Publicatie:Duiken in de Machine

Uit Meemoo Kennisbank
Naar navigatie springen Naar zoeken springen


Samenvatting

Duiken in de Machine is de naam van een door Vlaanderen gesubsidieerd ontwikkelingsgericht cultureel erfgoedproject. De projectaanvrager is vzw Stedelijke Musea Kortrijk (roepnaam: Texture). Het project concentreert zich op de bewaring en ontsluiting van industrieel erfgoed in de vorm van machines door middel van 3D technologie. Het is een tweefasig project dat opgestart werd op 1 januari 2015 en afloopt op 30 juni 2017.


Referentie
Titel Duiken in de machine (Voorkeurstitel)
Locatie
Uitgever
Jaar van uitgave 2016
Rechten CC-BY-SA
Persistent ID


Aanvrager en partners

Als projectaanvrager wordt Texture ondersteund door acht partners die diverse rollen binnen het Vlaamse erfgoedveld invullen. Alle partners treden op als adviseurs binnen een stuurgroep. Tijdens de viermaandelijkse bijeenkomst van de stuurgroep worden belangrijke projectvorderingen besproken en worden in samenspraak cruciale beslissingen genomen.

De expertisecentra CAG, PACKED, ETWIE, CVAa en VIAA bieden voornamelijk ondersteuning bij de kennisverwerving, kennisborging en kennisuitwisseling van dit project. De projectverenigingen Erfgoedcel CO7 en zuidwest staan samen met de erfgoedbeherende instellingen: Texture en MIAT in voor het in de praktijk brengen, aan de werkelijkheid aftoetsen en samenbrengen van de verworven kennis.

Projectaanvrager: Texture

Texture, Museum over Leie en Vlas, is een open streekmuseum dat enerzijds de vlas- en textiel gerelateerde collectie verzamelt, bewaart, onderzoekt en ontsluit. Anderzijds richt het museum zich op het ondernemerschap in het zuiden van West-Vlaanderen en het vakmanschap in de textielsector. Het verzamelen, bewaren, onderzoeken, tonen en creëren van de collectie gebeurt online en offline. Het museum maakt werk van een innovatieve ontsluiting in het museum en op het web naar bewoners, bedrijven en bezoekers.

Als projectaanvrager neemt Texture de coördinatie en de algemene uitvoering van het project op zich. Texture stelt daarbij haar collectie ter beschikking voor de exploratie van digitalisatietechnieken en voor de uitvoering van casestudies. Daarbij vormt de Vlaszwingelturbine van Vansteenkiste het ankerpunt voor de toetsing van diverse digitalisatietechnieken. Ook levert Texture een financiële bijdrage voor de projectrealisatie.

Projectpartners

Partner 1: Erfgoedcel CO7

Erfgoedcel CO7 stelt alles in het werk om het cultureel erfgoed in de gemeenten Heuvelland, Ieper, Langemark-Poelkapelle, Mesen, Poperinge, Vleteren en Zonnebeke onder de aandacht te brengen. Thema's zoals (mondelinge) tradities en verhalen, de nabijheid van de grens, het landbouwleven en het leven tijdens de Tweede Wereldoorlog zet ze in de kijker. Digitalisering van erfgoed en erfgoededucatie zijn twee andere pijlers. Naast de digitalisatie van oud beeld- en krantenmateriaal zoekt Erfgoedcel CO7 actief naar manieren om ook minder evident erfgoed een (digitale) toekomst te geven. In samenwerking met vrijwilligers en trans sectorale organisaties worden ook mondelinge getuigenissen, audio- en videomateriaal voor het publiek toegankelijk gemaakt. De resultaten van de inspanningen worden via diverse kanalen aan het publiek en de inwoners gecommuniceerd. Erfgoedcel CO7 stelt de Themilco Hopplukmachine die tot de collectie van het Hopmusuem Poperinge behoort ter beschikking van het project als casestudie. Naast een financiële bijdrage voorziet Erfgoedcel CO7 het project ook in methodologische en logistieke ondersteuning door zich onder andere verantwoordelijk te stellen voor de communicatie via social media.

Partner 2: MIAT

Het MIAT is hét referentiemuseum over industrie, arbeid en textiel en hét aanspreekpunt voor roerend en immaterieel industrieel erfgoed in Vlaanderen. Zowel het verleden, het heden als de toekomst krijgen hier een plaats. Het kenniscentrum MIAT FACTory slaat een brug tussen de wetenschappelijke collectie en de brede (inter)nationale erfgoedgemeenschap. Het MIAT draagt haar passie voor industrieel erfgoed uit, zowel binnen als buiten de museummuren, en vergroot de appreciatie, verwondering, zorg en liefde voor dit bijzondere erfgoed bij een breed publiek. Ook MIAT steunt het project financieel en stelt haar collectie ter beschikking voor het aftoetsen van digitalisatietechnieken en de uitvoering van casestudies. Mule Jenny, een halfautomatische spinmachine die belangrijk was voor de industrialisatie van de textielnijverheid, wordt tijdens de tweede fase uitgebreid als casestudie behandeld. MIAT staat bij de uitvoering van de casestudie in voor de evaluatie van de communicatie tussen aanvrager en uitvoerder ter ondersteuning van één van de belangrijkste projectdoelstellingen – het optimaliseren van de communicatie tussen doelgroepen.

Partner 3: ETWIE vzw

ETWIE vzw is erkend door de Vlaamse overheid als expertisecentrum voor het technisch, wetenschappelijk en industrieel erfgoed. In de eerste plaats houdt ETWIE zich bezig met de roerende en immateriële aspecten van dit erfgoed: het gaat dan bijvoorbeeld om gereedschap, instrumenten, toestellen en machines, maar ook om gebruiken, kennis en technieken. In Vlaanderen en Brussel zijn duizenden mensen begaan met dit erfgoed als vrijwilliger, in een museum, aan de universiteit… ETWIE wil al deze mensen samenbrengen, stimuleren en begeleiden. Dit gebeurt door een netwerk uit te bouwen, waarbij het delen van kennis en expertise centraal staat. ETWIE zet ook volop in op de immateriële kant van het erfgoedverhaal. Het gaat dan niet enkel om de feitelijke en historische kennis over alle mogelijke technieken, maar zeker ook om de vaardigheden om deze technieken te beoefenen. ETWIE voegt haar netwerk en expertise toe aan het project. Tijdens het project bieden zij vooral ondersteuning bij het samenbrengen van de verschillende doelgroepen.

Partner 4: Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG)

Het CAG is door de Vlaamse Overheid erkend als expertisecentrum voor het erfgoed van landbouw en voeding in Vlaanderen. Het Centrum Agrarische Geschiedenis wil, samen met andere geïnteresseerden, het verleden van landbouw, platteland en voeding (vanaf de tweede helft van de achttiende eeuw) bestuderen, bewaren en toegankelijk maken voor een groot publiek. Dit cultureel erfgoed wordt belicht in zijn nationale en internationale context, waarbij ook grote aandacht uitgaat naar de interactie met actualiteit en toekomst. CAG stelt haar expertise en ook haar netwerk die de relevante doelgroep van privécollectioneurs bevat ter beschikking van het project.

Partner 5: PACKED vzw

PACKED vzw neemt als Expertisecentrum Digitaal Erfgoed een centrale rol op om in Vlaanderen de vorming van kennis, ervaring en deskundigheid omtrent digitalisering en digitale archivering te centraliseren én de opgebouwde kennis, ervaring en deskundigheid te verspreiden. Het expertisecentrum wil zo de kwaliteit en doeltreffendheid van de acties op het vlak van digitalisering en digitale archivering in het ruime cultureel erfgoedveld verbeteren en bewaken. PACKED adviseert en helpt mee beslissen bij het zoeken naar oplossingen voor duurzame bewaring van 3D bestanden en de afgeleide resultaten. Ook stelt PACKED het CEST wikiplatform ter beschikking voor de publicatie van de projectresultaten.

Partner 6: zuidwest

Zuidwest is het intergemeentelijk samenwerkingsverband waarin de dertien lokale besturen van Zuid-West-Vlaanderen samenwerken rond cultuur. De projectvereniging ondersteunt de lokale besturen, brengt ze samen in overleg en gezamenlijke projecten. Ze is werkzaam op de domeinen van het cultuuraanbod, cultuurcommunicatie en cultureel erfgoed. Binnen de werking gevat in een cultureel-erfgoedconvenant voor de periode 2015-2020 zet zuidwest de duurzame collectiezorg, een actief collectiebeleid en een duurzaam digitaal beleid voor het lokaal cultureel-erfgoed voorop. Zuidwest ondersteund het project inhoudelijk en methodologisch. Dit doet ze door de vertaling van de projectresultaten naar een toekomstig collectiebeleid te maken en projectervaringen in het lokaal erfgoedveld te valoriseren.

Partner 7: Centrum Vlaamse Architectuurarchieven (CVAa)

Het Centrum Vlaamse Architectuurarchieven is sinds 2012 erkend als landelijke expertisecentrum voor het cultureel erfgoed van het ontwerp van de omgeving. Het werkt onder de koepel van het Vlaams Architectuurinstituut (VAi) en geniet de steun van de Vlaamse Gemeenschap. Het CVAa staat ten dienste van de brede cultureel-erfgoedgemeenschap die betrokken is bij het cultureel erfgoed van het ontwerp van de omgeving. Het zet zich in om het cultureel erfgoed van het ontwerp van de omgeving beter te registreren, te beheren, te onderzoeken en te ontsluiten. Het CVAa neem een adviserende rol op inzake duurzame bewaring van 3D bestanden. Daarbij geeft zij advies bij de creatie van CAD bestanden in functie van hun bewaring op lange termijn.

Partner 8: Vlaams Instituut voor Archivering (VIAA)

Het Vlaams Instituut voor Archivering of VIAA digitaliseert, bewaart en ontsluit audiovisueel materiaal, documenten, e.d. samen met haar partners. In eerste instantie zijn dit de erkende en gesubsidieerde cultureel-erfgoedinstellingen en omroepen. In de loop van 2014-2015 werd deze groep nog verder uitgebreid met de archiefdiensten van de Vlaamse overheidsinstellingen, van de Vlaamse steden en gemeenten en de Vlaamse instellingen die als archief, museum of erfgoedbibliotheek erkend zijn. Gaandeweg wordt deze groep verder verruimd naargelang de noden en prioriteiten. Naast het uitrollen van een aanbod rond digitalisering, archivering en interactie (ontsluiting), heeft VIAA ook de opdracht kennis die bij de partners aanwezig is te gebruiken en ervoor te zorgen dat die partners hun doelstellingen gemakkelijker kunnen bereiken. Daarnaast wil VIAA inzetten op innovatieve trajecten voor onder meer de annotatie van collecties. VIAA vervult binnen het project een steunpilaar voor het doorvoeren van duurzame bewaring van de 3D bestanden. Dit enerzijds door de omzetting van bestanden naar voor duurzame bewaring geschikte formaten, anderzijds door een archief-infrastructuur ter beschikking te stellen.

Doelstellingen

Binnen het project wordt de bewaring en ontsluiting van erfgoedmachines door middel van 3D technologie behandeld. De industriële en agrarische machines stellen binnen de erfgoedwereld andere eisen en noden van conservering dan bijvoorbeeld architecturaal of archeologisch erfgoed. De machines zijn vaak groot en log, moeilijk verplaatsbaar, onmogelijk demonteerbaar. Ze bevatten bewegende mechaniek die relevant is om in kaart te brengen, maar vele van de onderdelen zijn verborgen binnenin de machine. Dit heeft altijd al uitdagingen gesteld op vlak van conservatie en publiekswerking. Vandaag bestaan er echter nieuwe technologieën die een virtuele duik in de machine mogelijk maken. Reverse Engineering – of het digitaal uitwerken van een machine, onderdelen en de werking – is de dag van vandaag een vaak toegepaste methode in productieomgevingen. Het stelt bedrijven bijvoorbeeld in staat een nieuwe productiereeks van een oude machine of machineonderdeel op te starten. In een productieomgeving is het gebruik van 3D tekeningen de standaard geworden. Als museum moet je de toekomstige toestroom van deze digitale documenten anticiperen. Het project heeft vier specifieke doelstellingen om de bewaring en ontsluiting van industriële en agrarische erfgoedmachine te bevorderen voor ogen.

Handleiding met casestudies

Door casestudies uit te voeren op basis van concrete digitalisatievragen vanuit de erfgoedsector willen we de erfgoedsector een methode aanbieden om door middel van eigen initiatieven digitalisatieprocessen in gang te zetten. De case studies moeten de basis vormen van een online handleiding die de gebruikers in staat stelt een digitalisatieproces op te starten, op te volgen en te evalueren. Door middel van deze handleiding willen we aantonen dat een digitalisatieproces een haalbare methode is om de conservering van industrieel en agrarisch erfgoed te bevorderen. De casestudies resulteren in digitale bestanden van industrieel en agrarisch erfgoed die nu gebruikt kunnen worden voor conservatie en publiekswerking.

Duurzame bewaring

Door in te zetten op het verzamelen van expertise van duurzame bewaring en de toepassing op de verworven bestanden willen we de problemen die zich op lange termijn kunnen stellen met de bruikbaarheid van digitale 3D objecten door veroudering van de technologie in kaart brengen. Daarnaast willen we vaststellen hoe metadata die nodig is om de vindbaarheid, integriteit en bruikbaarheid van (3D) digitale bestanden op lange termijn te verzekeren in de bestanden ingebed moet worden. De casestudies worden volgens deze kennis opgeslagen in de databank (edepot) van partner VIAA. Hier zullen de resultaten van de case studies dus ook door het erfgoedveld geraadpleegd kunnen worden.

Doelgroepen betrekken

Door verschillende doelgroepen binnen de erfgoedsector en andere sectoren aan te zetten tot samenwerking willen we de voordelen van zo’n samenwerkingsverbanden aantonen. Dit moet de erfgoedsector stimuleren om in de toekomst vanuit eigen initiatieven dergelijke samenwerkingen aan te gaan.

Internationale valorisatie

Door een breed draagvlak voor de projectresultaten te creëren willen we de kansen voor verdere kennisverbreiding voor digitalisatie van industrieel en agrarisch erfgoed na afloop van het project vergroten. Het project is niet enkel uniek in Vlaanderen, maar ook in de wereld.

Doelgroepen

Dit project richt zich hoofdzakelijk tot het professionele erfgoedveld dat geconfronteerd wordt met uitdagingen van bewaring en ontsluiting van de erfgoedmachines. Kennis over 3D technologie is vaak niet in-house aanwezig en men moet meestal beroep doen op een externe dienstverlening om resultaten te bereiken. Kennis van 3D technologie zijn terug te vinden bij verschillende groepen van mensen binnen verschillende factoren. Binnen dit project is het dan ook cruciaal om deze groepen ook te betrekken op het project door samenwerkingen aan te gaan.

Naast het professionele erfgoedveld willen we ook de interesse van privéverzamelaars in het project wekken. Vaak zijn privécollectioneurs ook constructeurs van machines. Privécollectioneurs kunnen daardoor representatief zijn binnen het domein erfgoed én het domein 3D. Door privécollectioneurs te betrekken op het project willen we ervaren wat het kan betekenen om een digitale collectie te delen en wat de bedenkingen hierbij zijn. Op welke manier kan de professionele erfgoedsector de privéverzamelaars helpen en visa versa?

Ook willen we dat de archiefsector baat ondervind bij dit project. De kennis die verzameld wordt rond de creatie van duurzame 3D bestanden moet voor hen van grote waarde zijn, aangezien zij in de toekomst vaak met CAD bestanden geconfronteerd zullen worden.

Voor de uitvoering van bepaalde casestudies willen we vrijwilligers betrekken. Interesse, motivatie en een kleine financiële ondersteuning zijn vaak meer dan voldoende om goede resultaten van erfgoedbewaring te bekomen. We denken hierbij aan toegankelijke digitalisatietechnieken zoals fotogrammetrie dat het low-end broertje is van 3D laserscanning. Ook Fablabs vormen een toegankelijke infrastructuur om een niet-professional te ondersteunen bij het prototypen op basis van digitale bestanden.

Onderwijsinstellingen bieden binnen hun opleidingspakketten diverse kennis omtrent 3D digitalisatie, 2D technische tekeningen, maar ook 3D prints, animaties en Virtual Reality aan. Universiteiten, hogescholen en secundaire scholen kunnen omwille van de kennis, software en hardware waarover ze beschikken ondersteuning bieden aan de erfgoedsector. Maar ook de erfgoedsector kan bij zo’n samenwerking een boeiende opdracht uitschrijven voor studenten of scholieren.

Private dienstverleners kunnen dan weer een professioneel resultaat binnen een strakke deadline afleveren. De privésector heeft de middelen en de kennis om state of the art digitalisatieprocessen uit te voeren. Voor hen vormt het omgaan met erfgoed een boeiende uitdaging en een opportuniteit om hun dienstverlening te optimaliseren voor het werken met erfgoed. Natuurlijk hangt aan de dienstverlening wel een prijskaartje aan vast. Door goede afspraken te maken zal je als erfgoedbeheerder echter niet ontgoochelt zijn in het uiteindelijke resultaat.

Werkwijze

Eerste fase

Tijdens de eerste fase werden de fundamenten gelegd om een tweede fase, waarin de doelstellingen uiteindelijk volledig bereikt zullen worden, vlot uit te kunnen voeren. Deze eerste fase van het project werd doorlopen in samenwerking met de Hogeschool West-Vlaanderen (Howest). Howest beschikt over twee afdelingen waar het creëren en bewerken van 3D bestanden aan de studenten aangeleerd wordt. Howest Industrial Design Center specialiseert zich onder andere in het maken van productietekeningen en prototyping technieken zoals 3D printing. Howest Digital Arts & Entertainment richt zich op de creatie van animaties en real time applicaties aan de hand van virtuele, 3D, objecten en omgevingen. Uit deze samenwerking vloeide een ruime exploratie en uitvoering van diverse 3D technologieën voort. Aangezien de samenwerking met verschillende doelgroepen binnen het project een kerndoelstelling is werkte men tijdens deze fase ook samen met andere instellingen. De technologieën werden afgetoetst aan De vlaszwingelturbine van Texture, de Hopplukmachine van Hopmuseum Poperinge en een Singer Naaimachine van MIAT. De exploratie en uitvoering van digitalisatietechnieken liet toe een ‘Roadmap voor erfgoeddigitalisatie’ op te stellen. De Roadmap vormt de basis van de tweede fase waar de nadruk op de uitvoering van casestudies ligt.

Bij afloop van de eerste fase werd een workshop uitgevoerd waarbij de projectresultaten aan de verschillende doelgroepen gecommuniceerd werden. De doelgroepen werkzaam binnen de sector van digitalisatie deelden hun expertise en hun ervaringen, al dan niet binnen de uitvoering van het project, met de erfgoedsector. Hier kon men goed aanvoelen hoe weinig kennis de verschillende doelgroepen van elkaar hebben en hoe belangrijk het is dat hier verandering in komt als men het digitaliseren van erfgoed nationaal en internationaal wilt gaan doorvoeren. Een goede samenwerking is van groot belang, aangezien de erfgoedbeheerder over kennis van het erfgoed beschikt dat de uitvoerder niet heeft, en de uitvoerder beschikt over de kennis van methodieken die de erfgoedbeheerder in staat stellen het erfgoed nog beter te ontsluiten.

Tweede fase

Tijdens de tweede fase van het project staat de uitvoering van casestudies centraal. Diverse musea hebben casestudies ingediend die aan de hand van de Roadmap voor erfgoeddigitalisatie uitgevoerd zullen worden. Voor de uitvoering van de casestudies worden de verschillende doelgroepen betrokken. Enkele van de casestudies worden gebruikt om duurzame bewaarprincipes op toe te passen. De casestudies zullen gepubliceerd worden op dit wikiplatform.

Resultaten

Voor de raadpleging van de projectresultaten verwijzen we graag door naar de resultatenpagina’s.

Exploratie en casestudies

Vlaszwingelturbine Vansteenkiste

Themilco Hopplukmachine

Singer Naaimachine

Mule Jenny

Distillatiekolom Cellier-Blumenthal

Vlassite D'Hondt - Roterij

Burroughs Adding Machine

Linham Gradeermachine

Lefebre Roedenweefgetouw

Platenpasteur

Tattersall & Holdsworth Schietspoelweefgetouw


Roadmap erfgoeddigitalisatie

In de Roadmap voor erfgoeddigitalisatie kan je vaststellen naar welk type resultaat je streeft en op welke manier(en) dit resultaat bereikt kan worden. De eerste stap is het verzamelen van alle nuttige informatie. Afhankelijk van welke informatie je van de machine kan verzamelen zal je vlotter of minder vlot het gewenste eindresultaat bereiken. De roadmap ambieert personen zonder voorkennis van 3D technologie toch voldoende inzicht in het proces te verschaffen. Er kunnen zowel mogelijkheden voor low-end als voor high-end digitalisatieprocessen uit afgeleid worden.


Contact

Voor meer informatie over het project en de projectvorderingen, gelieve contact op te nemen met:

Texture | Museum over Leie en Vlas

mail: texture@kortrijk.be

telefoon: +32 (0)56 27 74 70