uit de feitelijke omstandigheden. Zijn toestemming blijft wel vereist voor het gebruik en de reproductie van de genomen foto of video wanneer hij het hoofdonderwerp vormt van de foto of de video. Wanneer bepaalde personen toevallig op een foto of video staan die werd genomen op een publieke plaats (bijvoorbeeld een foto van een gebouw waarbij tegelijkertijd enkele personen toevallig mee worden afgebeeld), dan gaat men er in principe van uit dat een toestemming voor het verdere gebruik van die foto of video niet is vereist. Wanneer afbeeldingen van een menigte worden genomen, is er in principe ook geen toelating nodig (noch voor het nemen, noch voor het gebruik nadien), omdat ook hier de weergave van de persoon bijkomstig is. Wat onder de noemer "menigte " valt, wordt geval per geval beoordeeld.
Publieke personen (bijvoorbeeld politici, sportvedetten, zangers …) dienen in principe ook geen voorafgaande toestemming te geven. Hier geldt immers het recht op informatie, mits enkele voorwaarden worden nageleefd. Zo moet de afbeelding van een publiek persoon een informatief doeleinde hebben (dus geen commercieel gebruik) en mag ze het recht op eerbiediging van het privéleven niet schenden. Om dit te beoordelen, wordt rekening gehouden met de concrete omstandigheden; er is bijvoorbeeld geen schending als de beelden werden genomen tijdens de uitoefening van een openbare activiteit. Sommige personen worden slechts tijdens een welbepaalde gebeurtenis als publieke persoon aanzien, bijvoorbeeld naar aanleiding van een ramp of een misdrijf. De afbeelding van deze persoon moet dan ook zijn gerelateerd aan deze gebeurtenis. De betrokkene heeft na verloop van tijd het recht om vergeten te worden.
Rechtsbescherming van databanken
Een overzicht van voorstellingen in filmzalen, het raadplegen van de uurroosters van bus of trein, het zoeken van een telefoonnummer in een telefoonboek, enz. zijn voorbeelden van hoe wij dagelijks databanken gebruiken.
Databanken zijn onmisbare hulpmiddelen in een informatiemaatschappij. Dit is zeker het geval voor het Internet waar talloze voorbeelden van databanken te vinden zijn: jobsites, immobilieënsites, websites met financiële informatie, enz.
Het verzamelen van al deze gegevens en de organisatie ervan tot een overzichtelijk geheel dat toelaat om precieze informatie terug te vinden, vergen een substantiële investering vanwege producenten van databanken. Dergelijke databanken hebben ook in heel wat gevallen een grote economische waarde. Dit is ook de reden waarom databanken genieten van een bescherming door de wet.
Het Belgisch recht voorziet in twee soorten van rechtsbescherming voor databanken.
Om te verhinderen dat concurrenten zich databanken of delen ervan zouden toe-eigenen, heeft de wetgever het sui generis recht (databankenrecht) ten voordele van de producenten van databanken ingesteld.
Wanneer de structuur van de databank origineel is, kan ook de bescherming van de auteurswet worden ingeroepen.
- Wat is een databank?
- De bescherming van databanken door het intellectuele eigendomsrecht
- Voorwerp en beschermingsvoorwaarden van het sui generis recht (databankenrecht)
- De beschermingsomvang van het sui generis drecht (databankenrecht)
- Uitzonderingen op de exclusieve rechten van de producent van een databank
- De beschermingsduur van het sui generis recht (databankenrecht)
- Wie zijn de houders van het sui generis recht (databankenrecht)?
- De bescherming van databanken door het auteursrecht
Bron: economie.fgov.be/rechtsbescherming databanken (archive.org)
Wat is een databank?
Een databank is een verzameling van gegevens.
Opdat er sprake zou zijn van een databank, moeten de samenstellende elementen zelfstandig zijn. Dit betekent dat de gegevens gescheiden moeten kunnen worden zonder dat daarbij de betekenis van elk gegeven afzonderlijk wordt aangetast.
- Een roman is bijvoorbeeld geen databank. Een roman bestaat immers uit meerdere hoofdstukken die in een bepaalde volgorde moeten gelezen worden. Deze hoofdstukken zijn geen zelfstandige gegevens. Een encyclopedie daarentegen bestaat uit duizenden onderdelen, die onafhankelijk van elkaar geraadpleegd kunnen worden. Een encyclopedie is bijgevolg wel een databank.
De elementen waaruit een databank is samengesteld, kunnen beschermd zijn door het auteursrecht. Dit is echter niet altijd zo, aangezien deze elementen ook simpele niet-auteursrechtelijk beschermde feiten kunnen zijn.
- Een repertorium van gedichten uit de XXe eeuw is een databank samengesteld uit auteursrechtelijke beschermde werken. Mocht het repertorium daarentegen slechts niet-originele gegevens bevatten (titel, naam van de auteur, datum van het werk, enz.), zonder de teksten van de gedichten, dan zouden deze afzonderlijke gegevens niet beschermd zijn, maar kan het repertorium zelf toch nog steeds als databank beschermd zijn.
De werken en gegevens die de databank bevat, moeten systematisch of methodisch geordend zijn. Uitgesloten zijn dus niet-georganiseerde verzamelingen van gegevens. Bovendien moet elk werk of gegeven van de databank afzonderlijk toegankelijk zijn. Er moet dus een hulpmiddel zijn om elk element afzonderlijk te kunnen vinden (bijvoorbeeld een index, een inhoudstafel, een elektronische of andere zoekfunctie).
- Zo is een telefoonboek een databank. Elk nummer is immers afzonderlijk toegankelijk dankzij de alfabetische rangschikking.
Bescherming wordt zowel aan elektronische als aan niet-elektronische databanken, zoals papieren databanken (woordenboeken, telefoonboeken, steekkaarten) verleend.
- Op het internet vinden we vele voorbeelden van elektronische databanken, zoals websites met immobiliënaankondigingen, vacatures, financiële informatie, uurroosters van de Belgische cinema’s, enz. Ze voldoen aan de definitie van databanken aangezien het om verzamelingen van gegevens gaat, die op een systematische of methodische manier geordend zijn en waarvan de afzonderlijke gegevens bovendien afzonderlijk toegankelijk zijn dankzij elektronische hulpmiddelen.
Een ander voorbeeld van een niet-elektronische databank is een verzameling van papieren steekkaarten die de beeldhouwwerken in Brussel beschrijven.
- Een ander voorbeeld van een niet-elektronische databank is een verzameling van papieren steekkaarten die de beeldhouwwerken in Brussel beschrijven.
Bron: economie.fgov.be/rechtsbescherming databanken (archive.org)
De bescherming van databanken door het intellectuele eigendomsrecht
Databanken kunnen op een dubbele wijze worden beschermd
- Een specifiek “sui generis” recht beschermt de inhoud van een databank, d.w.z. het geheel van de gegevens die ze bevat. Dit sui generis recht (of databankenrecht) kan databanken beschermen zelfs al zijn deze niet origineel. Het doel van dit sui generis recht is om de investeringen in de sector te beschermen en te vermijden dat concurrenten de inhoud van databanken gewoon zouden overnemen. Deze sui generis bescherming van databanken is in een aparte wet geregeld, namelijk de wet van 31 augustus 1998 betreffende de rechtsbescherming van databanken (DBW).
- Het auteursrecht [ INTERNE LINK NAAR De bescherming van databanken door het auteursrecht ] beschermt de structuur van de databank, indien deze origineel is. De mogelijkheid van bescherming door het auteursrecht biedt echter voor databanken geen voldoende bescherming omdat veel databanken niet zullen voldoen aan het vereiste van originaliteit, wegens het nastreven van een methodische of een exhaustieve presentatie. De bescherming van databanken door het auteursrecht is geregeld door de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten (AW).
Indien de voorwaarden voor elk van deze beschermingsregimes zijn vervuld, kunnen deze regimes gecumuleerd worden. Één en dezelfde databank kan dus zowel door het databankenrecht (sui generis recht) als door het auteursrecht beschermd worden.
Bron: economie.fgov.be/bescherming door (archive.org)
Voorwerp en beschermingsvoorwaarden van het sui generis recht (databankenrecht)
Het voorwerp van de bescherming
Het sui generis recht heeft betrekking op het geheel van gegevens zoals die in een databank zijn verzameld.
De voorwaarden voor de bescherming
Het sui generis recht is van toepassing op databanken die het resultaat zijn van een kwalitatief of kwantitatief substantiële investering. Deze investering kan bestaan in het inzetten van belangrijke financiële, technische of personeelsmiddelen voor de aanmaak van de databank, zoals het aanwerven van gekwalificeerd personeel of de aankoop van specifiek technisch materiaal.
Zo vereist het aanmaken van een website met daarop de uurroosters van alle Belgische filmzalen een substantiële investering. Wekelijks moeten immers de juiste gegevens verzameld worden, moet specifieke software aangekocht of geschreven worden en dient de website zelf op proactieve wijze beheerd te worden.
De uurroosters voor het openbaar vervoer zullen daarentegen op zichzelf niet door het sui generis recht beschermd worden, aangezien de aanmaak ervan nodig is voor het organiseren zelf van het openbaar vervoer. Geen bijzondere investering zal nodig zijn voor het opnemen van deze uurroosters in een databank. Het is anderzijds niet uitgesloten dat, wanneer deze gegevens samen met een zoekfunctie en routebeschrijving binnen een webtoepassing online beschikbaar worden gesteld, de investering die nodig was voor de presentatie van al deze gegevens toch zal volstaan om het sui generis recht te kunnen toepassen.
Bron: economie.fgov.be/Voorwerp en beschermingsvoorwaarden van het sui generis recht (archive.org)
De beschermingsomvang van het sui generis recht (databankenrecht)
De producent van een databank heeft het recht om
- het gebruik van de databank of
- het kopiëren van de inhoud van de databank te verbieden.
Zonder toestemming van de producent van de databank is het dus niet toegestaan om een substantieel deel van de inhoud van een website op te vragen met de bedoeling die inhoud op een eigen website te plaatsen.
Zonder een dergelijke toestemming is het eveneens verboden kopieën van de databank te verspreiden, door ze te verhuren of via internet beschikbaar te stellen.
De opvraging en het hergebruik van niet-substantiële gedeelten (d.w.z. verwaarloosbare gedeelten die op zich geen belangrijke investering van de producent hebben vereist) valt niet onder de beschermingsomvang van het sui generis recht.
Let wel, het opvragen en hergebruik van niet-substantiële gedeelten maakt wel een inbreuk uit,
- indien dit op een herhaalde en systematische wijze gebeurt en
- wanneer dit strijdig is met een normale exploitatie van die databank of
- wanneer dit ongerechtvaardigde schade toebrengt aan de rechtmatige belangen van de producent van de databank.
Dit zal het geval zijn wanneer de herhaalde opvragingen het mogelijk maken om een gelijkaardige databank samen te stellen.
Voor bepaalde vormen van gebruik, zoals bijvoorbeeld het gebruik voor onderwijs- of privédoelstellingen, moet geen toestemming gevraagd worden aan de producent van de databank.
Het sui generis recht is een overdraagbaar recht en kan dus aan een derde worden overgedragen of in licentie gegeven. In tegenstelling tot wat de auteurswet voorschrijft, voorziet de databankenwet hiervoor in geen bijzondere vormvereisten.
Bron: economie.fgov.be/rechtsbescherming databanken/beschermingsomvang (archive.org)
Uitzonderingen op de exclusieve rechten van de producent van een databank
Bepaalde vormen van gebruik zijn toegestaan zonder dat de gebruiker hiervoor de voorafgaande toestemming van de producent van de databank moet verkrijgen. Het gaat hier over de uitzonderingen op het exclusief recht van de producent van een databank.
De handelingen die zonder de toestemming van de producent van de databank mogen worden gesteld, zijn de volgende:
- Opvraging en hergebruik van niet-substantiële delen van een databank (Let wel, het herhaald en systematisch opvragen of hergebruiken van dergelijke niet-substantiële delen op zodanige wijze dat de databank kan gereconstrueerd worden, is dan weer niet toegestaan).
- Opvraging voor privédoeleinden (deze uitzondering geldt enkel voor niet-elektronische databanken zoals, bijvoorbeeld, een verzameling steekkaarten).
- Opvraging zonder winstoogmerk ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek.
- Gebruik in het kader van de openbare veiligheid of administratieve of gerechtelijke procedures.
- Het doorverkopen van een exemplaar van een databank wanneer dit exemplaar met toestemming van de producent binnen de Europese Unie in de handel was gebracht (Deze uitzondering geldt echter niet voor transmissies over een netwerk).
Bron: economie.fgov.be/databanken/beschermingsduur (archive.org)
De beschermingsduur van het sui generis recht (databankenrecht)
Het sui generis recht heeft een beschermingsduur van 15 jaar, te rekenen vanaf het moment waarop de fabricage van de databank is voltooid.
Wanneer er aanvankelijk slechts een intern gebruik van de databank was, begint de termijn pas te lopen vanaf het ogenblik waarop ze ter beschikking werd gesteld aan het publiek (bijv. vanaf de verkoop).
Deze termijn wordt hernieuwd bij elke nieuwe substantiële investering die gedaan wordt naar aanleiding van een aanpassing van de databank (bijv. wanneer het up-to-date houden ervan een belangrijke financiële investering vereist).
Bron: economie.fgov.be/databanken/beschermingsduur (archive.org)
Wie zijn de houders van het sui generis recht (databankenrecht)?
Het sui generis recht komt toe aan de producent van de databank, die er dus de houder van is.
De producent van een databank is de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die het initiatief neemt tot, en het risico draagt van, de investeringen die hebben geleid tot de creatie van de databank.
Wanneer een databank wordt aangemaakt in het kader van een arbeidsovereenkomst, dan komt het sui generis recht in beginsel toe aan de werkgever, aangezien hij normaal diegene is die de nodige investeringen doet (bijv. het betalen van lonen en het aan de werknemer ter beschikking stellen van het nodige materiaal).
Wordt de databank op bestelling tot stand gebracht (opdrachtgeving), dan zal de opdrachtgever normaal als de producent van de databank worden aanzien omdat hij diegene is die het initiatief heeft genomen en de opgeleverde databank heeft gefinancierd.
Bron: economie.fgov.be/databanken/houder (archive.org)
De bescherming van databanken door het auteursrecht
In principe zijn alle regels van het auteursrecht ook op databanken van toepassing, tenzij de wet een specifieke regeling voorziet.
Voorwerp
Het auteursrecht verleent bescherming aan de structuur van de databank, d.w.z. aan de manier waarop de gegevens zijn geordend en geklasseerd.
Een databank is slechts auteursrechtelijk beschermd indien de structuur origineel is, d.w.z. indien de keuze en rangschikking van de inhoud van de databank, getuigt van een eigen intellectuele schepping van de maker.
Dat aan de samenstelling van de databank veel arbeid en investeringen besteed werden, volstaat op zich niet om aan de vereiste van originaliteit te voldoen.
Het is noodzakelijk dat de keuze van de wijze van ordening van de gegevens binnen het geheel niet louter door technische of logische voorschriften werd bepaald, maar dat de auteur ook keuzes maakte in de ordening zodat ze getuigt van originaliteit.
Zo is een klassieke telefoongids geen originele databank omdat er slechts één logische manier bestaat om adressen en telefoonnummers te ordenen, namelijk alfabetisch. Het is anderzijds niet uitgesloten dat een gids origineel is, bijvoorbeeld wanneer de gegevens van personen gerangschikt worden volgens een originele structuur, en meer bepaald op basis van bijzondere criteria (bijv. een professionele gids die mensen indeelt volgens hun expertise, woonplaats, enz.)
Het auteursrecht kan ook de inhoud (de elementen) van een databank beschermen, indien deze elementen origineel zijn. Zo zullen de gedichten die zijn opgenomen in een repertorium van gedichten ook zelf door het auteursrecht worden beschermd indien ze op zich getuigen van originaliteit. Het auteursrecht behoort dan toe aan de auteurs van deze gedichten en hun voorafgaande toestemming zal vereist zijn.
Indien de databank niet origineel is, dan kan de producent ervan nog steeds genieten van de bescherming door een sui generis recht, dat een specifiek beschermingsregime voor databanken inhoudt.
Beschermingsomvang van het auteursrecht op databanken
De beginselen van het auteursrecht zijn van toepassing op databanken.
De beschermingstermijn is 70 jaar, te rekenen vanaf het overlijden van de auteur.
De auteur van een databank heeft het recht om de reproductie (bijv. iemand ontwikkelt een concurrerende databank op basis van dezelfde structuur), de mededeling aan het publiek, de distributie en het uitlenen en verhuren te verbieden. Ook heeft hij een moreel recht op de databank.
Uitzonderingen op het auteursrecht op databanken
De wetgever heeft uitzonderingen voorzien op het auteursrecht op databanken. In deze gevallen zal de gebruiker geen voorafgaande toestemming van de auteur moeten bekomen.
De belangrijkste uitzonderingen zijn:
- elke handeling die noodzakelijk is om toegang te krijgen tot, of normaal gebruik te maken van, de databank;
- de reproductie van een niet-elektronische databank (bijv. op papier) voor privégebruik;
- het gebruik van de databank ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek;
- de reproductie van korte fragmenten van een databank voor actualiteitsverslaggeving;
- de toevallige reproductie van een databank die op een openbare plaats tentoongesteld is;
- de gratis en privémededeling van een databank in familiekring of in het kader van schoolactiviteiten.
Aan wie komt het auteursrecht op databanken toe?
Zoals in het klassieke auteursrecht, komt het auteursrecht op een databank toe aan de natuurlijke persoon of personen die de databank hebben gemaakt.
In afwijking van het klassieke auteursrecht, worden de vermogensrechten op een databank die door een werknemer (of ambtenaar) is gecreëerd, vermoed te zijn overgedragen aan de werkgever, tenzij anders overeengekomen. Dit vermoeden van overdracht geldt slechts voor databanken in de niet-culturele sector en voor zover ze werden gecreëerd door werknemers of ambtenaren bij de uitoefening van hun taken, of volgens de onderrichtingen van hun werkgever.
Voor databanken die gecreëerd zijn op bestelling, is de algemene regel van toepassing: de maker is de houder van het auteursrecht, tenzij de partijen uitdrukkelijk een andere regeling hebben afgesproken.
Bron: economie.fgov.be/intellectuele/rechtsberscherming/Bescherming door auteursrecht (archive.org)
3: Handboek rechten klaren: Verzaking & Overdracht van rechten
Vermogensrechten kan de auteur overdragen. De morele rechten daarentegen kunnen niet door de auteur worden overgedragen, maar hij kan er onder bepaalde voorwaarden wel aan verzaken. Deze sectie behandelt de wijze waarop de auteur kan verzaken aan zijn rechten of deze rechten kan overdragen aan een derde.
- Verzaking aan morele rechten
- Overdracht van vermogensrechten – algemene regels
- Overdracht van vermogensrechten - vervreemding en licentie
- Creative Commons
- Creative Commons – praktisch
- Creative Commons – licenties
- Creative Commons – CC0 en Public Domain Mark
- Overdracht van vermogensrechten aan de opdrachtgever of werkgever
- Overdracht van vermogensrechten aan een uitgever
- Overdracht van vermogensrechten aan een filmproducent
Verzaking aan morele rechten
In tegenstelling tot de vermogensrechten zijn de morele rechten in principe onvervreemdbaar. Een auteur kan dus zijn morele rechten niet aan een derde overdragen via een contractuele overeenkomst. Wel kan een auteur contractueel verzaken aan zijn morele rechten door specifieke morele rechten af te staan. Deze afstand moet echter beperkt en duidelijk omschreven zijn. De auteur moet zich bovendien kunnen blijven verzetten tegen elke misvorming, verminking of andere wijziging van zijn werk, alsook tegen enig andere aantasting van zijn werk die zijn eer of reputatie kan schaden. Voorbeelden van een dergelijke verzaking zijn de afstand van het recht op naamsvermelding die een auteur kan doen (bijvoorbeeld in het geval van een ghostwriter) en het instemmen met welomschreven wijzigingen van het werk door de opdrachtgever.
Overdracht van vermogensrechten – algemene regels
Enkel de vermogensrechten, en dus niet de morele rechten, zijn vatbaar voor gehele of gedeeltelijke overdracht aan een derde. Deze overdracht kan exclusief of niet-exclusief zijn.
De algemene regels voor een overdracht van rechten bepalen volgens het contractenrecht dat:
- de overdracht schriftelijk moet gebeuren;
- de overdracht restrictief (en in het voordeel van de auteur) moet worden geïnterpreteerd;
- de overeenkomst de omvang van de verleende rechten moet bepalen, met andere woorden voor elke exploitatiewijze dient de vergoeding, reikwijdte en duur uitdrukkelijk te worden vastgelegd;
- er geen afstand mogelijk is van bepaalde billijke vergoedingen;
- de overdracht een exploitatieplicht inhoudt die overeenkomstig is met de eerlijke beroepspraktijken;
- de overdracht enkel betrekking kan hebben op toekomstige werken, voor een beperkte tijd en voor zover het genre van de werken waarop de overdracht betrekking heeft, is bepaald;
- de overdracht van de rechten betreffende nog onbekende exploitatievormen nietig is.
De vermogensrechten kunnen door een overeenkomst worden vervreemd [INTERNE LINK NAAR Overdracht van vermogensrechten - vervreemding en licentie] of in licentie worden gegeven. Een dergelijke overdracht van rechten moet steeds schriftelijk gebeuren. Het contract moet de omvang van de overgedragen rechten bepalen. Bij betwisting zullen zowel de omvang van de rechten die door de auteur zijn overgedragen als de reikwijdte van de overdracht restrictief worden geïnterpreteerd. Diegene aan wie de rechten worden overgedragen, kan voortaan het werk exploiteren en dient dit te doen overeenkomstig de eerlijke beroepsgebruiken. Er kan geen overeenkomst worden opgemaakt met betrekking tot exploitatiewijzen die nog niet bestaan op het moment van de ondertekening van de overeenkomst. Zo was er tot het midden van de jaren 1990 bijvoorbeeld nog geen sprake van exploitatiewijzen zoals de dvd en het internet. Vermogensrechten op toekomstige werken kunnen worden overgedragen, maar enkel voor een beperkte termijn en als het genre van de werken waarop de overdracht betrekking heeft is bepaald. Een auteur kan dus een overeenkomst opmaken waarin wordt vastgelegd dat hij bepaalde rechten op bijvoorbeeld toekomstige muziekwerken, audiovisuele werken of fotografische werken overdraagt voor een termijn van bijvoorbeeld 10, 50 of 70 jaar. De auteur kan in ruil voor de overdracht een financiële vergoeding vragen. De overdracht van rechten in geval van een arbeidsovereenkomst of –statuut of bij werken op bestelling is iets soepeler.
De overdracht van de materiële drager van het werk impliceert geenszins de overdracht van de auteursrechten op het werk. Een erfgoedorganisatie die eigenaar is van bijvoorbeeld een schilderij, foto of beeldhouwwerk verkrijgt als koper van de materiële drager van het werk niet de auteursrechten op dit werk. Ze heeft wel het recht om het werk tentoon te stellen. In het beste geval kan de erfgoedorganisatie voor het stellen van andere handelingen rekenen op een van de uitzonderingen op het auteursrecht, bijvoorbeeld de preserveringsuitzondering.
Overdracht van vermogensrechten - vervreemding en licentie
Vervreemding
Onder vervreemding wordt verstaan dat de auteur zijn vermogensrechten op het werk afstaat aan een andere persoon of organisatie (bijvoorbeeld museum, omroep, film- of muziekproducent). Een vervreemding is in zekere zin te vergelijken met een verkoop. Door een dergelijke overdracht van auteursrechten verliest de auteur elke zeggenschap op vermogensrechtelijk vlak op zijn werk. Hij behoudt wel nog zijn morele rechten, waaraan hij echter in specifieke gevallen wel kan verzaken.
Licentie
Onder licentie wordt verstaan dat de auteur zijn toestemming geeft voor een bepaalde exploitatiewijze, maar hierbij zijn vermogensrechten niet definitief overdraagt. Het kan een exclusieve of een niet-exclusieve licentie betreffen. Bij een exclusieve licentie mag de licentienemer als enige het werk van de auteur exploiteren op de hem toevertrouwde wijze. Bij een gewone of niet-exclusieve licentie mag de licentienemer het werk op een bepaalde wijze exploiteren, maar mag het werk ook nog worden geëxploiteerd door de auteur zelf en door derden die door de auteur gerechtigd zijn. Er kan ook toestemming worden verleend voor één bepaalde exploitatiewijze, maar niet voor een andere. De toestemming kan bovendien worden beperkt in duur. Een licentie is in zekere zin te vergelijken met een verhuur. De auteur behoudt op vermogensrechtelijk vlak zeggenschap over zijn werk.
Indien met een auteur een overeenkomst wordt afgesloten, dan is vanuit het standpunt van de erfgoedorganisatie een vervreemding van rechten te verkiezen. In dat geval beschikt men immers over de grootste vrijheid. Voor de auteur daarentegen zal een vervreemding van rechten echter soms te ver gaan. Om een zekere mate van zeggenschap over zijn werk te behouden zal hij eerder kiezen om een licentie in plaats van een overeenkomst tot vervreemding af te sluiten.
Creative Commons
De Creative Commons-licentie is een nog jong en van oorsprong Amerikaans initiatief dat een betere verspreiding van open/free content en het stimuleren van creativiteit en innovatie beoogt. In wezen willen Creative Commons-licenties auteurs de vrijheid bieden om op een meer flexibele manier met hun auteursrechten om te gaan. Een Creative Commons-licentie is juridisch gezien een klassieke licentie en geen overeenkomst tot vervreemding van auteursrechten. De auteur blijft houder van zijn auteursrechten, maar geeft via een licentie aan derden de toestemming om onder bepaalde voorwaarden gebruik te maken van zijn werk. Een werk onder een Creative Commons-licentie verspreiden heeft als voordeel dat de iedereen door het label dat eraan wordt toegekend onmiddellijk weet wat hij al dan niet met het werk mag doen. Hij dient geen contact op te nemen met de auteur om diens toestemming te vragen. Creative Commons-licenties zijn bedoeld voor alle types werken (muziek, foto, video...) en richten zich tot alle soorten auteurs (muzikanten, fotografen, filmmakers, schrijvers).
In verschillende landen bestaan er ondertussen Creative Commons-delegaties die de Amerikaanse Creative Commons-licentie hebben vertaald naar het nationale recht en de nationale landstaal. Deze vertaling en aanpassing waarborgt dat de Creative Commons-licentie volledig is aangepast aan het recht dat nationaal van toepassing is (dus in het land van de licentiegever). In België is de eerste ‘Creative Commons Public License’ (CCPL) gelanceerd in november 2004 en zijn ondertussen de Creative Commons-licentie vertaald naar het Nederlands en het Frans.
Het gebruik van Creative Commons-licenties doet geen afbreuk aan de bepalingen in de Belgische Auteurswet. In de Belgische versie van de Creative Commons-licenties wordt ook uitdrukkelijk bepaald dat elk gebruik van het werk op een manier die onder de verleende licentie valt, de aanvaarding van de licentie impliceert, zodat hierover geen betwisting kan zijn. De zes Creative Commons-licenties hebben allen gemeenschappelijk dat ze niet-exclusief en gratis zijn, wereldwijd gelden en onbeperkt zijn in tijd. Een auteur kan dus nog steeds perfect zijn werk onder een Creative Commons-licentie plaatsen en vervolgens nog een aparte licentieovereenkomst afsluiten met het oog op een uitgave van bijvoorbeeld een boek.
Alhoewel auteurs gerechtigd zijn om bepaalde rechten zelf of door een andere vennootschap naar keuze te laten uitoefenen, claimen de beheersvennootschappen in de toetredingscontracten met hun leden vaak een beheersmandaat voor zowel huidige als toekomstige werken. Wanneer een auteur een dergelijk toetredingscontract ondertekent of reeds heeft ondertekend, kan hij in principe geen Creative Commons-licentie aan zijn werken toekennen. Hij zal hiervoor eerst een goedkeuring van de beheersvennootschap moeten krijgen. Indien hij dit niet doet, kan de auteur door zijn beheersvennootschap worden beschuldigd worden van contractbreuk. In Nederland experimenteren Creative Commons Nederland en de beheersvennooschap Buma/Stemra momenteel wel met een regeling die het mogelijk maakt om door de beheersvennootschap de vergoedingen te laten innen voor commercieel gebruik van het werk en tegelijkertijd zelf als auteur het werk ter promotie aan te bieden onder Creative Commons-licenties voor niet-commercieel gebruik.
Creative Commons-licenties leveren vandaag maar een beperkte bijdrage aan de oplossing van de problematiek van de auteursrechten in de cultureelerfgoedsector. De belangrijkste belemmering is dat erfgoedorganisaties de Creative Commons-licenties slechts kunnen aanwenden wanneer ze zelf de rechthebbende van de content zijn.
Creative Commons – praktisch
Er is keuze uit zes standaardlicenties. Ze hebben elk hun eigen label en kennen de gebruikers welomlijnde rechten toe met betrekking tot de aangeleverde inhoud.
Deze zes standaardlicenties maken gebruiken van vijf icoontjes:
De manier waarop de auteur/licentiegever een Creative Commons-licentie toekent aan zijn werk is zeer eenvoudig. Voor online werken selecteert de auteur eerst op de website van Creative Commons.org de gewenste licentie en jurisdictie. Vervolgens tikt hij een standaardformule in waardoor hij de html-code krijgt die automatisch het logo en de bijhorende Creative Commons-verklaring met URL-link op zijn website/werk zal plaatsen. De html-code bevat ook de metadata die het mogelijk maakt dat het werk wordt gevonden door zoekmachines die uitgerust zijn voor Creative Commons. Voor offline werken selecteert de auteur eveneens eerst op de website van Creative Commons.org de gewenste licentie en jurisdictie. Vervolgens plaatst hij het gepaste logo en de bijhorende Creative Commons-verklaring met URL-link op zijn werk. Het enige verschil tussen het gebruik van een Creative Commons-licentie voor een online en een offline werk is dat offline werken niet de metadata zullen bevatten waardoor ze gevonden kunnen worden door zoekmachines die zijn uitgerust voor Creative Commons.
Creative Commons – licenties
De zes klassieke Creative Commons-licenties zijn:
| |
| |
| |
| |
| |
|
Creative Commons – CC0 en Public Domain Mark
Naast de zes klassieke licenties biedt Creative Commons ook twee manieren aan om aan te geven dat een werk zonder beperkingen kan worden gebruikt:
| |
|
Overdracht van vermogensrechten aan de opdrachtgever of werkgever
Voor werken gemaakt in opdracht blijft de uitvoerende auteur de auteursrechthebbende, behalve wanneer de opdrachtgever het ontwerp bedacht én het werk onder zijn leiding en toezicht tot stand kwam. Een overdracht naar de opdrachtgever of werkgever kan enkel betrekking hebben op de vermogensrechten die toebehoren aan de auteur, niet op de morele rechten. De morele rechten blijven steeds bij de auteur, zelfs bij een overdracht van de vermogensrechten.
Tenzij bij de creatie van software en sommige databanken bestaat er géén automatische overdracht van het auteursrecht van de auteur aan zijn werkgever. Dit betekent dat de auteursrechten van werknemers en ambtenaren enkel worden overgedragen aan hun werkgever als deze overdracht uitdrukkelijk is voorzien in het arbeidscontract, het statuut van de ambtenaar of een afzonderlijke overeenkomst. Als dit niet het geval is, worden de auteursrechten niet overgedragen. Een overdracht is bovendien slechts mogelijk als het werk door de auteur daadwerkelijk is gecreëerd in het kader van de arbeidsovereenkomst of het statuut. Werken die bijvoorbeeld door de werknemer of ambtenaar zijn gecreëerd in zijn vrije tijd, vallen hier niet onder.
Er bestaat geen exploitatieplicht voor de werkgever; de werkgever kan met andere woorden vrij beslissen of hij de overgedragen rechten van werknemer of ambtenaar al dan niet zal exploiteren. Er is ook geen verplichting om per exploitatiewijze de vergoeding, reikwijdte en duur te bepalen. De overdracht kan dus via zeer algemeen geformuleerde clausules geregeld worden. Een overdracht van rechten betreffende nog onbekende exploitatiewijzen is mogelijk, maar slechts geldig als ze uitdrukkelijk is bedongen en aan de overdracht een aandeel is gekoppeld in de door die exploitatie gemaakte winst. Een overdracht van rechten betreffende toekomstige werken is mogelijk zonder beperking in tijd en zonder beperking qua genre; het is dus mogelijk om de rechten over te dragen op alle werken die de auteur (werknemer of ambtenaar) creëert tijdens de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst of statuut.
Ook voor werken die worden gecreëerd in opdracht geldt een dergelijke regeling. De voorwaarden voor een overdracht van de vermogensrechten bij een werk op bestelling zijn:
- de opdrachtgever oefent een activiteit uit in de niet-culturele sector of in de reclamewereld;
- het bestelde werk moet voor die activiteit zijn bestemd;
- de overdracht van rechten moet uitdrukkelijk voorzien zijn.
Overdracht van vermogensrechten aan een uitgever
Door middel van een overeenkomst kunnen bepaalde vermogensrechten worden overgedragen aan een uitgever, die hem in staat stellen om het werk te reproduceren en te verspreiden.
De overdracht aan een uitgever kan zowel de vorm hebben van een overeenkomst tot vervreemding als van een licentie. In de praktijk zijn contracten met uitgevers meestal een overeenkomst tot vervreemding. De vermogensrechten van auteurs op een bepaald werk worden dus volledig overgedragen aan de uitgever. Met betrekking tot toekomstige werken is enkel een overdracht van rechten aan een uitgever mogelijk als deze slechts geldt voor een beperkte tijd en voor zover het genre is bepaald waarop de overdracht betrekking heeft.
Overdracht van vermogensrechten aan een filmproducent
Al wie een belangrijke inbreng heeft bij het maken van een film kan rechten voorbehouden of overdragen. De wet gaat er echter van uit dat, tenzij anders wordt afgesproken, deze vermogensrechten worden overgedragen aan de producent van de film. De wetgever acht deze overdracht van rechten noodzakelijk om de producent in staat te stellen het audiovisuele werk te exploiteren. Hij heeft er immers financieel in geïnvesteerd. Hij is in ruil voor de overdracht wel een billijke vergoeding verschuldigd.
In de praktijk wordt deze vaak in één keer afgekocht met behulp van een lump sum, een eenmalige betaling. In plaats dat de filmproducent iedereen die een belangrijke inbreng heeft gehad bij het maken van een film vergoedt voor hun rechten telkens er opbrengsten zijn, zal hij hen eenmalig vergoeden met een vast bedrag in plaats van hen met enige regelmaat (bijvoorbeeld elk jaar) een vergoeding te betalen.
Bij de vertoning van de film is de toestemming van de producent vereist, niet van de filmmaker. Het is de producent die beslist:
- of hij die toestemming geeft of weigert;
- of hij in ruil voor zijn toestemming een vergoeding eist;
- hoe vaak en/of hoe lang de film mag worden vertoond.
4: Handboek rechten klaren: Beheer van Rechten
De auteur kan zelf instaan voor het beheer van de rechten op zijn werk, maar vaak zal hij die taak overdragen aan een beheersvennootschap. Deze sectie gaat over het beheer van auteursrechten en naburige rechten door beheersvennootschappen.
Beheersvennootschappen
Om te genieten van een auteursrechtelijke bescherming is het niet noodzakelijk dat de auteur of diens nabuur zich aansluit bij een beheersvennootschap, maar een aansluiting bij een beheersvennootschap biedt de rechthebbende het voordeel dat zijn rechten op een meer efficiënte wijze worden beheerd. Naast andere functies wil een collectieve beheersvennootschap er immers in de eerste plaats voor zorgen dat, voor rekening van haar leden, de naleving en de betaling van de auteursrechten wordt verzekerd.
Beheersvennootschappen hebben vier belangrijke functies:
- het collectieve beheer van de rechten van haar leden;
- het adviseren van haar leden bij het individuele beheer van rechten;
- het vervullen van een sociale rol tegenover haar leden: het beheren van sociale fondsen die uitkeringen verlenen bij ziekte, geboorte, ouderdom en overlijden;
- het vervullen van een culturele rol: promotie van de door de vrije markteconomie verwaarloosde genres.
Wanneer de rechthebbende zijn vermogensrechten in beheer geeft van een beheersvennootschap is er een fiduciaire overdracht van rechten; dit wil zeggen een overdracht van rechten die op vertrouwen berust. Een fiduciaire afstand is geen vervreemding, noch een licentie. De fiduciaire overdracht kan volledig of gedeeltelijk zijn. Bij een fiduciaire overdracht zal de beheersvennootschap dan
- aan de gebruikers de nodige toestemming verlenen voor het gebruik van de werken;
- van de gebruikers de aan de toestemming verbonden vergoedingen innen;
- onder de rechthebbenden van de gereproduceerde of uitgevoerde werken de geïncasseerde bedragen verdelen.
Deze collectieve organisatie van individuele exploitaties van de werken van hun leden is slechts één aspect van de werking van beheersvennootschappen. Hun activiteiten hebben ook betrekking op:
- de doorgifte via de kabel: dit betekent dat individuele auteurs hun rechten niet kunnen uitoefenen bij de kabelmaatschappijen en dat zij hiervoor een beroep moeten doen op de tussenkomst van beheersvennootschappen;
- de vergoedingsrechten: de uitoefening van bepaalde vergoedingsrechten van de wettelijke licenties is afhankelijk van de tussenkomst van beheersvennootschappen, bijvoorbeeld de inning van de thuiskopievergoeding, de reprografievergoeding, de leenrechtvergoeding, de billijke vergoeding, de digitale rechten ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek en de inning voor de reproductie en mededeling van databanken;
- het volgrecht: dit is een specifiek vergoedingsrecht voor werken van grafische of beeldende kunst;
- buitenlandse auteursverenigingen: beheersvennootschappen sluiten wederkerigheidsovereenkomsten met buitenlandse auteursrechtenverenigingen om de Belgische auteurs ook in het buitenland te vertegenwoordigen of buitenlandse auteurs in België.
Beheersvennootschappen - praktisch
Er bestaan in België verschillende soorten beheersvennootschappen:
- beheersvennootschappen van auteurs
- beheersvennootschappen van uitgevers
- beheersvennootschappen in de theatersector;
- beheersvennootschappen van uitvoerende kunstenaars;
- beheersvennootschappen van kunstenaars;
- overkoepelende beheersvennootschappen.
Enkele voorbeelden van beheersvennootschappen in België zijn:
- Sabam: auteurs, componisten en uitgevers;
- Sofam: auteurs in het domein van de visuele kunsten;
- Uradex: naburige rechten van uitvoerende kunstenaars;
- Simim: naburige rechten van producenten;
- SAJ-JAM: auteursrechten van journalisten;
- Assucopie: reprografierechten van educatieve, wetenschappelijke en universitaire auteurs;
- Scam: auteurs van documentaires;
- SACD: auteurs van audiovisuele werken en van podiumkunsten;
- de Auteurs: verschillende soorten auteurs (geen producenten, uitgevers of theaterorganisatoren);
- Semu: uitgevers van bladmuziek.
Een overzicht van beheersvennootschappen die erkend zijn om op te treden op Belgisch grondgebied, vind je op http://www.kunstenloket.be/advies/auteursrechten-en-naburige-rechten/welke-beheersvenootschappen-bestaan-er
Een aansluiting bij een dergelijke beheersvennootschap kan belangrijke gevolgen hebben, zowel voor de leden als voor de erfgoedorganisatie die bepaalde handelingen wil uitvoeren met hun werk. Vaak zullen de leden niet meer zelf kunnen beslissen over het al dan niet toestaan van een bepaald gebruik van hun werk. Enkel de beheersvennootschap waaraan de rechten zijn overgedragen, kan dan die toestemming nog geven. Dit betekent dat in dit geval de erfgoedorganisatie die het werk willen gebruiken de toestemming hiervoor zal moeten vragen aan de beheersvennootschap en niet rechtstreeks aan hun leden. Zelfs kunstenaars die hun eigen werk vrij toegankelijk op het internet willen plaatsen, hebben hiervoor het akkoord van hun beheersvennootschap nodig. Alhoewel auteurs gerechtigd zijn om bepaalde rechten zelf of door een andere vennootschap naar keuze te laten uitoefenen, claimen de beheersvennootschappen in de toetredingscontracten met hun leden vaak een beheersmandaat voor zowel huidige als toekomstige werken.
5: Handboek rechten klaren: Hulpmiddelen voor het klaren van rechten
Hieronder vind je een aantal praktische hulpmiddelen om "rechten te klaren", i.e. uit te zoeken of er auteursrecht berust op een werk en welke overeenkomst je moet sluiten om deze rechten te klaren.
- De IPR-checklist biedt een bondig overzicht van de stappen die je moet doorlopen om vast te stellen welke rechten er op een werk berusten en welke verdere acties je moet ondernemen.
- De Creative Commons License Checker kun je gebruiken om een gepaste CC licentie te kiezen en een html-code te produceren die je bij een werk op je website kan tonen. Je kan enkel een licentie toekennen wanneer je zelf (voldoende) rechten hebt.
- De Publiek domein tool is een tool ontwikkeld door PACKED vzw / meemoo die je helpt te bepalen welke werken in je collectie al dan niet nog auteursrechtelijk beschermd zijn.
- De EuropeanaConnect Public Domain Calculator werd ontwikkeld door het Instituut voor Informatierecht (archive.org) en Kennisland in het kader van het EuropeanaConnect-project. Met deze online tool kun je vaststellen of een werk dat werd gemaakt in de Europese Economische Ruimte al dan niet tot het Publiek Domein behoort. Deze tool werd ontwikkeld ter ondersteuning van data-providers die digitale collecties toegankelijk maken via het Europeanaportaal.
- Wanneer je vaststelt dat een werk in het publieke domein valt of wanneer jij als rechthebbende beslist om een werk rechtenvrij ter beschikking te stellen, wordt dit het best uitdrukkelijk vermeld. Creative Commons biedt twee verschillende "public domain tools" aan.
- De CC0-licentie kun je gebruiken als je afstand wil doen van de uitoefening van de rechten die jij bezit op een werk dat op je website wordt getoond. Je kunt dus alleen een CC0-verklaring plaatsen bij een werk waarvan jij de rechten bezit. Je kunt geen afstand doen van rechten op een werk waarvan je de rechten niet bezit, tenzij je de toestemming hebt van de rechthebbende.
- De Public Domain Mark kun je gebruiken om aan te dat een werk dat op je website wordt getoond, tot het publieke domein behoort. De Public Domain Mark is geen juridisch bindend instrument, maar een publiekslabel dat aanduidt dat op een afgebeeld werk geen bekende auteursrechtaanspraken (meer) rusten.
De IPR-checklist
Biedt een bondig overzicht van de stappen die je moet doorlopen om vast te stellen welke rechten er op een werk berusten en welke verdere acties je moet ondernemen.
Stap 1: Identificeer het werk en de auteur:
- Wat is de titel?
- Wie is de auteur?
Voor je de onderstaande stappen onderneemt om de rechten te klaren, is het noodzakelijk om eerst de titel en de auteur(s) van het werk te identificeren.
Stap 2: Is het een origineel werk en leeft de auteur nog?
- Is het werk origineel? Ja / nee
- Leeft de auteur nog? Ja / nee
Indien het werk origineel is en de auteur nog leeft, heeft je erfgoedorganisatie een schriftelijke toestemming nodig voor het beoogde gebruik van de auteur of diens vertegenwoordiger. Indien het werk niet origineel is, rust er geen auteursrecht op en is er dus geen toestemming vereist.
- Indien de auteur overleden is: hoe lang geleden is hij gestorven?
Indien het werk origineel is en de auteur is de auteur nog leeft, dan heeft je erfgoedorganisatie een schriftelijke toestemming voor het beoogde gebruik nodig van de erfgenamen of hun vertegenwoordiger.
Stap 3: Is er meer dan één auteur?
- Is er meer dan één auteur? Ja / nee
- Hoeveel auteurs zijn er?
- Leven de auteurs nog? Ja / nee
Indien het werk origineel is, meerdere auteurs heeft en deze auteurs nog leven, heeft je erfgoedorganisatie een schriftelijke toestemming nodig voor het beoogde gebruik van alle auteurs of hun vertegenwoordiger(s). Je dient hierbij rekening te houden met de langstlevende coauteur.
- Indien de auteurs overleden zijn, hoe lang zijn zij gestorven?
Indien het werk origineel is, meerdere auteurs heeft en deze auteurs zijn nog geen 70 jaar overleden, dan heeft je instelling of organisatie een schriftelijke toestemming nodig voor het beoogde gebruik van alle erfgenamen of hun vertegenwoordiger(s). Je dient hierbij rekening te houden met de langstlevende coauteur.
Stap 4: Heeft de auteur werk van een andere auteur in zijn werk verwerkt?
- Heeft de auteur werken van anderen in zijn werk verwerkt? Ja / nee
- Heeft de auteur van het werk gewaarborgd dat de rechten op deze werken zijn geklaard voor het bedoelde gebruik? Ja / nee
- Kan de auteur van het werk ‘parodie’ inroepen voor het gebruik van de andere werken als de rechten niet zijn geklaard? Ja / nee
- Wie is de auteur van de werken die zijn verwerkt in het werk dat je wenst te gebruiken?
- Leeft deze auteur nog? Ja / nee
Indien de auteur andere werken in zijn werk heeft verwerkt, hierbij niet de wettelijke uitzondering van de parodie kan inroepen en geen rechten heeft geklaard voor het bedoelde gebruik, zal je erfgoedorganisatie voor het beoogde gebruik ook een schriftelijke toestemming nodig hebben van de auteur of diens vertegenwoordiger van deze andere werken als hij nog leeft. Indien de auteur andere werken in zijn werk heeft verwerkt, hierbij de wettelijke uitzondering van de parodie inroept of verzekert rechten te hebben geklaard voor het bedoelde gebruik, is het belangrijk dat hij in de schriftelijke overeenkomst instemt met een vrijwaring tegen mogelijke claims van de rechthebbenden van deze andere werken.
- Indien de auteur overleden is, hoe lang geleden is hij gestorven?
Indien deze auteur van de andere werken nog geen 70 jaar is overleden, heeft je instelling of organisatie een schriftelijke toestemming nodig voor het beoogde gebruik van zijn erfgenamen of hun vertegenwoordiger(s).
Stap 5: Heeft de auteur werk van meerdere andere auteurs in zijn werk verwerkt?
- Is er meer dan één auteur? Ja / nee
- Hoeveel auteurs zijn er?
- Leven de auteurs nog? Ja / nee
Als deze andere werken meerdere auteurs hebben en ze leven nog, zal je instelling of organisatie voor het beoogde gebruik een schriftelijke toestemming nodig hebben van alle auteurs van deze andere werken of hun vertegenwoordiger(s). Je dient hierbij rekening te houden met de langstlevende coauteur.
- Indien de auteurs overleden zijn, hoe lang geleden zijn zij gestorven?
Indien deze auteurs van de andere werken nog geen 70 jaar zijn overleden, zal je instelling of organisatie voor het beoogde gebruik ook een schriftelijke toestemming nodig hebben van hun erfgenamen of hun vertegenwoordiger(s). Je dient hierbij rekening te houden met de langstlevende coauteur.
Stap 6: Bevat het werk een fotografische reproductie van een ander werk?
- Bevat het werk een fotografische reproducties van een ander werk? Ja/nee
- Is er een toestemming van de auteur? Ja / nee
- Leeft de auteur nog? Ja / nee
Indien je voor het beoogde gebruik wil vertrekken van een reeds bestaande fotografische reproductie van het werk, heb je de schriftelijke toestemming nodig van de auteur van deze fotografische reproductie of zijn vertegenwoordiger. Als de auteur nog leeft en je bezit deze toestemming nog niet, zal je instelling of organisatie een schriftelijke overeenkomst voor het beoogde gebruik met hem of zijn vertegenwoordiger moeten afsluiten.
- Indien de auteur overleden is: hoe lang geleden is hij gestorven?
Als de auteur van de fotografische reproducties nog geen 70 jaar overleden is en je bezit zijn schriftelijke toestemming niet, zal je instelling of organisatie een schriftelijke overeenkomst voor het beoogde gebruik moeten afsluiten met zijn erfgenamen of hun vertegenwoordiger(s).
Stap 7: Beeldt het werk een persoon af?
- Beeldt het werk een persoon af? Ja / nee
- Is er een toestemming vereist van de afgebeelde persoon? Ja / nee
- Spelen er kwesties omtrent privacy? Ja /nee
Indien de afgebeelde persoon geen publieke persoon (politicus, kunstenaar ...) is, zal je erfgoedorganisatie een schriftelijke overeenkomst met hem of zijn vertegenwoordiger moeten afsluiten. Indien het gaat om een publiek persoon en er spelen zaken mee die te maken hebben met zijn privéleven, dan kunnen die niet publiek worden gemaakt zonder zijn toestemming. Indien het om een commercieel gebruik gaat van de afbeelding, zal je erfgoedorganisatie in alle gevallen een schriftelijke overeenkomst met hem moeten afsluiten, ook al gaat het om een publieke persoon.
Stap 8: Bezit je erfgoedorganisatie al een lopende of vereiste licentie of overeenkomst tot vervreemding voor het werk?
- Indien het werk valt onder auteursrecht: bezit je erfgoedorganisatie een licentie of overeenkomst tot vervreemding? Ja / nee
- Indien ja, wat dekt deze licentie?
Indien het werk valt onder de auteursrechterlijke bescherming en je erfgoedorganisatie bezit reeds een licentie of overeenkomst tot vervreemding die het beoogde gebruik dekt, dan zal ze geen nieuwe schriftelijke overeenkomst meer moeten opmaken met de rechthebbende. Als je erfgoedorganisatie nog geen licentie of overeenkomst tot vervreemding voor het beoogde gebruik bezit, zal ze wel alsnog een schriftelijke overeenkomst moeten opmaken.
- Wat wil je (aanvullend) dekken met een licentie?
- digitalisering?
- toegang door een geautoriseerde gebruiker via een beveiligd netwerk?
- vrije online toegang via een open netwerk?
Het is belangrijk om in de nieuwe schriftelijke overeenkomst (of in de aanvulling bij de bestaande schriftelijke overeenkomst) het beoogde gebruik te specifiëren. Om te vermijden dat er nadien nog eens een aanvulling moet gebeuren, is het aanbevolen om dit meteen zo ruim mogelijk te doen en tegelijk een overeenkomst af te sluiten voor zowel digitalisering als voor toegang via zowel een beveiligd netwerk als een open netwerk.
Stap 9: Wie is/zijn de auteur(s), rechthebbende(n) of zijn/hun vertegenwoordiger?
Wie vertegenwoordigt de auteur bij het sluiten van een overeenkomst?
- De auteur zelf? Ja / nee
- Is de auteur zeker dat hij rechten niet heeft afgestaan? Ja / nee
- Vertegenwoordiger van erfgenamen? Ja / nee
- Vennootschap voor collectief rechtenbeheer? Ja / nee
Het is belangrijk om te achterhalen met wie je instelling of organisatie een schriftelijke overeenkomst moet opmaken. Zowel de auteur als zijn erfgenamen kunnen hun rechten in beheer hebben gegeven van een collectieve rechtenbeheersvennootschap. Als dit het geval is, zal je instelling of organisatie geen schriftelijke overeenkomst moeten afsluiten rechtstreeks met de auteur of zijn erfgenamen, maar met deze collectieve rechtenbeheersvennootschap. Bij de opmaak van een schriftelijke overeenkomst met de auteur of zijn erfgenamen, is het belangrijk dat zij je instelling of organisatie verzekeren dat ze hun rechten niet hebben afgestaan en in de schriftelijke overeenkomst instemmen met een vrijwaring tegen mogelijke claims van beheersvennootschappen. De erfgoedorganisatie of -instelling kan hierbij zelfs een clausule in de overeenkomst opnemen waarin zij de licentiegever verplicht het lidmaatschap met de beheersvennootschap op te zeggen indien deze een claim indient.
Stap 10: Aandachtspunten bij het sluiten van overeenkomsten bij specifieke werken
- Bibliografische werken of werken die bibliografische werken bevatten:
Een bibliografisch werk wordt vaak uitgegeven door een uitgever aan wie de auteur zijn uitgaverechten heeft gegeven. In plaats van de auteur zal dan de uitgever de toestemming moeten geven.
- Muzikale werken of werken die muziek bevatten:
Een muziekwerk wordt vaak uitgegeven door een muziekuitgever aan wie de auteur zijn uitgaverechten heeft gegeven. De muziekuitgever kan toestemming geven in naam van de auteur. De producent van een muziekopname heeft afzonderlijke (naburige) rechten (50 jaar na de eerste vastlegging) en moet ook zijn toestemming geven. Muzikanten hebben ook afzonderlijke (naburige) rechten (oorspronkelijk 50 jaar na de eerste vastlegging, maar dit wordt 70 jaar nadat in september 2011 de lidstaten van de Europese Unie het zijn eens geraakt over de verlenging) en moeten ook hun toestemming geven. In de praktijk zullen muzikanten vaak hun rechten hebben overgedragen aan de producenten van de muziekopname.
- Audiovisuele werken of werken die een audiovisueel werk bevatten:
De wet gaat er van uit dat, tenzij anders wordt afgesproken, de filmregisseur en de anderen die een creatieve inbreng hebben gehad bij de realisatie van de film hun vermogensrechten hebben overgedragen aan de producent van de film. Vaak zal dus de toestemming van de producent vereist zijn in plaats van die van bijvoorbeeld de filmregisseur. De producent van een audiovisueel werk heeft zelf ook afzonderlijke (naburige) rechten (50 jaar na de eerste vastlegging) en moet dus steeds zijn toestemming geven – ook als er is afgesproken dat de filmregisseur en de anderen die een creatieve inbreng hebben gehad bij de realisatie van de film hun vermogensrechten niet aan hem overdragen. Als het werk afkomstig is van een uitzending, moet ook de omroep zijn toestemming geven. Acteurs hebben ook afzonderlijke (naburige) rechten (50 jaar na de eerste vastlegging) en moeten ook hun toestemming geven. In de praktijk zullen acteurs dus vaak hun rechten hebben overgedragen aan de filmproducenten.
Modelovereenkomsten voor een licentie of een overeenkomst tot vervreemding
Nadat je de rechthebbende hebt geïdentificeerd, zul je met deze persoon of organisatie een overeenkomst moeten sluiten om de rechten te klaren.
Wanneer je het intellectueel eigendom van auteurs/rechthebbenden aan de slag wilt, zijn goede afspraken noodzakelijk. Zeker wanneer iemand als freelancer of als werknemer in jouw opdracht werkt, is het mogelijk om die afspraken van bij aanvang te maken. Afhankelijk van de wensen van beide partijen kan dat afsprakenkader grosso modo vijf richtingen uitgaan:
- De maker draagt zijn/haar/hun rechten maximaal over aan de opdrachtgever (overeenkomst tot vervreemding)
- De maker geeft een deel van het werk vrij onder een Creative Commonslicentie en draagt verder zijn/haar rechten maximaal over aan de opdrachtgever (Creative Commons + vervreemding)
- De maker behoudt zijn/haar/hun rechten maar geeft (een deel van) het werk vrij onder een Creative Commonslicentie
- De maker behoudt zijn/haar/hun rechten en verleent de opdrachtgever een gebruikslicentie
- De maker behoudt zijn/haar/hun rechten
Hieronder vind je een aantal modelovereenkomsten voor het afsluiten van een licentie of een overeenkomst tot vervreemding met de auteur of rechthebbende van het werk.
1. Overeenkomst tot vervreemding
Hieronder vind je een aantal overeenkomsten tot vervreemding. Dit zijn overeenkomsten die je best afsluit met de auteur voorafgaand aan het crëeren van het werk. Deze modelovereenkomsten vind je terug in de informatiebundel Contracteren rond auteursrechten, samengesteld door Joris Deene (advocaat verbonden aan het Samenwerkingsverband Auteursrecht en Samenleving) en gepubliceerd door FARO Vlaams Steunpunt voor Cultureel Erfgoed. De informatie bundel bevat de volgende modelovereenkomsten:
Overeenkomst tot vervreemding met een fotograaf (opgesteld door Joris Deene)
Dit contract kan worden gebruikt wanneer een erfgoedinstelling een fotograaf inhuurt om foto’s te nemen (bijvoorbeeld van stukken uit de collectie van de erfgoedinstelling). Beroepsfotografen kunnen immers auteursrechten eisen op hun foto’s, voor zover deze foto’s origineel zijn. In de rechtspraak wordt echter vrij snel aanvaard dat een foto origineel is, verwijzend naar het feit dat de fotograaf creatief is geweest met betrekking tot de keuze van het type camera en lenzen, de camera-instellingen (bijvoorbeeld diafragma, sluitertijd en lichtgevoeligheid), de belichting van het object... De erfgoedinstelling zou echter deze bestelde en gemaakte foto’s graag willen gebruiken op haar website of in haar catalogus, zonder dat de fotograaf zich hiertegen kan verzetten. In dit geval is het verkieselijk om de auteursrechten naar de erfgoedinstelling over te dragen.
De overeenkomst tot vervreemding met een fotograaf kunt u downloaden door te klikken op de volgende link: Overeenkomst tot vervreemding met een fotograaf.
De overeenkomst en begeleidende tekst werd overgenomen uit de informatiebundel Contracteren rond auteursrechten die werd samengesteld door Joris Deene (advocaat verbonden aan het Samenwerkingsverband Auteursrecht en Samenleving) en die in 2011 werd gepubliceerd door FARO, Vlaams Steunpunt voor Cultureel Erfgoed.
Toelichtende Nota
Hieronder worden de noodzakelijke bepalingen kort overlopen en besproken.
In de aanhef dienen de coördinaten van de contractspartijen te worden vermeld. Zorg ervoor dat de naams- en adresgegevens juist vermeld zijn. Indien het om een rechtspersoon gaat (de erfgoedinstelling onder de vorm van een vzw of de fotograaf desgevallend onder de vorm van een bvba) is het belangrijk dat het contract getekend wordt door een natuurlijk persoon die de rechtspersoon rechtsgeldig kan vertegenwoordigen (volgens de statuten).
Artikel 1 - definities
In artikel 1 worden een aantal definities gegeven.
Artikel 2 - voorwerp overeenkomst
In artikel 2 wordt het voorwerp van de overeenkomst besproken. Het contract betreft immers (i) de opdracht voor het maken van foto’s en (ii) de overdracht van de auteursrechten op deze foto’s.
Artikel 3 - verplichtingen
In artikel 3 worden een aantal verplichtingen van de fotograaf opgesomd. Dit artikel is facultatief en heeft geen betrekking op de overdracht van auteursrechten. Het specifieert dat er geen arbeidsrechtelijke band ontstaat tussen de erfgoedinstelling en de fotograaf, hoe de digitale fotobestanden moeten worden benoemd, tegen welke datum de opdracht moet opgeleverd worden, aan welke afspraken de fotograaf zich moet houden etc.
Artikel 4 - exploitatiewijze
In artikel 4 worden de vermogensrechten overgedragen aan de erfgoedinstelling. In 4.1. wordt gespecifieerd dat het om alle exploitatiewijzen gaat, voor de gehele duur van het auteursrecht en voor de geheld wereld. […] In artikel 4.2 worden vervolgens de exploitatiewijzen opgesomd, […]. In artikel 4.3 wordt er op gewezen dat de erfgoedinstelling zal bepalen op welke wijze zij het werk zal kunnen gebruiken […].
Artikel 5 - morele rechten
In artikel 5 worden bepalingen inzake de morele rechten opgenomen. Deze morele rechten kunnen contractueel niet worden overgedragen, maar de modaliteiten waaronder de auteur van deze morele rechten zal gebruik maken, kunnen wel worden verduidelijkt. Vooreerst dient de auteur zijn morele rechten uit te oefenen conform de beroepsgebruiken (art. 5.1). Zijn recht van bekendmaking is bovendien uitgeput door het overmaken van de foto’s aan de erfgoedinstelling (art. 5.2). De fotograaf verzaakt onder bepaalde omstandigheden aan zijn recht op eerbied. Zo zal hij zich in bepaalde omstandigheden er niet tegen kunnen verzetten dat noodzakelijke bewerkingen door de erfgoedinstelling van de foto’s worden gemaakt (art. 5.3). Tot slot verbindt de erfgoedinstelling zich ertoe om de naam van de fotograaf te vermelden. Eventueel kan gebruik worden gemaakt van twee alternatieven, gaande van het weglaten van de naam van de fotograaf indien dit in bepaalde omstandigheden noodzakelijk is, dan wel het niet vermelden van de naam van de fotograaf (art. 5.4).
Artikel 6 - aanspraak auteursrecht derden
In artikel 6 vrijwaart de fotograaf de erfgoedinstelling tegen aanspraken van derden. Dit betekent dat de fotograaf garandeert dat hij over alle auteursrechten beschikt op de foto’s en hij dus niet de auteursrechten van derden schendt. Indien de erfgoedinstelling alsnog door derden zou aangesproken worden wegens een auteursrechtelijke inbreuk, dan kan de erfgoedinstelling onmiddellijk de fotograaf in vrijwaring roepen. In artikel 6.2 wordt bovendien verwezen naar een mogelijke toetreding door de fotograaf tot een beheersvennootschap (zoals bvb. Sabam of Sofam). In dat geval dient de fotograaf onmiddellijk aan zijn beheersvennootschap melding te maken van dit contract en vrijwaart hij de erfgoedinstelling moest zijn beheersvennootschap alsnog de erfgoedinstelling tot betaling van auteursrechten aanspreken.
Artikel 7 - bijstand
In artikel 7 verbindt de fotograaf zich ertoe om de erfgoedinstelling bijstand te verlenen moest deze betrokken zijn in procedures omtrent de auteursrechten.
Artikel 8 - vergoeding
In artikel 8 wordt de vergoeding voor de overdracht van auteursrechten vastgelegd. Dit is vereist op grond van de vierde regel. In deze overeenkomst wordt bepaald dat er één vergoeding wordt betaald die zowel de overdracht van auteursrechten als de prestaties van de fotograaf voor het maken van de foto’s omvat.
Artikel 9
In artikel 9 wordt bepaald dat in geval van discussies enkel het Belgische recht van toepassing is. Bovendien dient ook te worden bepaald voor welke rechtbank procedures moeten uitgevochten worden. In het geval van auteursrechten zijn de mogelijkheden wettelijk beperkt tot de rechtbanken behorende tot een hof van beroep (Brussel, Gent, Antwerpen, Bergen of Luik). Dit kan de erfgoedinstelling dus vrijelijk invullen. Tot slot dient het contract door de partijen te worden ondertekend.
Overeenkomst tot vervreemding met een werknemer (opgesteld door Joris Deene)
Erfgoedinstellingen doen vaak beroep op hun werknemers om foto’s te maken, websites te maken, catalogi samen te stellen, teksten op te stellen, metadata te genereren etc. Het betreft allemaal creaties die als originele werken door het auteursrecht zouden kunnen worden beschermd.
Om er voor te zorgen dat werknemers (meestal naar aanleiding van een geschil of ontslag) op grond van hun auteursrechten het verder gebruik van hun creaties niet zouden verbieden, of om er voor te zorgen dat de erfgoedinstelling over alle auteursrechten beschikt, is het verkieselijk om in de arbeidsovereenkomst een overdracht van auteursrechten te voorzien. In deze modelovereenkomst wordt dan ook een clausule voorgesteld voor toekomstige arbeidsovereenkomsten, alsook een annex bij bestaande arbeidsovereenkomsten die de erfgoedinstelling door haar reeds in dienst zijnde werknemers kan laten ondertekenen.
De overeenkomst en begeleidende tekst werd overgenomen uit de informatiebundel Contracteren rond auteursrechten die werd samengesteld door Joris Deene (advocaat verbonden aan het Samenwerkingsverband Auteursrecht en Samenleving) en die in 2011 werd gepubliceerd door FARO, Vlaams Steunpunt voor Cultureel Erfgoed.
Toelichtende Nota
De bepalingen in deze clausule zijn vergelijkbaar met de Overeenkomst tot vervreemding met een fotograaf, zij het dat de soepelere regels wel van toepassing zijn.
- Onder 1 worden de vermogensrechtelijke auteursrechten voor alle exploitatiewijzen, voor de resterende duurtijd van het auteursrecht en voor de gehele wereld overgedragen.
- Onder 2 wordt bepaald dat het loon dat de werknemers krijgt ook de vergoeding omvat voor de overdracht van auteursrechten. Voor toekomstige exploitatievormen wordt in een vergoeding voorzien van 1% van de gerealiseerde nettowinst met een maximum van 1 maand loon (zoals de Auteurswet in het kader van de soepelere regels voorschrijft).
- Onder 4 worden de modaliteiten van de morele rechten aan banden gelegd.
Overeenkomst tot vervreemding met externe fotograaf (opgesteld door Joris Deene)
Overeenkomst met externe fotograaf - vervreemding (opgesteld door Joris Deene)
2. Creative Commons + vervreemding
Binnen het project Tools voor de omgang met auteursrechten en gebruiksbeperkingen (2020) werd gezocht naar een aantal modellen die meer flexibiliteit boden dan een volledig behoud van rechten door de maker of een volledige overdracht naar de opdrachtgever. Een gebruikslicentie (zie verderop) biedt die mogelijkheid, maar vraagt telkens heel wat maatwerk om precies het gewenste gebruik te dekken. De licenties van Creative Commons hebben als voordeel dat ze internationaal gestandaardiseerd en meertalig zijn. Ze zijn modulair, zodat ze de maker in staat stellen om helder te stellen welke vormen van hergebruik door derden hij/zij/hen wil toelaten.
3. Creative Commons (+geen overdracht)
Binnen dit luik onderscheiden we twee mogelijkheden: ofwel licentieert de maker het volledige werk dat tot een opdracht behoort onder een Creative Commonslicentie, ofwel kiest hij/zij/hen ervoor om dat slechts voor een deel van het werk te doen en de rechten op het overige werk te behouden:
- Overeenkomst met externe fotograaf - CC (opgesteld door Joris Deene)
- Overeenkomst met externe fotograaf - CC + geen overdracht (opgesteld door Joris Deene)
4. Gebruikslicentie
Voor het afsluiten van een licentie voor het digitaliseren en/of toegankelijk maken via beveiligde netwerken of open netwerken kun je gebruik maken van de modellicentie die werd opgesteld voor de ATHENA Step-By-step IPR Guide. Deze modellicentie werden opgemaakt door Herman Croux (advocaat verbonden aan Marx, Van Ranst, Vermeersch & partners) en bestaat in een korte en lange versie. Beide versies gaan terug op dezelfde juridische basis en hebben dezelfde rechtsgeldigheid, maar de tekst van de lange versie is meer gedetailleerd. Deze modelcontracten zijn bruikbaar voor het opstellen van een licentie met zowel een rechthebbende van een werk (bijvoorbeeld een kunstenaar) als met een rechthebbende van een fotografische reproductie van het werk (bijvoorbeeld de reprofotograaf).
Lange modellicentie (opgesteld door Herman Croux)
Deze modelovereenkomst wordt gebruikt wanneer een erfgoedorganisatie of -instelling een licentie wil afsluiten met een auteur of rechthebbende om een werk of een groep van werken te digitaliseren en/of toegankelijk te maken via beveiligde netwerken of open netwerken.
De modelovereenkomst is bruikbaar voor het opstellen van een licentie met zowel een rechthebbende van een werk (bijvoorbeeld een kunstenaar) als met een rechthebbende van een fotografische reproductie van het werk (bijvoorbeeld de reprofotograaf), zowel voor digitalisering als voor het online toegankelijk maken.
Er bestaat een lange en een korte versie van deze modellicentie. De korte versie is voldoende om de nodige rechten te bekomen. De lange versie hieronder geeft een meer uitgebreide uitleg (artikel 3: beperkingen) en voegt een aantal verplichtingen voor de licentienemer toe (artikel 4). Verder bevat de lange versie ook de mogelijkheid tot vroegere beëindiging (artikel 5). In de lange versie wordt gekozen voor alternatieve geschillenbeslechting, in plaats van geschillenbeslechting via de rechtbanken (artikel 7).
De lange modellicentie voor digitalisering en online toegankelijkheid kun je downloaden door te klikken op de volgende link: Media:licentieovereenkomst_lange_versie_NL.doc
Herman Croux is advocaat en verbonden aan Marx, Van Ranst, Vermeersch & partners.
Toelichtende Nota
Artikel 1 – verleende rechten Artikel 1 van de overeenkomst maakt het hart van de overeenkomst uit en is essentieel.
De overeenkomst heeft de vorm van een licentie (artikel 1). Dit betekent dat de licentienemer geen eigendom verwerft. De licentie is niet exclusief (de licentiegever kan ook een licentie aan anderen geven) en niet overdraagbaar (de licentienemer mag de licentie niet aan een derde overdragen zonder toestemming van de licentiegever).
De licentie is universeel en voor de duur van het auteursrecht (70 jaar na de eerste januari volgend op het overlijden van de auteur). Nadat de beschermingstermijn van het auteursrecht afgelopen is, is het werk vrij (publiek domein) en kan iedereen het gebruiken.
De overeenkomst houdt geen afstand in van wettelijke rechten. Daarmee wordt onder meer bedoeld het recht van reproductie voor bewaringsdoeleinden en consultatie via speciale terminals in de gebouwen van onder meer bibliotheken, musea en archieven (Artikel 22 par. 1, 8° en 9°). Deze rechten heeft de licentienemer in elk geval, of er nu een overeenkomst is of niet.
In de overeenkomst zijn er verschillende niveaus, met telkens meer rechten voor de licentienemer. Verschillende rechten kunnen aangevinkt worden.
Het eerste niveau betreft de loutere digitalisatie van het werk (niveau A). In een tweede niveau kan een gebruiker via beveiligde netwerken toegang hebben tot het gedigitaliseerde werk (niveau B). In een derde niveau kan de licentienemer het gedigitaliseerde werk op een netwerk plaatsen zodat ieder er kennis van kan nemen (niveau C).
In niveau A (digitalisatie) is de essentiële bepaling dat de licentienemer het werk mag digitaliseren (artikel 1.1). Digitaliseren is het maken van een getrouwe kopie in een vorm leesbaar door een machine (zie definities op het einde van de overeenkomst – punt 1.3). De mogelijkheid van toegang, reproductie, en bewaring (artikel 1.1, 1.3, 1.4) worden daar voor de goede orde bij vermeld.
In niveau B kan dan een derde toegang hebben tot en kennis nemen van het gedigitaliseerde werk. In niveau B zijn dit enkel derden die gemachtigd zijn om toegang te hebben tot een beveiligd netwerk (dit is een netwerk waarbij je toegang hebt via een paswoord of andere wijze van authentificatie – zie definities op het einde van de overeenkomst - punt 1.9, 1.10 en 1.11). Het gebruik kan toegestaan worden in de lokalen (artikel 1.5) of via beveiligde netwerken (artikel 1.6). De gebruikers mogen dan ook de versie doorzoeken, bekijken en weergeven (artikel 1.7.1), elektronisch bewaren voor persoonlijk gebruik (artikel 1.7.2) of er kopieën van delen van afdrukken (artikel 1.7.3).
Deze rechten kunnen eventueel doorgegeven worden aan andere culturele instellingen (artikel 1.8).
De licentienemer kan ervoor kiezen om de licentie gratis te maken, een kostendekkend bedrag et vragen (om de kosten van de digitalisatie te dekken), of een bedrag waarbij een winst gerealiseerd wordt (artikel 1.9).
In niveau C kan men toegang hebben tot het werk via een open netwerk. Dit kan aan een ieder zonder registratie, of enkel aan personen die geregistreerd zijn (artikel 1.10).
Derden mogen – in toenemende mate van gebruik – het werk doorzoeken, bekijken of tijdelijk downloaden, of permanent bewaren of er delen van afdrukken (artikel 1.11).
Artikel 2 – betaling
Artikel 2 betreft de betaling. Ofwel dient er geen betaling plaats te hebben, ofwel zal het bedrag van de betaling ingevuld moeten worden.
Artikel 3 – beperkingen
Artikel 3 maakt voor de goede orde een aantal beperkingen duidelijk. In de korte versie zijn deze niet uitgelegd, want eigenlijk vloeien deze beperkingen vanzelf voort uit de wet.
De namen van de auteurs moeten aangebracht worden zoals op het oorspronkelijk werk (artikel 3.1) en het werk mag niet gewijzigd of ingekort worden, tenzij het nodig is om het zichtbaar te maken op een computerscherm (artikel 3.3). Dit zijn ook de morele rechten van de auteur: de auteur heeft steeds recht op naamsvermelding en op de integriteit van zijn werk. Hij zou hoogstens kunnen toelaten dat zijn werk toch gewijzigd mag worden, in de mate dat zijn eer en reputatie niet wordt aangetast. Deze overeenkomst laat evenwel geen wijzigingen toe.
Ook de andere beperkingen in artikel 3 expliciteren wat sowieso door de wet verboden wordt indien het niet door de overeenkomst wordt toegelaten: men mag enkel de toegelaten kopieën maken (artikel 3.2), men mag het werk niet verder verspreiden (artikel 3.4), men mag geen afgeleide werken maken (artikel 3.5), men mag geen rechten geven aan een derde partij (tenzij om technische interventies te doen) (artikel 3.6), men mag geen verdere digitalisaties maken in andere formats, tenzij dit nodig is om het gebruik en de archivering op lange termijn mogelijk te maken (artikel 3.8).
Artikel 4 – andere verplichtingen Artikel 4 voegt een aantal andere verplichtingen van de licentienemer toe.
De licentienemer kan de licentiegever inlichten over de frequentie van gebruik (artikel 4.1).
Er kunnen instructies gegeven worden door de licentiegever met betrekking tot technische voorzieningen of informatie over rechtenbeheer (artikel 4.2). Dit zijn twee specifieke termen opgenomen in de Europese Richtlijn Informatiemaatschappij 2001/29. “Technische voorzieningen” betreft technologie, inrichtingen of onderdelen die in het kader van hun normale werking dienen voor het voorkomen of beperken van niet toegestane handelingen ten aanzien van werken. “Informatie betreffende het beheer van rechten” betreft alle door de rechthebbenden verstrekte informatie die dient ter identificatie van het werk, of informatie betreffende de voorwaarden voor het gebruik van het werk
De licentienemer zal ook alle kosten op zich nemen, tenzij de kosten in het kader van alternatieve geschillenbeslechting aan beide partijen aangerekend worden (artikel 4.3).
De licentienemer moet de gebruiker ook voldoende inlichten of verbintenissen van hem bekomen om alle rechten te vrijwaren (artikel 4.4).
Artikel 5 – duur en beëindiging Artikel 5 bepaalt dat bij inbreuk op de licentie de overeenkomst voortijdig beëindigd kan worden.
Artikel 6 – garanties De licentiegever garandeert in artikel 6 dat er geen inbreuken gemaakt worden op auteursrechten of andere intellectuele eigendomsrechten. De licentienemer dient zich er dus van te vergewissen dat hij het recht heeft om de versie te laten digitaliseren. Bij werken met meerdere auteurs (bijvoorbeeld tekst, grafiek en muziek) dient de licentiegever hierbij voldoende zeker te zijn. De licentienemer neemt hier immers geen enkele verantwoordelijkheid en zal bij inbreuk zich verhalen op de licentiegever.
Artikel 7 – geschillenbeslechting en verdere bepalingen
Er wordt een regime van geschillenbeslechting bepaald buiten de rechtbank om (artikel 7.1 en 7.2). Men kan eerst een beoordeling vragen bij experts van de WIPO (World Intellectual Property Organization). Deze beoordeling is niet bindend en men kan vervolgens naar de rechtbank stappen. De bevoegde rechtbanken zijn uiteindelijk de rechtbanken van de licentienemer, volgens deze overeenkomst. Men kan ook een bindende alternatieve geschillenbeslechting voorstellen.
De verdere bepalingen in artikel 7 zijn standaardbepalingen: overeenkomsten mogen niet worden overgedragen zonder toestemming (die niet onredelijk zal worden geweigerd) (artikel 7.4.1), bij overdracht van het werk dient de licentieovereenkomst gerespecteerd (artikel 7.4.2), nietigheid van een clausule tast niet de overeenkomst in haar geheel aan (artikel 7.5), alle wijzigingen dienen schriftelijk te zijn (artikel 7.6), in geval van overmacht is er geen inbreuk (artikel 7.7).
Wettelijke uitzonderingsrechten blijven steeds gelden (artikel 7.8).
Tevens mag met derde partijen gesubcontracteerd worden voor technisch werk (artikel 7.9).
Bijlagen In de eerste bijlage wordt opgenomen op welke werken de licentie betrekking heeft.
In een tweede bijlage zijn enkele definities opgenomen.
Het afgeleide werk wordt gedefinieerd (1.2). De overeenkomst bepaalt dat men geen afgeleide werken mag maken.
Definitie 1.4 en 1.5 zijn verbonden aan de rechten onder de Europese Richtlijn Informatiemaatschappij 2001/29 (zie commentaar bij artikel 4.2).
De terminologie van open en beveiligde netwerken is verder uitgewerkt onder definitie 1.8 tot 1.11.
Korte modellicentie (opgesteld door Herman Croux)
Deze modelovereenkomst wordt gebruikt wanneer een erfgoedorganisatie of -instelling een licentie wil afsluiten met een auteur of rechthebbende om een werk of een groep van werken te digitaliseren en/of toegankelijk te maken via beveiligde netwerken of open netwerken.
De modelovereenkomst is bruikbaar voor het opstellen van een licentie met zowel een rechthebbende van een werk (bijvoorbeeld een kunstenaar) als met een rechthebbende van een fotografische reproductie van het werk (bijvoorbeeld de reprofotograaf), zowel voor digitalisering als voor het online toegankelijk maken.
Er bestaat een lange en een korte versie van deze modellicentie. Deze korte versie hieronder is voldoende om de nodige rechten te bekomen. De lange versie geeft een meer uitgebreide uitleg (artikel 3: beperkingen) en voegt een aantal verplichtingen voor de licentienemer toe (artikel 4). Verder bevat de lange versie ook de mogelijkheid tot vroegere beëindiging (artikel 5). In de lange versie wordt gekozen voor alternatieve geschillenbeslechting, in plaats van geschillenbeslechting via de rechtbanken (artikel 7).
De korte modellicentie voor digitalisering en online toegankelijkheid kun je downloaden door te klikken op de volgende link: Media:licentieovereenkomst_korte_versie_NL.doc
Herman Croux is advocaat en verbonden aan Marx, Van Ranst, Vermeersch & partners.
De volgende twee modellicenties zijn specifiek opgesteld voor het sluiten van een overeenkomst met een kunstenaar voor de exploitatie van een kunstwerk van zijn hand en voor het sluiten van een overeenkomst met een auteur voor de uitgave van een boek. Deze modelovereenkomsten vind je terug in de informatiebundel Contracteren rond auteursrechten, samengesteld door Joris Deene (advocaat verbonden aan het Samenwerkingsverband Auteursrecht en Samenleving) en gepubliceerd door FARO Vlaams Steunpunt voor Cultureel Erfgoed.
Licentie-overeenkomst met een kunstenaar (opgesteld door Joris Deene)
Erfgoedinstellingen willen doorgaans niet alleen de foto’s van hun werken exploiteren, maar ook de werken uit hun collecties zelf. Vele van deze werken hebben zij zelf aangekocht, zodat zij ook graag ten volle gebruik willen maken van deze werken. Kunstenaars vinden het vaak te verregaand of te drastisch om hun auteursrechten op hun creaties zomaar definitief te vervreemden. Vandaar dat in dergelijke omstandigheden een licentiecontract verkieselijk is.
De licentie-overeenkomst met een kunstenaar kun je downloaden door te klikken op de volgende link: Licentiecontract met kunstenaar
De overeenkomst en begeleidende tekst werd overgenomen uit de informatiebundel Contracteren rond auteursrechten die werd samengesteld door Joris Deene (advocaat verbonden aan het Samenwerkingsverband Auteursrecht en Samenleving) en die in 2011 werd gepubliceerd door FARO, Vlaams Steunpunt voor Cultureel Erfgoed.
Toelichtende Nota Hieronder worden de noodzakelijke bepalingen kort overlopen en besproken. In de aanhef dienen opnieuw de coördinaten van de contractspartijen correct te worden ingevuld.
Artikel 1 - voorwerp van de overeenkomst In artikel 1 wordt het voorwerp van de overeenkomst afgebakend, namelijk wat de erfgoedinstelling met een werk mag doen.
Artikel 2 - exploitatiewijze In artikel 2 worden de exploitatiewijzen uitvoering opgesomd […].
Artikel 3 - werken In artikel 3 wordt bepaald dat deze licentie betrekking heeft op werken waarvan de erfgoedinstelling eigenaar is. Indien een erfgoedinstelling vaak werken van een bepaalde levende kunstenaar aankoopt en denkt dit in de toekomst ook te zullen doen (maar geen zin heeft om telkens opnieuw een kunstenaar een licentiecontract te laten tekenen), dan wordt best een bepaling opgenomen inzake toekomstige werken. Dit wordt in de tweede alinea van artikel 3 gedaan. […] In het modelcontract is gepoogd dit toch op een zo ruim mogelijke wijze voor de erfgoedinstelling te doen.
Artikel 4 - duurtijd In artikel 4 wordt bepaald dat de licentie (voor bestaande werken) geldt voor de resterende duurtijd van het auteursrecht […].
Artikel 5 - toepassingsgebied In artikel 5 wordt bepaald dat de licentie wereldwijd geldt […].
Artikel 6 - vergoeding In artikel 6 wordt vermeld dat voor deze licentie geen vergoeding moet worden betaald […].
Artikel 7 - sublicentie In artikel 7wordt bepaald dat de erfgoedinstelling onder bepaalde voorwaarden aan een derde een sublicentie mag geven.
Artikel 8 - vrijwaring In artikel 8 vrijwaart de auteur opnieuw dat hij wel degelijk de auteur is en over alle auteursrechten beschikt en dus niet de rechten van derden schendt. Gebeurt dit toch dan zal hij de erfgoedinstelling vrijwaren. Ook hier is een bepaling opgenomen voor het geval de auteur zou toegetreden zijn tot een beheersvennootschap.
Artikel 9 - naamsvermelding In artikel 9 is een bepaling opgenomen inzake het recht op naamsvermelding. Eventueel zou […] kunnen bedongen worden dat de naam van de kunstenaar niet zal worden vermeld (hetgeen wellicht niet zal worden aanvaard), dan wel dat in bepaalde omstandigheden de naam van de kunstenaar niet zal worden vermeld.
Artikel 10 - integriteit In artikel 10 wordt het recht op eerbied verfijnd. De kunstenaar gaat akkoord dat de erfgoedinstelling in bepaalde omstandigheden wijzigingen aan het werk mag aanbrengen, zonder dat hij zich op zijn integriteitsrecht zal beroepen.
Artikel 11 In artikel 11 is een bepaling opgenomen dat huidig contract alle voorafgaandelijke akkoorden met de kunstenaar (indien dit zo zou zijn) vervangt.
Artikel 12 In artikel 12 wordt bepaald dat het Belgische recht van toepassing is en alle geschillen uitsluitend zullen worden gebracht voor de rechtbank te Gent, Antwerpen of Brussel (naar keuze van de licentienemer).
Uitgavecontract (opgesteld door Joris Deene)
Wanneer een erfgoedinstelling een manuscript van een schrijver in eigen beheer wenst uit te geven, dan dient zij gebruik te maken van een uitgavecontract. Voor het gebruik van foto’s, illustraties, tekeningen, afbeeldingen etc. in deze uitgave kan worden gebruik gemaakt van het modelcontract met een fotograaf dat evident naar analogie ook kan worden gebruikt bij tekenaars, illustrators etc. Het uitgavecontract dient te voldoen aan de voorwaarden die standaard gelden bij de overdracht van auteursrechten, alsook aan de specifieke verplichtingen die de Auteurswet oplegt voor uitgavecontracten.
Het uitgavecontract kun je downloaden door te klikken op de volgende link: Uitgavecontract
De overeenkomst en begeleidende tekst werd overgenomen uit de informatiebundel Contracteren rond auteursrechten die werd samengesteld door Joris Deene (advocaat verbonden aan het Samenwerkingsverband Auteursrecht en Samenleving) en die in 2011 werd gepubliceerd door FARO, Vlaams Steunpunt voor Cultureel Erfgoed.
Toelichtende Nota Hieronder worden de noodzakelijke bepalingen kort overlopen en besproken.
Artikel 1 - voorwerp overeenkomst In artikel 1 wordt het voorwerp van de overeenkomst besproken: (i) de schrijver draagt zijn auteursrechten over aan de uitgever, en (ii) de uitgever zal het werk laten publiceren.
Artikel 2 - exploitatiewijze In artikel 2 wordt conform de wettelijke bepalingen in detail alle exploitatiewijzen opgesomd die door de auteur worden overgedragen. Deze overdracht geldt bovendien uitdrukkelijk voor de hele wereld en voor de volledige duurtijd van het uitgavecontract […].
Artikel 3 - morele rechten In artikel 3 wordt het lot van de morele rechten geregeld.
Artikel 4 - plagiaat In artikel 4 bevestigt de auteur dat zijn manuscript geen inbreuk maakt op de auteursrechten van derden en vrijwaart hij de uitgever moest dit toch het geval zijn.
Artikel 5 - bijstand In artikel 5 wordt de bijstand van de auteur geregeld.
Artikel 6 - vormgeving In artikel 6 wordt aan de uitgever de vrijheid gegeven om de uiteindelijke vorm waarin het manuscript zal worden gepubliceerd te regelen.
Artikel 7 - oplage In artikel 7 worden de wettelijke verplichtingen inzake de oplage […] opgenomen. De erfgoedinstelling kan deze oplage (het aantal exemplaren) zelf bepalen. Ook de termijn waarbinnen de uitgever zal overgaan tot publicatie wordt conform de wettelijke verplichtingen vermeld.
Artikel 8 - verplichtingen auteur In artikel 8 worden een aantal verplichtingen voor de auteur opgelijst: de datum waartegen hij zijn persklare kopij aan de uitgever dient over te maken, de richtlijnen of kwaliteitsnormen waaraan het manuscript moet voldoen, het taalgebruik etc.
Artikel 9 - drukproeven In artikel 9 wordt een regeling voor de drukproeven opgenomen. In artikel 10 wordt een regeling voorzien voor her- of bijdrukken.
Binnen het project Tools voor de omgang met auteursrechten en gebruiksbeperkingen (2020) werd een specifieke modelovereenkomst opgesteld voor de samenwerking tussen een freelance fotograaf en een opdrachtgever (in dit geval een theatergezelschap), maar ook voor andere vormen van samenwerking (bv. in andere disciplines of voor andere types opdrachten) kan deze modelovereenkomsten een waardevol uitgangspunt zijn:
Overeenkomst met externe fotograaf - beperkte licentie (opgesteld door Joris Deene
5. Geen overdracht
In dit scenario behoudt de opdrachtgever alle rechten. Het is een erg gesloten vorm van samenwerking, maar een theoretische mogelijkheid indien beide partijen dat wensen:
Vrijwaringsclausule
Belangrijk bij de opmaak van een overeenkomst met de auteur is dat de auteur de verkrijger van de rechten dient te vrijwaren voor mogelijke inbreukvorderingen. Dergelijke inbreukvorderingen kunnen bijvoorbeeld ontstaan wanneer
- de auteur plagiaat heeft gepleegd;
- de auteur zijn rechten reeds aan een derde heeft overgedragen;
- de auteur tot een beheersvennootschap toegetreden is en zijn rechten hieraan in beheer heeft gegeven.
Zowel in de modellicenties van Herman Croux als in die van Joris Deene is een dergelijke vrijwaringsclausule opgenomen.
6: Handboek rechten klaren:Auteursrecht en de PSI-richtlijn
Wat is de PSI-richtlijn?
De zogenaamde PSI-richtlijn is de Europese richtlijn inzake overheidsinformatie (Public Sector Information). Deze bestaat reeds sinds november 2003, maar ze werd in juni 2013 herzien. Naar aanleiding hiervan werden in juni 2015 in Vlaanderen het decreet over het hergebruik van overheidsinformatie en het decreet over het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer (het zogenaamde ‘e-gov decreet') aangepast. Met deze wijzigingen wil men een aantal obstakels wegwerken opdat hergebruik van overheidsinformatie op grote schaal mogelijk wordt. Bovendien wil men de overheden in Vlaanderen laten aansluiten bij de groeiende opendatabeweging in Europa.
Het Decreet tot wijziging van het decreet van 27 april 2007 betreffende het hergebruik van overheidsinformatie en het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer heeft betrekking op bestuursdocumenten. Dit zijn de dragers, in welke vorm ook, van informatie waarover overheidsinstanties beschikken. Elke instantie die onder het decreet valt, dient het hergebruik van de bestuursdocumenten waarover ze beschikt toe te staan, zowel voor commerciële als niet-commerciële doeleinden, overeenkomstig de bepalingen van het decreet.
In geval van hergebruik stelt de instantie de bestuursdocumenten zoveel mogelijk via elektronische weg beschikbaar in de al bestaande formaten of talen en, voor zover mogelijk en passend, in een open en machinaal leesbaar formaat, samen met hun metagegevens. Zowel het formaat als de metagegevens voldoen voor zover mogelijk aan formele open standaarden.
Waarom zijn deze aanpassingen relevant voor de cultureel-erfgoedsector?
Onder de overheidsinstanties kunnen ook bepaalde cultureel-erfgoedinstellingen vallen, zelfs wanneer zij niet zijn opgericht bij of krachtens de Grondwet, een wet, decreet of ordonnantie. Dit is het geval wanneer zij in hun werking bepaald en gecontroleerd worden door rechtspersonen bij wie dit wel het geval is, of belast zijn met de uitoefening van een taak van algemeen belang of voor zover zij een taak van algemeen belang behartigen en beslissingen nemen die derden binden. Ook bibliotheken (met inbegrip van bibliotheken van instellingen voor hoger onderwijs), musea en archieven kunnen hierdoor dus binnen het toepassingsgebied vallen.
De bibliotheken (met inbegrip van de bibliotheken van instellingen voor hoger onderwijs), de musea en de archieven bepalen, in tegenstelling tot andere instanties, met betrekking tot hun bestuursdocumenten wel autonoom of het hergebruik van deze bestuursdocumenten is toegestaan voor zowel commerciële als niet-commerciële doeleinden en onder welke voorwaarden. Het afwijkend regime voor bibliotheken, musea en archieven betekent in de praktijk dat er geen verplichting is (vooral m.b.t. ter beschikking stellen voor commerciële doeleinden), er een hogere vergoeding dan marginale kosten kan worden aangerekend en dat exclusiviteitsovereenkomsten in het kader van digitaliseringsprojecten toegelaten zijn.
Wat is het verband tussen het auteursrecht en de PSI-richtlijn?
Het Decreet tot wijziging van het decreet van 27 april 2007 betreffende het hergebruik van overheidsinformatie en het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer bepaalt dat het niet van toepassing is op bestuursdocumenten waarop een instantie niet de nodige rechten heeft om hergebruik toe te staan. Dus documenten die onder de bescherming van het auteursrecht vallen en waarvan de rechten niet zijn geklaard door de bibliotheek, het museum of archief, vallen dus niet onder de toepassing van het decreet. Dit is echter wel het geval voor documenten die niet (langer) onder de bescherming van het auteursrecht vallen of waarvan de rechten zijn geklaard voor hergebruik. Documenten waarvan de rechten enkel zijn geklaard voor niet-commercieel hergebruik door derden, moeten niet ter beschikking worden gesteld voor commercieel hergebruik.
Handboek rechten klaren: Veelgestelde vragen
Hoe auteursrecht respecteren op website?
Wat moet ik doen om het auteursrecht op mijn website te respecteren?
Wanneer je een website met beschermde werken (tekst, afbeelding, foto, muzieksequens, video’s of videoclips) wil creëren, is het belangrijk om de volgende stappen te ondernemen en om je te laten bijstaan door een in de materie bekwame persoon:
- stel een inventaris op van de elementen die op de website gereproduceerd of gebruikt worden en die auteursrechtelijk beschermd kunnen zijn.
- bepaal de rechthebbenden van het auteursrecht en de naburige rechten, van wie u een toestemming moet verkrijgen.
- definieer de handelingen waarin de auteursrechtelijke beschermde werken worden gebruikt, of m.a.w. de exclusieve rechten van de desbetreffende auteur en/of producent bepalen, en bijgevolg de vereiste toestemmingen die jeu moet verkrijgen m.b.t. het auteursrecht en de naburige rechten.
- stel een ontwerp van overeenkomst op en onderhandel over de rechten met de auteur(s) en/of met de producent of met hun respectievelijke beheersvennootschappen.
In het kader van die vierde stap vindt u nuttige informatie op de pagina’s “auteursrecht" en "naburige rechten".
Bron: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, FAQ Auteursrecht.
Verwijderen van online content?
Volstaat het verwijderen van online content om gevrijwaard te blijven van vervolging wanneer de rechthebbende van een auteursrechtelijk beschermd werk bezwaar aantekent tegen de online publicatie?
Indien je instelling of organisatie zelf een beschermd werk op de eigen website heeft geplaatst, dan volstaat het in principe niet om bij een bezwaar van de rechthebbende het werk onmiddellijk van de website te verwijderen om gevrijwaard te worden van vervolging. De rechthebbende behoudt het recht om een schadevergoeding te eisen voor deze inbreuk. Het al dan niet hebben van voorkennis over het feit dat het werk auteursrechtelijk beschermd is, is hierbij niet in het geding. In de praktijk zullen rechthebbenden zich echter wel vaak tevreden stellen met het feit dat hun werken onmiddellijk van de website worden verwijderd. Enige vorm van risicomanagement is dus vereist.
Indien je instelling of organisatie louter optreedt als hosting provider en de gebruikers van uw diensten deze diensten gebruiken om beschermd materiaal online te plaatsen, is de situatie anders. Een hosting provider die de louter door een afnemer van de dienst verstrekte informatie opslaat, is immers niet aansprakelijk voor deze opgeslagen informatie. De voorwaarden zijn dan echter wel dat:
- de hosting provider niet daadwerkelijk kennis heeft van de onrechtmatige activiteit of informatie, of geen kennis heeft van feiten of omstandigheden waaruit het onrechtmatige karakter van de activiteit of informatie blijkt;
- de hosting provider onmiddellijk actie onderneemt om de informatie te verwijderen of de toegang ertoe onmogelijk te maken wanneer hij van het onrechtmatige karakter kennis heeft.
Als een erfgoedorganisatie optreedt als hosting provider is het aangewezen dat het een schriftelijke overeenkomst opmaakt met de gebruiker van de geboden dienst waarin wordt gesteld dat de gebruiker aansprakelijk is in geval van inbreuk op de Auteurswet en dat de content onmiddellijk kan worden verwijderd in geval van onrechtmatigheid.
Dit stuk is gebaseerd op VOWB, Auteursrecht in wetenschappelijke bibliotheken
Rechthebbende is niet traceerbaar?
Wat moet ik doen als de rechthebbende niet te traceren valt?
Zolang er geen wettelijke oplossing is voor verweesde werken en de handeling die je wilt stellen niet onder een van de uitzonderingen op het auteursrecht valt, rest erfgoedorganisaties vaak niks anders dan aan risicomanagement te doen. Vaak is de inspanning die moet worden geleverd om alsnog de rechthebbende(n) op te sporen zeer groot en is de kans klein dat er effectief een rechthebbende opdaagt die zich verzet tegen het bewaren en het niet-commercieel toegankelijk maken. Een bemoeilijkende factor in het risicomanagement kunnen beheersvennootschappen zijn die claims trachten te stellen waarbij zij de bewijslast doorschuiven naar de erfgoedorganisatie.
Wanneer je na de nodige risicoafwegingen besluit een verweesd werk publiek toegankelijk te maken, is het raadzaam om:
- een clausule van bekendmaking op te nemen: een voorbeeld van een dergelijke clausule van bekendmaking is “Ondanks herhaaldelijke inspanningen van de gebruiker om de wetgeving betreffende auteursrechten te respecteren en de toestemming van de auteur, gerechtigde en/of rechthebbende te verkrijgen, is het traceren van deze laatste(n) niet gelukt. Degene die de auteursrechten op dit werk heeft, wordt daarom uitgenodigd met de gebruiker contact op te nemen om de nodige regelingen te treffen.”;
- het opzoekingswerk en het verzamelen van opzoekingsbewijzen te documenteren. Je verzamelt het best alle stukken (bijvoorbeeld brieven, e-mails, aantekeningen, faxen, oproepen …) die een bewijs kunnen leveren dat de nodige inspanningen werden geleverd om de auteur, gerechtigde en/of rechthebbende van een werk te traceren, voor het geval dit ooit nodig zouden blijken. Zo kun je je goede trouw beargumenteren.
Auteursrecht onderwerp foto?
Geldt er auteursrecht op het onderwerp van een foto?
Wanneer de foto gemaakt is door een auteur en voldoet aan de oorspronkelijkheidsvereiste en de vormvereiste, kan er sprake zijn van cumulatie: zowel de foto zelf als het onderwerp van de foto kunnen onderworpen zijn aan het auteursrecht.
Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen:
- foto’s waarvan het onderwerp een menselijke schepping is en foto’s waarvan het onderwerp een natuurlijke schepping is;
- foto’s waarvan het onderwerp eigendom is van een derde;
- foto’s waarvan het onderwerp een persoon is.
Menselijke creatie
Wanneer het onderwerp van de foto een menselijke schepping is, kan er verder een onderscheid worden gemaakt tussen
- foto’s van kunstwerken (schilderijen, beeldhouwwerken, tekeningen …)
- foto’s van gebruiksvoorwerpen (gebouwen, bepaalde onderdelen (bv. de carrosserie van een auto), designmeubilair en designobjecten (stoelen, tafels, servies, modeartikelen als brilmonturen …)
- foto’s van louter functionele vormen of technisch-bouwkundige voorzieningen (bv. sleutels, koorden, bepaalde soorten gereedschap, liftkooien …).
In het algemeen voldoen kunstwerken zowel aan de vorm- als aan de oorspronkelijkheidsvereiste van het auteursrecht en zijn ze beschermd. Wanneer de auteursrechtelijke beschermingstermijn niet verstreken is, moet dus steeds voorafgaande toestemming worden gevraagd op het moment dat men het kunstwerk als afbeelding wil gebruiken. Ook bij kunstwerken in de vorm van objets trouvés of ready mades is een voorafgaandelijke toestemming voor het gebruik van een afbeelding van die kunstwerken de beste oplossing. Ook veel gebruiksvoorwerpen zijn origineel of kunstzinnig. Als de auteursrechtelijke beschermingstermijn nog niet verstreken is, moet dus voorafgaand toestemming worden gevraagd wanneer men een foto van die gebruiksvoorwerpen wil gebruiken. Sinds midden 2016 bestaat in België echter wel panoramavrijheid. Hierdoor kunnen foto's gemaakt en verspreid worden van auteursrechtelijk beschermde werken van beeldende, grafische of bouwkundige kunst die zijn gemaakt om permanent in openbare plaatsen te worden geplaatst, zonder dat hiervoor toestemming nodig is van de rechthebbende. In het verleden moest men enkel geen toestemming vragen als er sprake was van een eerder toevallige afbeelding (als achtergrond of decor of ongewild …). Men moest steeds toestemming vragen indien men een foto wou gebruiken van werken van beeldende, grafische of bouwkundige kunst die zich permanent in openbare plaatsen bevinden, vandaag dus niet meer (tenzij aan de fotograaf zelf). Louter functionele vormen of technisch-bouwkundige voorzieningen vallen buiten de auteursrechtelijke bescherming en er is dus geen toestemming vereist van hun maker om afbeeldingen ervan te gebruiken.
Natuurlijke schepping
Wanneer het onderwerp van de foto een natuurlijke schepping is, kan er verder een onderscheid worden gemaakt tussen:
- foto’s van natuurelementen en landschappen, onaangeroerd en vrij van menselijk ingrijpen;
- foto’s van natuurlandschappen of –elementen waaraan menselijk ingrijpen te pas kwam (tuinen, parken, bloemperken, bloemstukken …);
- foto’s van een natuurlandschap waarin een menselijke productie staat (bv. een gebouw, een brug, een monument, een beeld …).
Bij natuurelementen en landschappen, onaangeroerd en vrij van menselijk ingrijpen is er geen sprake van een creatieve, menselijke ingreep. Zij genieten dan ook geen auteursrechtelijke bescherming. De ontwerpers van bijvoorbeeld tuinen en parken kunnen daarentegen soms wel als auteurs worden gezien. In het verleden moest men daarom steeds toestemming vragen indien men een foto van hun creatie wou gebruiken. Sinds midden 2016 bestaat in België echter panoramavrijheid. Hierdoor kunnen foto's gemaakt en verspreid worden van auteursrechtelijk beschermde werken van beeldende, grafische of bouwkundige kunst die zijn gemaakt om permanent in openbare plaatsen te worden geplaatst, zonder dat hiervoor toestemming nodig is van de rechthebbende. In het verleden moest men enkel geen toestemming vragen als er sprake was van een eerder toevallige afbeelding (als achtergrond of decor of ongewild …).
Onderwerp eigendom van een derde
Als het onderwerp van de foto eigendom is van een derde (van een privépersoon, een museum, archief ,bibliotheek of andere erfgoedorganisatie of -instelling), dient men een duidelijk onderscheid te maken tussen auteursrechten en eigendomsrechten. De overdracht van de materiële drager van het werk impliceert geenszins de overdracht van de auteursrechten op het werk. Dit betekent dat de eigenaar van de materiële drager voor bepaalde handelingen met het werk alsnog de toestemming zal moeten vragen van de auteursrechthebbende. De eigenaar van de materiële drager heeft wel het recht om het werk tentoon te stellen.
Portret
Wanneer het onderwerp van de foto een persoon is, geldt het portretrecht. Aan iedereen die leeft, moet in principe toestemming gevraagd worden voor een foto. Wanneer de geportretteerde overleden is, is in de regel tot 20 jaar na het overlijden de toestemming vereist van de erfgenamen. Er zijn wel twee voorwaarden om van deze bescherming te genieten:
- de afgebeelde persoon moet herkenbaar zijn;
- de afbeelding moet duurzaam zijn en medegedeeld kunnen worden.
Er zijn hierbij vier bijzondere categorieën:
- bekende personen: hierbij gaat men namelijk uit van een zogenaamde stilzwijgende toestemming tot het maken van foto’s, die wellicht niet uitdrukkelijk, maar wel zeker werd verleend. De foto moet wel betrekking hebben op het beroep dat zij uitoefenen of op de situatie of de reden waarom zij in het middelpunt van de belangstelling staan. De afbeelding mag geen afbreuk doen aan het recht op privacy en evenmin aangewend worden voor commerciële of publicitaire doeleinden.
- minderjarigen: voor het fotograferen van een kind is de toestemming van de ouders nodig, voor het fotograferen van een minderjarige op een leeftijd waarop hij over bepaalde dingen zelf kan beslissen, is de toestemming van zowel de ouders als de minderjarige zelf nodig;
- mensen op openbare plaatsen: voor het fotograferen van mensen op openbare plaatsen is geen toestemming vereist zolang de foto anoniem is, er geen winstbejag wordt nagestreefd en de afgebeelde personen niet worden gekwetst of belachelijk gemaakt;
- verdachten en criminelen: dit is een omstreden geval waarbij vaak de afweging dient te worden gemaakt tussen het informatierecht en het portretrecht.
Het is belangrijk steeds het onderscheid te zien tussen de toestemming tot het nemen van een foto" en de toestemming tot het publiceren van de foto". Dit zijn immers twee verschillende zaken. Wanneer de fotograaf op voorhand plannen heeft om de foto te publiceren zijn, kan hij maar best meteen toestemming hiervoor vragen. Het portretrecht of recht op afbeelding kan het onderwerp vormen van een contract. Het recht op afbeelding is een onoverdraagbaar persoonlijkheidsrecht, maar met een vermogensrechtelijke dimensie. Dit maakt de exploitatie van een afbeelding mogelijk. Een dergelijk contract moet door de afgebeelde worden ondertekend en concreet omschreven zijn. Het recht op afbeelding kan op elk moment en in ieder geval door de geportretteerde worden ingetrokken, zolang er hierbij geen misbruik is van zijn kant.
Bron: ELS MICHIELSEN en ANNEMIE ROSSENBACKER, Auteursrecht en erfgoed: Handleiding tot het vermijden van uitschuivers, Culturele Biografie Vlaanderen, 2004, 52 p.
Voor meer informatie over panoramavrijheid, zie 27 JUNI 2016. - Wet tot wijziging van het Wetboek van economisch recht met het oog op de invoering van de panoramavrijheid.
Voor meer informatie over het portretrecht, zie ook COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER, Recht op afbeelding
Inroepen uitzondering voor pedagogische doeleinden?
Kan ik de uitzondering voor pedagogische doeleinden inroepen om beschermde werken te plaatsen op de website van mijn pedagogische instelling zonder de toestemming van de rechthebbenden?
Nee. Een website is voor iedereen toegankelijk en gaat dus verder dan het toepassingsveld van de uitzondering voor pedagogische doeleinden. De pedagogische uitzondering is beperkt tot “gesloten transmissienetwerken van de instelling” (artikelXI.190 8° Wetboek van economisch recht).
Bron: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, FAQ Auteursrecht.
Wat met hyperlinks naar beschermde inhoud?
Moet ik auteursrechten of naburige rechten betalen als mijn website een hyperlink bevat naar een beschermde inhoud (muziek, film, ...)?
Verwijst de hyperlink naar een inhoud die vrij toegankelijk is voor iedereen, dan is er geen nieuwe mededeling aan het publiek en moet je dus geen auteursrecht betalen.
Verwijst de hyperlink naar informatie die niet voor iedereen toegankelijk is (bv. enkel toegankelijk voor de abonnees) dan gaat het om een nieuwe mededeling aan het publiek. Je moet dan opnieuw de rechten verkrijgen van de rechthebbende(n).
Let wel: indien je website uitsluitend bestaat uit hyperlinks die hernoemd zijn naar titels van persartikels dan kan dit een auteursrechtelijk relevante reproductie uitmaken van de titels en dien je toestemming te verkrijgen van de rechthebbende(n).
Bron: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, FAQ Auteursrecht.
Visuele kunst op website plaatsen?
Wat moet ik doen om een werk van visuele kunst op mijn website te plaatsten (foto, tekening, beeldhouwwerk, schilderij, design, architectuur, ...)?
Belgische beheersvennootschap: SOFAM
Ga naar de website van SOFAM. Klik op “Informatie”, dan op “Tarieven”, daarna op "Belgische tarieven". Download het PDF-bestand. Raadpleeg het deel van het document over internet (blz. 35). Daar vind je het toepasselijke tarief. Keer terug naar de Nederlandstalige versie van de homepage en klik op "info@sofam.be" om een prijsofferte voor een licentie aan te vragen. Die offerte wordt opgemaakt op basis van het tarief.
Buitenlandse beheersvennootschappen
Als het werk waarvan je gebruik wil maken niet in het repertoire van SOFAM zit, zit het misschien in dat van een van de buitenlandse beheersvennootschappen die vermeld zijn onder “Tarieven” / “Buitenlandse tarieven”. Daar word je doorverwezen naar de sites van Groot- Brittannië, Nederland, Frankrijk, Duitsland, Spanje, Zwitserland, Zweden en Oostenrijk. Je volgt dan de procedure van de site(s) die je aanbelangt (aanbelangen).
Daarnaast kun je eveneens een aangifte doen voor het verkrijgen van wereldwijde licenties voor het gebruik op internet van werken van visuele kunst van 30.000 artiesten. Dit kan via de website www.onlineart.info, waarvan zowel SOFAM als SABAM lid zijn. Het systeem genereert licenties voor de reproductie van de werken op een website of intranet, voor het downloaden, of voor “Pay per view”.
SABAM
Maakt het werk deel uit van het repertoire van SABAM, ga dan naar de website van SABAM en klik op “Voor iedereen” en dan op "grafische en visuele kunsten".
Vervolgens kunt u:
- naar de tarieven gaan door op "Tarief" te klikken. Op die manier krijg je toegang tot een document waarin op het einde onder de categorie “Multimedia” de tarieven “Internet & Intranet” beschreven staan (pagina 34);
- een licentieaanvraag doorsturen door te klikken op "Aangifte" en de instructies te volgen.
Werken "vrij van rechten"
Om aan alle bijdragen te ontsnappen, kun je op je site ook uitsluitend muziek, afbeeldingen of films plaatsen die “vrij van rechten” zijn, ook wel “creative commons” genoemd.
Bron: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, FAQ Auteursrecht.
Persartikels op website plaatsen?
Wat moet ik doen om persartikels op mijn website te plaatsten?
Artikelen uit de Franstalige / Duitstalige Belgische dagbladpers
Om de nodige toestemming te verkrijgen, ga naar http://www.copiepresse.be en klik onderaan op de pagina onder "MODULE DE CALCUL EN LIGNE" op "Accédez au module". Antwoord op de vragen naargelang je situatie en het gewenste gebruik (vermoedelijk “internet”). Wanneer je de procedure bevestigt, ontvang je een overzichtsmail en een pre-bestelnummer; je wordt vervolgens gecontacteerd voor het opstellen van een contract.
De leden-uitgevers van Copiepresse hebben allen een overeenkomst gesloten met SAJ-JAM om de rechten te beheren voor de journalisten die hun rechten niet rechtstreeks hebben overgedragen aan deze uitgevers. De licenties van Copiepresse dekken dus zowel de rechten van de uitgevers als deze van de journalisten.
Artikelen uit de Franse of Luxemburgse dagbladpers
Ga naar http://www.copiepresse.be en klik op "RÉPERTOIRES & TARIFS". Ga naar "Autres répertoires gérés par Copiepresse (mandats)".
Je krijgt de Franse tarieven door te klikken op "Répertoires et tarifs presse française" onder "Mandat octroyé par le CFC (France)".
Je krijgt de Luxemburgse tarieven door te klikken op "Répertoires et tarifs presse luxembourgeoise" onder "Mandat octroyé par Luxorr". Ga naar het aangifteformulier door te klikken op "Formulaires de déclaration".
Artikelen uit de Vlaamse dagbladpers
De licenties van License2publish dekken zowel de rechten van de uitgevers als de rechten van de journalisten. In die paar gevallen dat er toestemming wordt gevraagd voor een artikel waar de uitgever niet over de rechten beschikt, wordt doorverwezen naar de journalist in kwestie aangezien die niet noodzakelijk lid is van de SAJ-JAM voor het beheer van deze rechten.
Om de nodige toestemming te kijgen, ga naar de website van License2publish. Klik onder "Licenties" op "Tarieven" en raadpleeg de verschillende tarieven die verband houden met de verspreiding op het internet. Klik op "Vraag een licentie aan" om toegang te krijgen tot het aangifteformulier.
Artikelen uit de periodieke pers van België
Repropress garandeert dat de licenties die ze toekent zowel de rechten van de uitgevers als de rechten van de journalisten omvatten (ofwel omdat de uitgever de rechten rechtstreeks bij de journalist heeft verkregen, ofwel omdat de uitgever een overeenkomst met de JAM heeft afgesloten). Om de benodigde toestemming te verkrijgen, ga je naar de website van Repropress, klik op "Contact" en stuur je aanvraag naar het vermelde e-mailadres.
Bron: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, FAQ Auteursrecht.
Letterkundig werk op website plaatsen?
Wat moet ik doen als ik een letterkundig werk op mijn website wil plaatsen?
Doorgaans richt je je tot de uitgever. Wanneer de uitgever is aangesloten bij SABAM, is het collectieve beheer van toepassing. In dat geval moet de volgende werkwijze worden gevolgd:
Ga naar de website van SABAM en klik op “Voor iedereen”.
Klik daarna achtereenvolgens op “Literatuur” en “Tarief voor literaire reproducties”. Je krijgt dan toegang tot een document met de tarieven voor letterkundige werken, inclusief de tarieven voor gebruik op het internet (blz. 15).
Klik op “Klik hier voor eLicensing” en volg de instructies.
Bron: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, FAQ Auteursrecht.
Downloadbare muziekwerken op website plaatsen?
Wat moet ik doen als ik op mijn website muziekwerken downloadbaar wil aanbieden?
Ga naar de website van SABAM en klik op “Voor iedereen”. Klik daarna achtereenvolgens op “Muziek”, “Internet” en “tarief voor de online distributie van muziekwerken”. Het tarief verschijnt.
Je aanvraag kun je indienen via eLicensing. Het gebruik van de rechten van de producenten en van de vertolkende en uitvoerende kunstenaars valt niet onder de billijke vergoeding. Het ressorteert onder het exclusieve recht.
Noch de beheersvennootschap van de vertolkende en uitvoerende kunstenaars “PlayRight”, noch die van de producenten “SIMIM” staat in een dergelijk geval in voor het collectieve beheer van dat recht.
Dat betekent
- dat de houder van de website geen vorderingen moet verwachten van die twee vennootschappen en
- dat de enige manier om geen enkele vordering te moeten vrezen, een individuele onderhandeling is, rechtstreeks met de houders van de naburige rechten.
Bron: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, FAQ Auteursrecht.
Muziek op website plaatsen?
Wat moet ik doen als ik muziek op mijn website wil plaatsen?
Achtergrondmuziek op de website van mijn vereniging of instelling Via de one-stop-shop Unisono kun je zowel de auteursrechten als de naburige rechten van de producenten afdekken. Unisono is een samenwerking tussen SABAM en SIMIM. Ga naar de website eengemaakte aangifte, klik op “Nederlands”, vervolgens op "Tarievensimulator", “Achtergrondmuziek op bedrijfswebsites” en "Volgende".
Vul de gevraagde gegevens in en het tarief verschijnt. Klik op “Aangifte” en volg de instructies.
Je kunt ook een aangifteformulier afdrukken en invullen. Voor sommige sectoren zijn er aangepaste formulieren. De gebruikslicenties kunnen uitsluitend verleend worden onder de volgende cumulatieve voorwaarden:
- de totale duur van de gebruikte muziekstukken mag de 15 minuten NIET overschrijden;
- niet-downloadbaar formaat;
- geen webradio-toepassing;
- geen reclame-, promotie- of animatiespots (flash, video, enz.).
Voldoet je website niet aan deze voorwaarden dan moet je bij elke rechthebbende van de gebruikte muziek de toestemming vragen.
Muziekwerken of videoclips “on demand” ter beschikking stellen op mijn website (streaming)
Om de auteurs-componisten te vergoeden, ga naar de website van SABAM en klik op “Voor iedereen”. Klik daarna achtereenvolgens op “Muziek”, “Internet” en “tarief muziek streaming”. Het tarief verschijnt.
Je aanvraag kan je indienen via eLicensing. De rechten van de producenten en van de vertolkende en uitvoerende kunstenaars vallen niet onder de billijke vergoeding maar onder het exclusieve recht.
De beheersvennootschap van de vertolkende en uitvoerende kunstenaars “PlayRight” staat niet in voor het collectieve beheer van dat exclusieve recht, omdat die exclusieve rechten doorgaans aan de producenten worden overgedragen.
Muziekwerken
Indien je muziekwerken on-demand wil aanbieden moet u zich rechtstreeks tot de producenten richten om de vereiste toestemming(en) te krijgen. Indien u deze muziekwerken echter lineair of semi-lineair (webradio) wilt aanbieden, dan kan dit via SIMIM, de beheersvennootschap van de producenten. U gaat hiervoor naar de website van SIMIM.
Onder "Webcasting/streaming" vindt u de tarieven en het aangifteformulier.
Videoclips
Indien je videoclips on-demand wil aanbieden moet je je rechtstreeks tot de videoclipproducenten richten om de vereiste toestemming(en) te krijgen. Als je die videoclips echter lineair of semi-lineair wil aanbieden dan kan dit via IMAGIA, de beheersvennootschap van de videoclipproducenten. Je gaat hiervoor naar de pagina Imagia op de website van SIMIM waar je de “Tarieven” vindt.
Bron: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, FAQ Auteursrecht.
Reclamespot, bedrijfsfilm of ander audiovisueel werk van commerciële aard op website plaatsen?
Wat moet ik doen als ik op mijn website een reclamespot, bedrijfsfilm of ander audiovisueel werk van commerciële aard wil plaatsen?
Ga naar de website van SABAM en klik op “Voor iedereen”. Klik daarna achtereenvolgens op “Muziek”, “Internet” en “tarief commerciële audiovisuele productie”. Het tarief verschijnt.
Je aanvraag kan je indienen via eLicensing. Voor reproductie van muziek in je bedrijfsfilms of audiovisuele werken (andere dan reclamespots) die enkel via het internet worden aangeboden, moet je ook de muziekproducenten vergoeden. Je kunt hiervoor naar de pagina “internet” op de site van SIMIM gaan. Klik dan onder “audiovisuele producties – exclusief op internet uitgezonden” op “Klik hier voor tarieven”.
Vraag een contract aan door contact op te nemen via het adres dat op diezelfde pagina vermeld staat onder “Informatie” bram.somers@simim.be, tel.: 02/7758210.
Over de rechten van de producenten en van de vertolkende en uitvoerende kunstenaars is op te merken dat het uitzenden van films op uw website onder de exclusieve rechten valt. In de praktijk worden die exclusieve rechten voornamelijk uitgeoefend door de producent van films, die niet alleen over het exclusieve recht van de producent beschikt (artikel XI.209 §1 Wetboek van economisch recht), maar ook over het exclusieve recht dat door de uitvoerende kunstenaars is overgedragen, ofwel bij overeenkomst, ofwel door het vermoeden van overdracht (artikel XI.206 Wetboek van economisch recht).
Deze situatie verklaart waarom de beheersvennootschap van de uitvoerende kunstenaars “PlayRight” niet instaat voor het collectieve beheer van dit soort rechten en waarom u zich in de eerste plaats tot de producenten moet richten.
Bron: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, FAQ Auteursrecht.
Factuur beheersvennootschappen aanvaarden?
Moet ik een factuur aanvaarden van een beheersvennootschap voor een werk dat, of een prestatie die geen deel uitmaakt van het repertoire van die vennootschap?
In principe mag een beheersvennootschap geen rechten innen voor het gebruik van een werk of een prestatie waarvan het beheer niet aan haar werd toevertrouwd door de rechthebbende. Op dat principe bestaan echter uitzonderingen voor de inning van
- de vergoeding voor privékopie,
- de vergoeding voor reprografie,
- de vergoeding voor openbare uitlening en
- de billijke vergoeding,
die verschuldigd zijn aan uitvoerende kunstenaars en aan producenten van fonogrammen (gevallen van wettelijke licenties).
De inning van die rechten wordt namelijk binnen het systeem van wettelijke licenties zo georganiseerd dat de rechthebbende niet kan weigeren zijn toestemming te geven voor de exploitatie van zijn werken of prestaties, voor zover hij een billijke vergoeding ontvangt voor het gebruik van zijn werken of prestaties. Het bedrag van die vergoeding wordt vastgelegd door reglementaire teksten.
Zo is ook de inning van het kabelrecht onttrokken aan het principe van het exclusieve recht van de rechthebbenden, maar er is geen vergoeding vastgelegd door een reglementaire tekst. Het betreft een geval van verplicht collectief beheer. Het komt toe aan de beheersvennootschappen om de tarieven voor de exploitatie van werken en prestaties via doorgifte via de kabel vast te leggen.
In de aangehaalde gevallen, ongeacht of het werk of de prestatie al dan niet deel uitmaakt van het repertoire van de vennootschap die instaat voor de inning, zijn de rechten verschuldigd zodra is voldaan aan de gebruikscriteria die zijn vastgelegd door ofwel de reglementaire teksten ofwel de beheersvennootschappen.
Als de uitvoerende kunstenaars en de producenten van fonogrammen op zekere wijze hebben afgezien van de billijke vergoeding die hen verschuldigd is, mag de beheersvennootschap die niet innen.
Als je daarbij van een wettig belang doet blijken, kun je ter plaatse of schriftelijk het gehele repertoire van een beheersvennootschap raadplegen.
Kan ik inzage krijgen in het repertoire van een beheersvennootschap?
Ja.
Je vraagt dit aan de beheersvennootschap in kwestie, indien je wenst te weten of een werk deel uitmaakt van het repertoire van een beheersvennootschap.
Je moet daarbij wel een wettig belang doen blijken.
De beheersvennootschap moet u binnen een termijn van drie weken vanaf de ontvangst van uw verzoek antwoorden (artikel XI.255 Wetboek van economisch recht).
Bron: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, FAQ Auteursrecht (archive.org).
Dubbele betaling beheersvennootschappen?
Ik heb de auteursrechten al betaald en er wordt mij nog een factuur gestuurd. Is dat geen dubbelop?
Het kan dat u voor het gebruik van een werk meerdere facturen ontvangt.
De reden hiervoor is dat bij de creatie van een werk vaak meerdere makers betrokken zijn. Een liedje, bijvoorbeeld, wordt geschreven door een componist en een tekstschrijver, zonder dat die twee functies noodzakelijk in één en dezelfde persoon zijn verenigd. Zo ook is de zanger niet noodzakelijk de componist, en bij de opname van de muziekband zijn meerdere muzikanten, een gitarist, pianist, drummer,... betrokken. Tot slot zal ook de financiële inbreng van de producer nodig zijn om ervoor te zorgen dat het werk tot stand kan komen.
Die verschillende personen beschikken elk over een exclusief recht om de reproductie of de communicatie van het werk toe te staan of te verbieden. Die rechthebbenden verenigen zich doorgaans in beheersvennootschappen, waaraan ze een mandaat toevertrouwen voor het beheer van de rechten die verbonden zijn aan hun werken of prestaties. Wanneer je een werk wilt reproduceren of verspreiden, moet je bijgevolg een veelheid aan toestemmingen verkrijgen. De facturen kun je krijgen van ofwel de beheersvennootschappen, ofwel van de rechthebbenden zelf, wanneer die ervoor hebben gekozen hun rechten zelf te beheren.
Bovendien kan het gebruik van een werk betrekking hebben op verschillende exploitatiewijzen van dat werk. Zo kan een muzikaal werk eerst worden gereproduceerd op een geluidsdrager, om vervolgens aan een publiek te worden meegedeeld. Dit zal onvermijdelijk de toepassing van twee afzonderlijke tariefregels met zich meebrengen, en bijgevolg de ontvangst van twee facturen die daarop betrekking hebben.
Meerdere initiatieven beogen de vereenvoudiging op dit vlak. Wanneer je bijvoorbeeld muziek wenst uit te zenden, kun je je aangifte voor zowel de auteursrechten (SABAM) als voor de naburige rechten (billijke vergoeding) doen via de website eengemaakte aangifte.
Ook het afspelen van muziek op de werkvloer wordt voor zowel de auteursrechten als de naburige rechten geregeld door hetzelfde portaal met de naam Unisono.
Bron: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, FAQ Auteursrecht.
Aanvechten vaststellingen van agent beheersvennootschap?
Kan ik de vaststellingen van een door een beheersvennootschap aangewezen agent betwisten?
De vaststellingen van de agenten door de beheersvennootschappen aangewezen gelden tot het tegendeel is bewezen. De andere bewijsmiddelen van gemeen recht blijven toegelaten (bewijs door getuigen, schriftelijk bewijs of begin van schriftelijk bewijs).
De uitgevoerde vaststellingen door een niet-erkende agent kunnen dus in aanmerking worden genomen, maar hebben geen particuliere bewijswaarde. (De agenten worden erkend op basis van artikel XI.269 Wetboek van economisch recht, en beëdigd overeenkomstig artikel 572 van het Gerechtelijk Wetboek.)
De erkende agenten hebben geen enkele bevoegdheid van gerechtelijke politie. Ze hebben dus enkel het recht op zoek te gaan naar informatie binnen dezelfde grenzen als een gewone burger. Ze hebben geen bevoegdheid om zich toegang te verschaffen tot privéplaatsen of, behalve in de gevallen bepaald door de wet, om zich kopieën van bepaalde documenten te laten overhandigen.
Ze kunnen alleen maar feiten vaststellen die mogelijkerwijs een inbreuk vormen op de rechten erkend door de Auteurswet, voor zover die feiten plaatsgrijpen op een publieke plaats.
Aangezien de vaststellingen van een erkende agent gelden tot bewijs van het tegendeel, moet de gebruiker in geval van betwisting die vaststellingen weerleggen, aan de hand van bewijzen. Hij moet in eerste instantie deze vaststellingen betwisten bij de betrokken beheersvennootschap(pen). Dat bewijs kan met alle rechtsmiddelen worden geleverd (getuigen, schriftelijk bewijs, vermoedens, begin van bewijs bij geschrift...).
De controledienst van de vennootschappen voor het beheer van de auteursrechten is bevoegd om de wettelijkheid van de bevindingen van de erkende agenten na te gaan.
Bron: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, FAQ Auteursrecht.
Factuur Reprobel?
Reprobel stuurt mij een factuur, maar ik fotokopieer geen auteursrechtelijk beschermde werken. Wat moet ik doen?
Als je geen auteursrechtelijk beschermd werk reproduceert, moet je dat meedelen aan Reprobel. Dit kun je doen
- per (aangetekende) brief,
- per e-mail (questions@reprobel.be),
- per fax (02 551 08 85).
Vermeld steeds je Reprobelnummer.
Reprobel mag je geen factuur sturen louter omdat je een apparaat hebt (kopieertoestel, fax, scanner,...).
Je moet wel de evenredige vergoeding voor reprografie betalen als je auteursrechtelijk beschermde werken reproduceert.
Contact: Reprobel, de Meeûssquare 23 bus 3, 1000 Brussel
Bron: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, FAQ Auteursrecht.
Raming Reprobel over gemaakte kopieën betwisten?
Hoe kan ik de raming van Reprobel over het aantal kopieën van beschermde werken die ik zou gemaakt hebben, betwisten?
Indien je niet akkoord gaat met de raming van Reprobel en niet wenst over te gaan tot betaling, moet je Reprobel aanschrijven en uitleggen waarom je het aantal gefactureerde kopieën betwist.
Je kunt dit doen
- per (aangetekende) brief,
- per e-mail,
- per fax (02 551 08 85).
Vermeld steeds je Reprobelnummer.
Indien er geen oplossing volgt, kan Reprobel een of meerdere deskundige(n) aanstellen, hetzij in onderling overleg met jou, hetzij op eigen initiatief. De deskundige maakt een raming van het aantal kopieën van beschermde werken die je tijdens de beschouwde periode maakte.
Als Reprobel de deskundige aanstelde, moet het de kosten betalen die de deskundige maakte. Als Reprobel de deskundige aanstelde in overleg met jou, dan delen Reprobel en jij de kosten.
Contact: Reprobel, de Meeûssquare 23 bus 3, 1000 Brussel
Bron: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, FAQ Auteursrecht.
Factuur billijke vergoeding?
Wat is de billijke vergoeding en wie mag ze me facturen?
De billijke vergoeding is de vergoeding die je verschuldigd bent aan de beheersvennootschappen die de uitvoerende kunstenaars en de producenten vertegenwoordigen.
Je moet deze vergoeding betalen wanneer je in een publieke ruimte opgenomen muziek (cd, mp3, radio,...) afspeelt.
SIMIM (vertegenwoordigt de producenten) en PlayRight (vertegenwoordigt de uitvoerende kunstenaars) staan in voor de inning van de billijke vergoeding. Zij hebben Outsourcing Partners nv en Honebel cv (voor de Horeca) opdracht gegeven om de billijke vergoeding te innen.
Indien je niet betaalt, kan het incassobureau Intrum nv optreden.
Bron: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, FAQ Auteursrecht.
Laattijdige aangifte billijke vergoeding?
Voor de organisatie van een tijdelijke activiteit ontvang ik een factuur met een bijkomend forfaitair tarief op de billijke vergoeding wegens laattijdige aangifte. Mag de firma die de billijke vergoeding factureert zo’n extra bedrag vragen?
Dat mag.
Een tijdelijke activiteit moet je minstens vijf werkdagen voorafgaand aan de activiteit aangeven bij de betrokken beheersvennootschappen. Doe je dat niet, dan mag de beheersvennootschap je een bijkomend forfaitair bedrag vragen. Dit bedraagt 15% van de billijke vergoeding, met een minimum van 125,24 euro (dit bedrag wordt geïndexeerd).
Bron: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, FAQ Auteursrecht.
Betalingsverzoek billijke rechten voor evenement ondanks jaarovereenkomst?
Outsourcing Partners nv of Honebel cv, die voor de inning van de billijke vergoeding gemandateerd zijn, sturen mij een betalingsverzoek voor een evenement terwijl er voor de zaal waarin het evenement plaatsvindt al een jaarovereenkomst is afgesloten. Kan dit?
Ook als voor de zaal waar het evenement plaatsvindt, een jaarovereenkomst gesloten is voor de billijke vergoeding, kun je nog een betalingsverzoek voor billijke vergoeding krijgen.
Een jaarovereenkomst dekt immers niet noodzakelijk alle evenementen. Als er een jaarovereenkomst “met drank” gesloten werd en je organiseert een evenement “met dans”, dan is dit evenement niet door de jaarovereenkomst gedekt. Je moet een specifieke aangifte voor het evenement indienen.
Een jaarovereenkomst waarbij evenementen “met drank” gedekt worden, omvat zowel de evenementen waar drank verkrijgbaar is, als deze waar geen drank verkrijgbaar is.
Ter herinnering, SIMIM (vertegenwoordigt de producenten) en PlayRight (vertegenwoordigt de uitvoerende kunstenaars) zijn de beheersvennootschappen die de billijke vergoeding innen. Zij hebben Outsourcing Partners nv en Honebel cv (voor de Horeca) gemandateerd om de inningen te verrichten.
In geval van het uitblijven van betaling kan het incassobureau Intrum nv optreden.
Nuttige adressen
- Outsourcing Partners nv, Martelaarslaan 53-55, 9000 Gent, tel: 02 710 51 00 (elke werkdag van 9.00 tot 15.30 uur), fax: 02 710 51 10
- Honebel cv, Sint-Goriksstraat 10, 1000 Brussel, tel: 02 514 27 33 (elke werkdag van 9u tot 12u en van 13u tot 16u)
Bron: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, FAQ Auteursrecht.
Terugvordering billijke vergoeding voor meerdere jaren?
Outsourcing Partners nv of Honebel cv die voor de inning van de billijke vergoeding gemandateerd zijn, sturen een betalingsverzoek waarin de billijke vergoeding voor meerdere jaren wordt teruggevorderd. Kan dit?
Indien je op een publieke plaats (winkel, café,...) opgenomen muziek afspeelt, moet je een billijke vergoeding betalen (overeenkomstig art. 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, BS 27 juli 1994).
De billijke vergoeding kan tot vijf jaar terug gevorderd worden op voorwaarde dat er tijdens deze periode effectief opgenomen muziek werd afgespeeld. De inningsvennootschap moet wel bewijzen dat je tijdens de door hen gevorderde periode daadwerkelijk muziek afspeelde.
Als je een dergelijk betalingsverzoek ontvangt en je gaat hiermee niet akkoord, dan moet je de inningsvennootschap van de billijke vergoeding een aangetekende brief sturen. Daarin vraag je om de bewijzen waaruit blijkt dat je de voorgaande jaren opgenomen muziek op een publieke plaats afgespeeld heeft.
Ter herinnering, SIMIM (vertegenwoordigt de producenten) en PlayRight (vertegenwoordigt de uitvoerende kunstenaars) staan in voor de inning van deze billijke vergoeding. Zij hebben Outsourcing Partners nv en Honebel cv (voor de Horeca) gemandateerd om de inningen te verrichten.
In geval van het uitblijven van betaling kan het incassobureau Intrum nv optreden.
Nuttige adressen Outsourcing Partners nv, Martelaarslaan 53-55, 9000 Gent, tel: 02 710 51 00 (elke werkdag van 9.00 tot 15.30 uur), fax: 02 710 51 10 Honebel cv, Sint-Goriksstraat 10, 1000 Brussel, tel: 02 514 27 33 (elke werkdag van 9u tot 12u en van 13u tot 16u)
Bron: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, FAQ Auteursrecht.
Zelf als rechthebbende te laat auteursrechtenvergoeding ontvangen?
Ik ben rechthebbende en denk dat mijn beheersvennootschap mij te laat heeft betaald. Wat kan ik doen?
De beheersvennootschappen moeten de nodige maatregelen treffen om de rechten die zij innen binnen de 24 maanden na inning te verdelen (artikel XI.252 §2 Wetboek van economisch recht).
Deze bepaling verplicht de beheersvennootschappen eveneens om aan te geven welke rechten niet binnen de 24 maanden na hun inning werden verdeeld, en wat de redenen daarvoor zijn.
Wanneer je rechten niet binnen de 24 maanden werden verdeeld, is het dus aan jou om uitleg te vragen aan je beheersvennootschap.
Wanneer je die niet krijgt, of wanneer je niet tevreden bent met de uitleg, kun je je richten tot de rechtbank. Ofwel signaleer je je probleem bij de dienst die bevoegd is voor de controles op de vennootschappen voor het beheer van auteursrechten en naburige rechten.
Uw probleem signaleren kan via deze pagina.
Bron: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, FAQ Auteursrecht.
Zelf als rechthebbende te weinig auteursrechtenvergoeding ontvangen?
Ik ben rechthebbende en denk dat mijn beheersvennootschap mij te weinig heeft betaald. Wat kan ik doen?
Om te weten te komen welk bedrag je door de beheersvennootschap verschuldigd is, raadpleeg de verdelingsregels van je beheersvennootschap. Indien je de verdelingsregels niet ter beschikking heeft, kan deze aanvragen bij je beheersvennootschap. Die laatste is immers gehouden deze door te sturen binnen een termijn van drie weken (artikel XI.252 §1 Wetboek van economisch recht).
Indien je meent dat de regels niet correct toegepast werden, dien je eerst je beheersvennootschap te contacteren en kan je bij hen een klacht indienen waarop je binnen de maand antwoord dient te krijgen. Indien de beheersvennootschap voet bij stuk houdt en je nog steeds niet akkoord gaat, kun je je tot de rechtbank te richten.
Ofwel signaleer je je probleem bij de dienst die bevoegd is voor de controles op de vennootschappen voor het beheer van auteursrechten en naburige rechten. Uw probleem signaleren kan via deze pagina.
Bron: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, FAQ Auteursrecht (archive.org).
Handboek rechten klaren: Bibliografie rechten klaren
- Wetboek van economisch recht van 28 februari 2013.
- FARO, Dossier auteursrecht, FARO, 2011
- VOWB, Auteursrecht in wetenschappelijke bibliotheken
- JORIS DEENE, Contracteren rond auteursrechten, FARO, 2023, 39 p.
- FOD ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE, Intellectuele eigendom
- FOD ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE, Regelgeving inzake auteursrechten en naburige rechten, Niet-officiële consolidatie op 1 mei 2008, 168 p.
- KUNSTENLOKET, Auteursrechten en naburige rechten (archive.org)
- ALAIN BERENBOOM en SANDRINE CARNEROLI, Guide du droit d’auteur à l’intention des musées et centres d’art, Association francophone des musées de Belgique, 2004, 72 p.
- MICHIEL ELST, Juridische aspecten van informatie, Univeristeit Antwerpen, 2005
- LAWRENCE LIANG, Guide to open content licenses, Piet Zwart Institute, 2004, 109 p.
- Creative Commons
- EVI WERKERS, ROBIN KERREMANS, TIM ROBRECHTS en PROF. JOS DUMORTIER, Auteursrecht in de digitale samenleving. Studie in opdracht van de Vlaamse Gemeenschap Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Mediastudie, 2009, 200 p. http://www.faronet.be/files/pdf/pagina/auteursrecht_digitale_samenleving.pdf
- TOM EVENS, Het gebruik van Creative Commons in het culturele en erfgoedveld in Vlaanderen, IBBT-MICT, 2011, 44 p.
- ELS MICHIELSEN en ANNEMIE ROSSENBACKER, Auteursrecht en erfgoed: Handleiding tot het vermijden van uitschuivers, Culturele Biografie Vlaanderen, 2004, 52 p.
- HANNELORE DEKEYSER, Digitale archivering: auteursrecht, technische beschermingsmaatregelen en wettelijk depot (archive.org), eDAVID, 2007, 80 p.
- COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER, Recht op afbeelding
- Documenten opgesteld en/of verspreid door de Gebruikersgroep Cultureel Erfgoed en Auteursrecht